dat deze taal in de naaste toekomst niet zal worden
gesproken door een nieuwe Bewindsman?
L.eden
Het waken voor de schoonheid van ons land vereist
in deze wereld met haar gecompliceerde problemen
een krachtig apparaat, dat efficiënt en vakkundig
kan werken. Een dergelijk apparaat moet mogelijk
gemaakt en gedragen worden door een krachtige
vereniging, niet alleen krachtig door aantal, maar
ook door overtuiging. Aan dit laatste heeft het in
onze Bond gelukkig nooit ontbroken.
Wij zijn ons bewust, dat wij met onze ideëele in
stelling nooit een massa-beweging zullen worden,
daarvoor bieden wij onze leden te weinig mate
riële voordelen. Maar het wil er bij ons niet in, dat
er in ons land niet tienduizend mensen te vinden
zouden zijn, met voldoende cultureel besef, om aan
het werk van de Bond Heemschut naar de geest, en
met minimaal tien gulden per jaar, bij te dragen.
In het afgelopen jaar is duidelijk gaan worden, dat
dit mikpunt niet te hoog gekozen is. Een paar grote
acties zijn ingeluid.
In samenwerking met Studio Certo en met mede
werking van de Shell Nederland Verkoopmaat
schappij N.V. verscheen een Boerderijengids ge
schreven door Evert Zandstra. Met deze gids ging
gepaard de uitgave van een bouwplaat van de his
torische boerderij „De Eenhoorn" in de Beemster,
uit 1682. Gids en bouwplaat vestigen de aandacht
op de betekenis en waarde van historisch en archi
tectonisch belangrijke boerderijen in ons landschap.
Tevens wekte een inlegkaart op, lid van Heemschut
te worden. In samenwerking met Studio Certo en
Amstleven, de Amsterdamse Maatschappij van
Levensverzekering N.V., verscheen een Heemschut
kalender 1965 eveneens met een inlegkaart tot aan
melding voor het lidmaatschap.
Tenslotte is in de afgelopen maanden bij enige
duizenden Nederlanders, bij wie cultureel bewust
zijn verondersteld werd, een brief van ons bestuur
in de bus gegleden, in welke brief op de werkzaam
heid van de Bond Heemschut werd gewezen met een
opwekking zich als lid aan te sluiten.
Deze akties hebben ons dichterbij ons doel gebracht.
Het aantal gewone leden (rechtspersoonlijkheid be
zittende verenigingen en lichamen) groeide van 267
tot 272. Dat der donateurs nam toe van 100 naar
119 en dat der buitengewone individuele leden ver
meerderde van 2801 tot 3730.
In het licht van ons aantal is dit ongetwijfeld een
bevredigende groei, maar toch geen aanleiding om
tevreden te zijn. Het streven naar 10.000 leden is
niet alleen een wens, maar een economische nood
zaak, die vervuld moet worden, om een stevige basis
te hebben voor onze waakzame werkzaamheid.
Bestuur
De algemene ledenvergadering, gehouden op 6 juni
1964, herkoos voor een zittingstermijn van 'vijf jaren
de heren:
Mr. S. P. Baron Bentinck, Mr. H. F. Blaisse, Ir. H.
Otto, Prof. dr. M. D. Ozinga, C. W. Schaling, Arch.
B.N.A., Mr. P. A. H. M. van Vlijmen en Prof. Dr.
T. H. van Wisselingh.
Op voorstel van het dagelijks bestuur werden in
diezelfde ledenvergadering als nieuwe leden ge
kozen:
Prof. Mr. H. de la Fontaine Verwey en Mr. C. A.
van Swigchem.
Thans zijn 32 van de 35 statutair toegestane plaat
sen in het algemeen bestuur bezet.
Het algemeen bestuur kwam bijeen op 18 december
1964 en op de ochtend van 5 juni 1965 te Amster
dam.
Commissies
Leden van het dagelijks bestuur bezochten vergade
ringen van de provinciale commissies Stad en Dorp
van de Bond Heemschut in Noord-Holland, Zee
land en Groningen.
Namens Heemschut werd zitting genomen in de
volgende besturen:
ICOMOS: Mr. Arn. J. d'Ailly.
Monumentencommissie Den Haag: Ir. Ch. C. van
der Vlis.
Hein Buisman Stichting: J. Eppinga.
Stichting Zijper Molens, Stichting Schermer Molens,
Europa Nostra: C. W. Schaling.
Monumentencommissie Ouder-Amstel: J. A. de
Zwaan.
De Centrale Commissie Stad en Dorp, de Commissie
De Weg In 't Landschap en de Commissie Bevorde
ring Heemschutgedachte brengen in het volgende
nummer afzonderlijk verslag uit.
Orgaan
In het orgaan Heemschut, dat in het verslagjaar
met 116 bladzijden uitkwam, is dit jaar ook buiten
de grenzen getreden door artikelen over vergelij
kend werk in Rome, Brussel, Warschau en Zuid-
Afrika.
Er is in de wereld van de monumentenbescherming
een streven naar internationale samenwerking, wel
ke vooral uit Latijns Europa gestuwd wordt. Bij de
werkzaamheid van Europa Nostra en die van
ICOMOS werd ook onze Bond betrokken.
De jaarlijkse bijdrage van onze individuele leden,
de z.g. buitengewone leden, is nog steeds 10,—
minimaal. Uiteraard dekt dit bedrag maar nauwe
lijks de kosten van het orgaan.
Gelukkig beschouwen vele nieuwe leden dit inder
daad als minimum en dragen velen reeds uit zich
zelf meer bij. Alleen krachtige groei van ons leden
tal kan ons de minimum-contributie doen hand
haven.
Redactionele medewerking en aanwijzigingen wer
den ook dit jaar van vele leden ontvangen, niet
het minst betroffen dit waardevolle gegevens voor
onze dokumentatie. Wij blijven terzake op onze
leden een beroep doen, zodat ons tijdschrift bij
voortduring een weerspiegeling geeft van de situatie
op heemschutgebied in ons land.
59