Diens zoon verkocht het namens zijn moeder in
1760 voor 4500 car. gids aan Elder Wz. Loenen,
wiens erfgenamen tot 1825 in bezit bleven van de
buitenplaats. In dat jaar dacht men aan sloping,
maar het huis bleek zeer hecht en sterk gebouwd.
Toen bleek ook, dat de kelder van de boer voor een
deel onder de buitenplaats door liep.
Sinds 1825 waren de Van Reenen's eigenaren. Een
uitvoerige historische schets over Bijlmerlust treft
men aan in "Amstelodamum" van juni 1965 van de
hand van dr. W. H. van Seters.
Waar het ons om gaat is, dat hier een goed, voor
het oog bekoorlijk, historisch complex staat, dat met
liefde bewoond en bewerkt wordt, dat zonder be
zwaar gehandhaafd kan blijven en tóch ten offer
dreigt te vallen.
Dat dit pand zonder bezwaar gehandhaafd kan
blijven, is geen loze kreet van Heemschut, maar
vindt steun bij de Commissie voor de Gemeente
lijke Plannen van de Provinciale Planologische
Dienst en bij de Commissie voor stad en dorp
N oord-Holland.
Een zeer kleine wijziging van het plan, waarbij de
betreffende grond de bestemming van "bijzondere
bebouwing" verkrijgt, zal dan noodzakelijk zijn. Het
gebouw zal dan een fraai element kunnen vormen
in de nieuwe stadswijk en het zal weinig moeite kos
ten er een bestemming voor te vinden.
In die zin heeft het bestuur van de Bond Heem
schut zich tot het college van B. en W. van Am
sterdam gewend.
De Kroon over Boekesteyn
De Kroon heeft ten aanzien van het uitbreidings
plan in onderdelen Boekesteyn in de gemeente
's-Graveland inzake de beroepen van de Vereniging
tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland
en de Bond Heemschut (Zie Heemschut 1964 no.
4/5 blz. 82) goedgevonden en verstaan, dat "...met
handhaving van het overige van het bestreden be
sluit van G.S. van Noord-Holland, alsnog goedkeu
ring te onthouden aan het door de raad der ge
meente 's-Graveland op 6 nov. 1961 vastgestelde
partiële uitbreidingsplan in onderdelen "Boeke-
steijn", voor zover betreft de bestemming kwekerij,
gelegd op de gronden, gelegen buiten de aanwezige
ommuring ten zuiden van het hoofdgebouw."
Bomen rooien op en langs de IJsselwaterkeringen
Nadat Gedeputeerde Staten van Overijssel aan de
daarvoor in aanmerking komende waterschappen
opdracht hadden gegeven de bomen op en bij de
rivierdijken te rooien, wendde het bestuur van de
Bond Heemschut zich tot dit College. Het verzocht,
gezien de grote landschappelijke waarde van de
boombeplantingen, niet meer bomen te doen rooien
dan voor een goed onderhoud van de waterkerende
dijken noodzakelijk zou zijn.
Het College antwoordde, dat in de nabije toekomst
tot verhoging van de rivierwaterkering zal moeten
worden overgegaan.
Bij de voor te bereiden maatregelen voor de dijk
verhoging c.q. verzwaring, zullen, aldus G.S., mede
het landschappelijke aspect van de aanwezige be
plantingen op dijken in aanmerking worden geno
men, aangezien ook zij oog hebben voor het land-
schapsschoon. Geruststellend dus.
Mojitfoort, een dam of geen dam
De Verordening houdende voorschriften volgens art.
43 Woningwet tot regeling van de aard van bebou
wing en gebruik van gronden gelegen in de bebouw
de kom van Montfoort, heeft het bestuur van de
Bond Heemschut de indruk gegeven, dat bij het
ontwerpen van dit kernplan, zoveel mogelijk reke
ning is gehouden met het historische stadsplan en
de nog aanwezige monumenten. Ten aanzien van
de realisering van dat plan rees enige twijfel, welke
het bestuur aan B. en W. van Montfoort ter ken
nis heeft gebracht. Dit betrof het voornemen, de
geprojecteerde weg ten zuiden van de katholieke
kerk door middel van een dam over de haven te
voeren, waardoor ten zuiden van die dam een afge
sloten kom zou ontstaan. B. en W. van Montfoort
antwoordden hierop, dat de bouw van een dam
of brug op de door ons bedoelde plaats nog gerui
me tijd zal uitblijven. Te zijner tijd zal worden be
zien, of aan een dam dan wel aan een brug de
voorkeur zal worden gegeven. Dit uitstel achten wij
hoopvol. De mening dat het een brug moet wor
den kan dan rustig rijpen.
Loenen aan de Vecht komt tot bezinning
Na indiening van Heemschut's bezwaren tegen het
komplan kern Loenen was het antwoord van B. en
W. in het kort: "De mening van de Bond wordt
niet gedeeld. De aangevoerde motieven leiden niet
tot wijziging van het plan". Dit was voor Vrij Ne
derland aanleiding tot het publiceren van een arti
kel "Binnenkort zal Loenen's kern in puin liggen".
Intussen is het tij gekeerd. De nieuw aangetrokken
stedebouwkundige adviseur der gemeente Loenen
heeft ten aanzien van het dorpsschoon beschaafder
opvatting dan uit het niet door hem gemaakte
komplan bleek. Hem is reeds opdracht verstrekt tot
het maken van een nieuw stedebouwkundig plan.
B. en W. gaven dat aan G.S. van Utrecht te kennen,
waardoor de taak van dit laatste College vergemak
kelijkt werd.
Er komt een nieuw plan, dat het vertrouwen biedt,
dat rekening zal worden gehouden met Loenen's
dorpsschoon, niet het minst met de zeldzame beslo
tenheid achter het koor van de monumentale Ned.
Hervormde kerk en de fijne schaal van de ruimte
lijke verhoudingen rondom deze kerk. Tevens ligt
het in de bedoeling "Het raadhuis van Croonen-
burg" te doen restaureren.
126