(/yyl Cjfï+cud%>4'
nmxLetA,
dan blijken de „lansen" zoek en verkeren de stra
ten in de modderbrij, waar onze brochure zo mis
prijzend over schrijft.
Ja, ja, we breiden uit, de bevolking neemt toe, en
wij willen het grondgebied uitbreiden, we mechani
seren, we bouwen nieuwe stadswijken, maar in
tussen zijn we niet meer zo netjes als vijf en twintig
jaar geleden, blijkens onze brochure.
Zouden wij in dit opzicht weer terug gaan naar de
middeleeuwen, toen door verwaarlozing en vervui
ling der steden de algemene hygiënische toestand zo
slecht werd? Nee, clat geloof ik niet, want wij bou
wen nu meer ziekenhuizen.
Nog meer water
Uit het bovenstaande krijgt men wel de indruk, dat
meer met water moet worden gewerkt. Dat klopt.
Er is veel te stellen met het water in Amsterdam (en
andere steden met dempgewoonten)Een groep par
ticulieren heeft een commissie gevormd onder de
naam, welke wij de commissie zelf ook graag zouden
toeroepen, nl. STOP. Deze heeft een paar goede
«O-V etc/
...W£cv
ideeën (welke u deels aantreft in het adres, dat de
Bond Heemschut in 1954 al aan het gemeentebestuur
van Amsterdam aanbood, zie Heemschut 31ste jaar
gang no 6, 1954)Maar zij heeft ook een zeer slechte
nl. het voorstel, om de Singelgracht te dempen en
deze voor parkeergelegenheid te bestemmen.
Men heeft in de 19de eeuw al de grove fout gemaakt
de schansen binnen deze singelgracht te slechten, zon
der deze te bestemmen tot wat de moderne stede-
bouw een „groenstrook" noemt. Dat zou in het
groen-arme centrum de weldaad zijn geweest, die er
nog steeds aan ontbreekt. In plaats daarvan is men
die strook gaan volbouwen op de erbarmelijke ma
nier die wij nu o.m. kennen aan de Marnixstraat en
het Huis van Bewaring. Het enige aantrekkelijke
langs deze binnenstadsrand, de enige verademing,
is juist het water.
Het zou de 20ste-eeuwse stedebouwkunclige fout zijn
óók het water te dempen en er een eindeloze, lange
openluchtgarage van te maken: een blikken schans!
Amsterdam is beter waard.
Zoekt men parkeerruimte langs de binnenstads
rand dan ligt die in de 19de-eeuwse stadswijken
buiten de singelgracht. Zij zijn cultureel te veron
achtzamen, en van het standpunt van volkshuisves
ting aan verbetering toe. Stedebouwkundig ligt hier
de kans en de gelegenheid om de behoefte aan par
keerruimte tegemoet te komen en de cityvorming
goed op te vangen.
Wat tien jaar geleden al door de Bond Heemschut
werd aanbevolen: beperking van het verkeer in de
binnenstad en verbetering van het openbaar vervoer,
gaat weliswaar schoorvoetend ingang vinden, en zal
straks onafwendbaar tot uitvoering moeten worden
gebracht, maar schijnt nog steeds niet de bekrachti
ging te vinden die nodig is om tot uitvoering te ko
men. Laat men voordien geen domme dingen doen,
óók geen tijdelijke domme dingen, die noodlottige
gevolgen hebben.
Nog minder schoon
Met een schutting voor het Paleis op de Dam, een
schutting en steigers voor de in restauratie zijnde
Nieuwe Kerk, met een schutting voor het verbrande
pand van C A op het Damrak ontvangt de hoofd
stad straks haar stroom van toeristen uit binnen- en
buitenland niet op de meest joyeuze manier. Het
zij zo. Maar in Amsterdam zijn nu ook weer niet de
jongens die van plan zijn om het daarbij te laten!
U kent het water tussen de Nieuwe brug en de Beurs?
Dat nog open gebleven deel van het oude Damrak,
waar levendigheid aan gegeven wordt door af- en aan
varen van rondvaartboten en andere vaartuigen?
Juist daar boven het water zal het tijdelijke onderdak
voor het verbrande modemagazijn worden gebouwd.
Nee, niet het ftorf-tijdelijke, dat komt op het Beurs
plein, maar daarna volgt het Zang-tijdelijke! Een ver
gunning te geven om op de Dam de modekeet te bou-
30
4
Een door Jo 'Spier getekende bladzijde uit de brochure der
stadsreiniging 1938.