Heemschutberichten
wen zou dl te dol zijn, zal men gedacht hebben. Dit
is niet „al te" maar toch wel dol. Het zou natuurlijk
mogelijk zijn, dat er zóveel voor betaald moet wor
den, dat het slimme gemeentebestuur denkt daarmee
de zo nodige parkeergarages buiten de Singelgracht
te kunnen financieren.
Intussen staat daar nog, alle vuurverwoesting en
trekkracht van Amsterdamse brandweer en burgerij
ten spijt, de gevel van Berlage, waarachter C A
hun verkoopbedrijvigheid beoefenden. Nadrukkelij
ker nog dan tevoren vraagt deze stoere, rit
mische en harmonische gevel de aandacht, een bij
zonder fraai en sprekend voorbeeld van het kunnen
van de grote Nederlandse bouwmeester. Het is te
hopen,* dat de gevel behouden kan blijven als deel
van de Damrakwand en voor het nieuwe doel kan
worden ingepast. Wie iets noordelijker kijkt, naar dat
gat in de Damrakwand, ik bedoel, die glazen wand,
of eigenlijk het pand van de American Express Gy,
die begrijpt wat te wachten kan staan, als hier een
minder groot bouwmeester de „vrije hand" gaat krij
gen. Wij gunnen hem die graag in de vele nieuwe
stadswijken, maar in de binnenstad vragen wij enig
respect voor de over de gehele wereld erkende
schoonheid van het eigen karakter van Amsterdam.
Versterking van onze organisatie
De veelomvattende taak, die Heemschut zich sedert
zijn oprichting in 1911 heeft gesteld, is in onze
tijd nog ingewikkelder en veeleisender geworden
voor zijn bestuursleden. Daar liggen de tientallen
uitbreidingsplannen, plaatselijke ingrepen, dreigen
de aantastingen, verkavelingen, wegverleggingen enz.
met nadelige gevolgen voor stads- dorps- en land-
schapsschoon, die noodzaken om op te treden,
zodat door verfijningen in de plannen erger gekeerd
kan worden. De werkzaamheden zijn zodanig toege
nomen, dat, zelfs met actieve provinciale commissies,
niet alles vlot kan worden afgedaan. Aan deze toe
stand is thans iets tegemoet gekomen doordat zich
een bekwaam vakman bereid heeft verklaard zich
met zijn technische kennis en zijn organisatievermo
gen en niet het minst met zijn veeljarige ervaring
ter beschikking te stellen van het Heemschutwerk.
Met ingang van 15 februari 1963 is ir. Ch. C. van
der Vlis, oud-directeur van openbare werken in Haar
lem en Leeuwarden, oud-voorzitter van de commissie
voor stad en dorp van Heemschut in Friesland en
oud-lid van ons algemeen bestuur, als stedebouwkun
dig adviseur verbonden aan het bureau van de Bond
Heemschut.
Dat hij onmiddellijk aan het werk is gegaan behoeft
geen betoog.
Molens voor Haarlem
Wie het Spaarne kent tussen Haarlem en Heem
stede, die kent ook de paltrokmolen „De Eenhoorn"
in Zuid-Schalkwijk, die daar zo fors het landschap
accentueert. De molen, die in eigendom is bij de
vereniging „De Hollandsche molen", wordt door
haar gerestaureerd en overgedragen aan de gemeente
Haarlem. De bloemenstad zal daarmee één der drie
nog overgebleven gave paltrokmolens die ter wereld
bekend zijn, rijk zijn. De andere twee staan eveneens
in Nederland en herinneren aan de rol, die dit
molentype speelde bij de opkomst van de hout
industrie in Nederland. Men zal nog weten, hoe één
der prachtigst gelegen paltrokmolens, die nl. aan
het Stinkevuil bij Monnikendam stond, onlangs door
brand totaal verloren ging en helaas niet meer op
gebouwd schijnt te worden.
Zelfs Amsterdam bezit nog een, zij het gehavende,
wiekloze kleine paltrokmolen, benauwd tussen de
huizen aan de Gillis van Ledenberchstraat gedrukt
aan de Kostverlorenkade.
Haarlem zal, naar wij hopen, spoedig nog een tweede
molen tot de zijne mogen rekenen, immers de stad
wordt door de vereniging De Hollandsche Molen in
staat gesteld, de grond waarop de molen De Adriaen
aan de Papentorenvest stond, te verwerven. De
Adriaen zelf is helaas verbrand, maar Haarlem kon
tien jaar geleden een soortgelijke molen elders in
het land verkrijgen en heeft die opgeslagen liggen.
Het is deze molen, die herbouwd zal worden en De
Adriaen vervangen op de plaats waar deze molen stond.
„Ik vind dit zo'n belangrijk en sympathiek voorstel,
dat ik u wil vertellen, dat mijn partij zeer verheugd
is, dat het molenbezit van de gemeente Haarlem tot
in lengte van dagen verzekerd is", zo sprak het raads
lid Pielage (P.v.d.A.) in de Haarlemse gemeenteraad.
De heer Steyaart (P.S.P.) sloot zich daarbij aan,
hopend, dat De Adriaen niet enkel een trekpleister
voor het toerisme zou zijn, maar ook nog min of
meer zijn oorspronkelijke taak zou uitoefenen. De
heer Van Marselis Hartsinck (Prot. Chr.) loofde
De Hollandsche Molen, die de stad in staat stelde
twee schitterende molens te verwerven en gaf uiting
aan de vrees, dat de herbouw van De Adriaen wel
eens wat lang zou kunnen duren.
Wethouder Happé zei, dat de plannen tot herbouw
in een vergevorderd stadium waren. De bestemming
zou in de Horecasfeer komen te liggen. Hij gaf de
verzekering, dat dit niet onwaardig aan het object
zou zijn. De mogelijkheid om de molen te laten
draaien bleef open.
Het voorstel van B. en W. tot verwerving der mo
lens werd zonder hoofdelijke stemming aanvaard.
Niet overal worden de molens met zoveel geestdrift
door een gemeenteraad aanvaard! Er staan nog heel
wat molens in ons land te verkommeren, waar een
steuntje van de overheid goed werk zou kunnen
doen, vooral van de gemeentelijke overheid! T. K.
31
Dat deze hoop ij del is gebleken kan men elders in dit
nummer lezen.