Orgaan. Het orgaan „Heemschut" is in het afgelopen jaar met 140 pagina's uitgekomen, dus met niet minder dan 44 pagina's meer dan de vastgestelde 96. Wij zijn daardoor in staat geweest tal van problemen aan de orde te stellen, aantastingen aan landschoon te sig naleren, goede voorbeelden voor te houden en in het algemeen een bredere weerspiegeling te geven van 's lands toestand van Heemschutstandpunt gezien. Met volledig besef voor de betekenis van deze vorm van publiciteit moet ook vermeld worden, dat het orgaan een zodanige uitgave vergt, dat dit door een aantal nog bestaande oude contributies van f 7,50 niet meer gedekt wordt. Willen in de toekomst alle buitengewone leden de zekerheid hebben het orgaan te blijven ontvangen, dan moeten wij er op aandringen dat zij de bij algemene ledenvergadering vastgestelde f 10,per jaar minimum contributie betalen. Voor de redactionele medewerking aan ons blad doen wij een beroep op al die leden, die door tips, mededelingen of artikelen iets van Heemschutbelang te zeggen hebben. Voor foto's, tekeningen en feitelijke gegevens zijn wij, óók voor onze dokumentatie altijd erkentelijk. Bureau. Reeds meermalen is in jaaroverzichten gewezen op de steeds meer omvattende Heemschuttaak. De taak van de administrateur op ons bureau vergt de inzet van de gehele persoon. Het vervullen van deze taak door z.g. werkstudenten bleek in het afgelopen jaar onbe vredigend, zodat een reorganisatie onvermijdelijk werd. Met ingang van 15 februari 1964 trad de heer M. van Everdingen als opvolger van de heer L. L. H. Roest als administrateur in dienst, die de reorganisatie van de administratie en dokumentatie volgens vast gestelde richtlijnen ter hand heeft genomen. Een meer efficiënt gebruik van onze archieven en dokumentatie zal, naar wij vertrouwen, daarvan het gevolg zijn. Hij wordt bijgestaan door mej. E. I. van Leeuwen als secretaresse, die sedert augustus 1963 in dienst van de Bond is als opvolgster van mevr. J. G. Broekman van der Keuken, die deze taak tijdelijk heeft waar genomen. Ir. Ch. C. van der Vlis heeft in het verslag jaar als stedebouwkundig adviseur herhaaldelijk ad viezen uitgewerkt en de doeltreffendheid van onze werkwijze zeer helpen bevorderen. Mevr. J. H. D. Westerink-Zuurendonk heeft zich met nauwgezetheid aan de toenemende ledenadministratie gewijd, daarin bijgestaan door de heer S. Brilleman, terwijl mej. M. M. Melchers met toewijding de ledenwerving heeft behartigd. Wij verheugen ons in een goede samenwerking met een steeds meer bruikbaar wordend apparaat. De huisvesting van het bureau heeft nog niet die bestem ming gevonden welke het bestuur zich voorstelt en wenselijk acht. Een verbetering hiervan heeft de aandacht van het bestuur. W erkzaamheden. Hier volgt een keuze uit een breed veld van werk zaamheden, die in het verslagjaar de aandacht van de Bond vroegen. Verkeer en dempingen. De ongebreidelde toeneming van het verkeer en het verval van oude panden zijn aanleiding voor ge meen tebesturenaom ontwerpers op te dragen, plannen tot [Verbetering te maken. Daarbij wordt nogal ..eens de radikale methode gevolgd van doorbraken, slo pingen en nieuwbouw voor te stellen, die resoluut breekbïmet de traditie, begrip voor historie en schoon heid van stad en dorp. Het is de taak van de gemeente besturen, die het beleid moeten aangeven, in eerste instantie te beoordelen of deze plannen moeten worden opgevolgd en uitgevoerd. Helaas constateren wij, bij de behartiging van onze taak als Bond Heem schut, dat herhaaldelijk deze doorwrochte veelal te eenzijdig technisch opgezette plannen in geheime zittingen worden behandeld en voorbereid. De wijze van behandelen, eigenlijk voorbehandelen, onttrekt zich aan het oordeel van de burgerij. Wel ervaren wij, dat tal van raadsleden zich door kennisneming van plannen in geheime vergaderingen reeds moreel ge bonden achten. Indien deze plannen aan de open baarheid worden prijsgegeven, laten zij de burgerij onvoldoende tijd tot oordeelvorming. De door de Wet vastgestelde tijden tot het indienen van bezwaar schriften zijn verouderd en houden geen rekening met de thans veelomvattende stedebouwkundige plannen en gevolgde procedure. Een herziening is, in het be lang van een goede demokratische behandeling, noodzakelijk. Bij dergelijke stedebouwkundige pro blemen is het betreurenswaardig de tendens waar te nemen om, koste wat koste, tegemoet te komen aan de onverzadigbare eisen van het verkeer. Dezer dagen is het miljoenste voertuig in Nederland op de weg gekomen, op de 7de nationale Verkeerstechnische leer gang werd verkondigd, dat voor 1970 verdubbeling zal plaats hebben: in 1980 zullen het vier miljoen auto's zijn. Moeten dan volgens de thans gevolgde systemen de binnensteden opnieuw doorbroken en gedeeltelijk gesloopt om in plaats van 2 of 4, 6 of 8 rijbaanswegen mogelijk te maken? En gaan wij dan volgens dit systeem door tot 12 of 16 rijbaanswegen, of zal men de waanzin van deze methode dan gaan inzien? Hoe jammer, dat het stads- en dorpskarakter, dat in ons land veelal nog van grote betekenis is, dan al grondig verknoeid zal zijn, als er dan nog van karakter gesproken kan worden. Waarom geen be teugeling van het verkeer? Toen Heemschut dit na de oorlog als een der eersten aan de orde stelde, werd de Bond als conservatief, behoudzuchtig gekenmerkt. In wezen was dit zeer progressief. Nu spreekt men er - óók in kringen van verkeersdeskundigen - al openlijk over. Maar wie doet het? Vele Nederlandse steden bieden geen onoverkomelijke moeilijkheden voor een redelijk verkeer. Wel bieden zij onoverkomelijke 55

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1964 | | pagina 9