Glochemerle 18de eeuw." Na jaren agitatie van belangstellenden is er een gemeentelijke monumentenverordening tot stand gekomen, die gebouwen ouder dan 30 jaar en van historische en architectonische waarde kan be schermen. Hun aantal wordt op 700 gesteld. Maar voor de wet van kracht werd, was er onder druk van de belangengroepen in de onroerend goed sector al een ontsnappingsclausule in aangebracht, zodat, naar een krant opmerkte, New York binnen kort een uitstekende beschermende wet zal hebben en vrijwel niets meer om te beschermen." Ook de verschuivingen in het wonen zijn zorgwek kend. Men rekent dat tussen 1950 en 1960 ongeveer 1 miljoen bewoners uit de middengroepen het ste delijk kerngebied heeft verlaten. Alleen enkele zeer rijken en een groeiende massa paupers blijven. Dit tekent zich vooral af in de bezetting van de open bare scholen. Men rekent dat in 1975 meer dan 70% van de bevolking der openbare scholen uit neger- en Puerto Ricaanse kinderen zal bestaan. De middengroepen wijken uit naar de suburbs, of in weinig geslaagde nieuwe woonblokken dichter bij de stad. Het centrale probleem is dan het woon— werk transport. Het gedrang in de spitsuren is on menselijk, en het zal in de komende jaren in hoge mate verergeren. Scherp is het oordeel van de schrijver over het z.i. ondoelmatige en onverantwoordelijke bestuur. "Het werkelijke schandaal van New York is dat de stad het soort regering krijgt dat het verdient. Met enke le respectabele uitzonderingen hebben zij die de Een lid schreef ons: "Toen ik laatst weer eens in Zierikzee was, dat ik in geen jaren meer had gezien, trof mij naast heel veel moois (o.m. het Stadhuis) ook bijgaand straatje, dat ik op de foto vastlegde. Het is de Molenstraat, een zijstraat van de kade, waar vroeger de boten naar Katseveer aanlegden. Helaas is het straatje wel wat verkommerd, maar waarom nu juist dit inkijkje ontsierd door het rechts op de voorgrond staande geval? Of zou dit zijn om het gat in de rechter zijwand van deze straat te camoufleren? Er worden zo vele uit vluchten gezocht en blijkbaar ook wel gevonden om dergelijke dingen te kunnen neerzetten." Onze inzender heeft gelijk. Het is ontmoedigend, hoe weinig oog er bij openbare diensten kan zijn voor straatmeubelen zoals dit. voornaamste burgers hoorden te zijn, de stad de rug toegedraaid een voorbeeld dat letterlijk en in massa door de middengroepen van de bevolking na gevolgd is door hun vlucht naar de suburbs Zo krijgt, meer en meer, New York het gezicht van een plaats die verlaten wordt, geestelijk en lichamelijk, door de burgers die op enigerlei wijze haar redding zouden kunnen bewerken. Geen hervormingspro gramma bevat de kleinste kans op succes, tenzij deze burgers een andere instelling krijgen zo eenvoudig en zo somber ligt de zaak. Waaruit moet deze on misbare veranderde instelling dan bestaan? Niets meer of minder dan de overtuiging, uit welk per soonlijk gevoelen ook voortgekomen, dat de plaats ten slotte de moeite waard is." Wij geloven inderdaad dat R. J. Whalen die in het hierboven sterk verkort weergegeven betoog de kwalen van zijn stad zo onbarmhartig analyseert, ge lijk heeft met de inleidende opmerking dat de pro blemen van New York op enorme schaal de proble men van iedere stad zijn, ook bij ons. En wij onder schrijven geheel zijn conclusie dat de kracht die de stedelijke samenleving uiteindelijk moet redden uit de benauwende greep van groepsegoïsme en kort zichtig winstbejag met hun formidabele outillage van financiën en techniek, gelegen is in die zo vaak geridiculiseerde, "ouderwetse" toewijding voor de openbare zaak, in de emotionele waarde die de stad voor haar burgers heeft. En daarmee komen wij te rug op Eleemschuts doel: strijd voor de schoonheid van ons land en onze woonplaats. GEERT BRINKGREVE 121

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1965 | | pagina 13