HEEMSCHUT? Meer dan ooit! Wij leven in een dynamische tijd. Gelukkig, want leven zonder dynamiek mist iets en wel juist dat spran kelende en fonkelende wat het leven gloed en vaart geeft. Meer dan ooit wellicht moet deze tijd dyna misch worden genoemd. Deed de eerste wereldoorlog de maatschappij reeds op haar grondvesten schudden, waaruit nieuwe inzichten zich baan braken, de tweede wereldoorlog greep veel dieper in en al leven wij bij kans twee decenniën na de overwinning op de duis ternis, de schade welke deze uitbarsting veroorzaakte heeft een versnelling gebracht zowel op sociaal terrein als op gebieden van wetenschap, kunst en techniek. Stuurmanskunst en wijsheid zijn nodig om te voor komen dat wij de juiste baan kwijtraken. Atoom- en loonexplosies zijn slechts enkele symptomen van een ontwikkeling onzer maatschappij, die ook wat Neder land betreft, stormachtig mag worden genoemd. Bij de materiële behoeften, welke om voorziening vragen, staan het vraagstuk van de volkshuisvesting en de problemen die de verkeersgroei met zich brengen in het voorste gelid. Bij beide vraagstukken zijn wij ten nauwste betrokken; de oplossing bepaalt mede voor de verre toekomst de aanblik en de geestelijke inhoud van ons land. Stedebouwers en architecten hebben een gouden tijd. Zij werken op hoogspanning en op hen en op de bestuurders van ons land rust de zware verantwoordelijkheid de juiste weg te kiezen, die voor de toekomst beslissend is. Stadsuitbreidingen, waarbij de vergrotingen van vorige tijdperken kinder spel lijken, verrijzen in de helft van de tijd, waarvoor zij waren voorzien. Helaas worden zij dikwijls haast je, rep je, ontworpen en hele wijken worden aan bestaande dorpen overal in den lande toegevoegd. Nieuwe bouw methoden en materialen maken het bouwen op onze slappe bodem uitvoerbaar tot vroeger onmogelijk geachte hoogte. De hieraan verbonden economische voordelen leiden gemakkelijk tot te haastige besluiten, waarbij men al te vaak voorbijziet, dat deze opzichzelf soms fraaie, nuttige bouwwerken in de structuur onzer stedenkernen niet passen en de gevaarlijke wensen naar vernielende doorbraken doen ontstaan, die een veelvoud kosten van de gehoopte economische voor delen, nog ongeacht het onherstelbaar verlies dat intussen aan de schoonheid van onze fraaie steden werd toegebracht. Nieuwe wegen vlechten linten van snelverbindingen, opdat het verkeer tenminste buiten het keurslijf der gemeentelijke bebouwde kommen vrijheid van be weging heeft. De vaart van al deze ontwikkeling dreigt veel te verstoren van wat ons dierbaar behoort te zijn. Potlood en lineaal zijn nuttige, maar simpele instru menten. Het is zo eenvoudig en sommige vinden dat het flink staat dikke en rechte lijnen te trekken door bestaande bebouwingen en landelijke complexen, open wateren te dempen en de bedenkingen door anderen tegen te ruwe behandeling met een gebaar weg te wuiven als bekrompen behoudzucht en ondeskundig heid. Een recent voorval moge als voorbeeld nader worden genoemd, ten bewijze dat bezwaren tegen de nog te dikwijls landschappelijk onverzorgde ruilver kaveling waarlijk niet alleen van de zijde der on middellijk betrokkenen komen. Het onlangs in Twente voorgekomen geval heeft alom verontwaardiging ge wekt en in woord en geschrift is op verbetering aangedrongen. De vraag kan worden gesteld of organen, die het levend erfdeel verdedigen, zoals Heemschut en de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten, nog wel zin en kansen hebben in deze dynamische wereld. Het antwoord moet en kan niet anders luiden dan een volmondig: „meer dan ooit!". De ene dynamiek ver wekt de andere. Het is geen toeval, dat in tijden van tomeloze groei de tegenkrachten der beteugeling van te wilde plannen zich krachtig te weer stellen. Het is meestal niet in dynamische maar juist in slappe tijden, dat de meeste monumenten zijn verdwenen, en de meest brutale aanrandingen van natuurschoon zijn voorgekomen. De algemene lauwheid dacht niet aan bescherming. En omgekeerd zijn er in binnen- en buitenland vele voorbeelden aan te wijzen, dat in tijden van maatschappelijke opleving op elk gebied mede het besef wakker wordt van de waarde van bestaande en bedreigde schoonheid. Met voldoening mogen wij naast de talrijke aanvallen van een simpele potlood- en lineaalpolitiek wijzen op een verheugende tegengestelde richting. De monu mentenwet is in deze jaren tot stand gekomen en hoezeer ook een goede hantering van de bepalingen dezer wet nog een stage ontwikkeling vereist, de registratie der monumenten in alle delen van ons land vindt voort- 49

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1964 | | pagina 3