de van eerst een wijk laten uitsterven, dan slopen en door totale nieuwbouw vervangen, onjuist is, na melijk te duur en te hard, terwijl er veel "sociaal kapitaal" vernietigd wordt dat slechts langzaam weer kan worden opgebouwd. Zij bepleit een demo cratische techniek van ont-krotting, waarbij na gron dig sociaal onderzoek door kleine ingrepen het kli maat wordt verbeterd, en de latente aanwezige sa neringskracht wordt geactiveerd. In dit verband wil zij ook afremming van de stroom particuliere auto's door de straatprofielen, waar mogelijk, niet te ver breden, maar te vernauwen, zodat er meer voetgan gersruimte wordt geschapen. De betekenis van het voetgangersdomein acht zij doorslaggevend voor het stedelijke leven en ook hier blijkt weer de noodzaak om de vicieuze cirkel te doorbreken van verkeers groei profielverruiming nog snellere verkeers groei verkeersverstopping onbereikbaarheid. Zodra een voetgangersgebied levendig en aantrek kelijk is, kan ook de bereidheid van de automobilist ontstaan om zijn wagen aan de grens van een zoda nig gebied achter te laten en verder te lopen. jgar, Uit deze enkele grepen uit de beschouwing van Mrs. Jacobs blijkt een opvallende gelijkgerichtheid met hetgeen hier betoogd wordt om de historisch waardevolle stadswijken te beschermen tegen ver krotting en afbraak. Haar argumenten versterken de onze, wat daar geldt in buurten die architectonisch niets vertegenwoordigen, krijgt een pregnante be tekenis in onze binnensteden waar zoveel méér la tente saneringskracht en sociaal kapitaal aanwezig is, waar de voorwaarden tot aantrekkelijke voetgan gersdomeinen zoveel gunstiger en de pretenties van het autoverkeer zoveel minder zwaarwegend zijn. Het is van het grootste belang dat wij de strijd voor de schoonheid der oude stadskernen niet meer zien als een soort donquichotterie, als een hopeloze poging om een dierbaar eigen tuintje te bescher men tegen de overweldigende krachten van de mo derne tijd in dat hokje proberen namelijk de te genstanders ons te persen maar als een kernpunt van het Nederlandse (zelfs Europese) aandeel in het wereldomspannende vraagstuk van de toekomst der stedelijke samenlevingen. In dit verband trekt een beschouwing de aandacht van Richard J. Whalen in "Life" van 4 oktober j.1. "New York, A City Destroying itself". Wij laten daarvan enkele passages volgen. "New York wordt te vaak beoordeeld naar zijn uit zonderlijke karaktertrekken, en verontschuldigd voor de magere kwaliteit (of totaal gemis) van normale voorzieningen. Het vernietigt zichzelf onder de druk van krachten die in elke stad worden ondervon den. New York vertegenwoordigt de volledigste ex pressie ten goede of ten kwade van onze stads cultuur. Het is de macrokosmos van de problemen en verlangens van iedere stad. Het doet overal ter zake wat New York is en wat het niet is. New York is, natuurlijk, een wonder. Door middel van een oneindig ingewikkeld mechanisme worden miljoenen mensen gevoed, gehuisvest, gekleed, ver voerd en georganiseerd voor werk dat het werk van miljoenen elders in de wereld organiseert. Op Man hattan Island wordt de grootste concentratie ter we reld gevonden van menselijke bekwaamheid en energie. Hier is de economische, culturele en intel lectuele hoofdstad van de westelijke wereld. Maar hoe vergaat het de menselijke geest in deze grote metropool?" "Ietwat laat tot verontwaardiging geprikkeld, heeft de afd. New York van het Amerikaanse Instituut van Architecten in juni 1964 een geruchtmakend rapport gepubliceerd over "De toestand van de City". De architecten waren ontzet. Zij vonden een alarmerende achteruitgang onder de oppervlakte van de opgehemelde "vooruitgang" van de stad, en zij concludeerden streng "dat New York geen profijt trekt in verhouding tot het geld, de energie en in spanning die besteed worden voor zijn ontwikke ling. De onsamenhangende ontwikkeling van de stad, de groei der verkeersproblemen, de voortduren- 118 St: Paul's kapel, New York, gebouwd in 1766 foto Ton Koot

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1965 | | pagina 10