I
L!
[•liïif"
lifei
II
Nakaarten
Contributie 1963
Bij het ter perse gaan van dit nummer werd bekend
dat alle pleidooien van architecten en heemschut
ters voor handhaving van Berlage's gevel vruchte
loos zijn geweest. Hoewel het vuur de natuursteen
merkwaardigerwijs nauwelijks had aangetast en er
dus uit veiligheidsoverwegingen geen aanleiding was
tot sloping, hebben B. en W. laten weten het een
onredelijke eis te achten wanneer het nieuw te bou
wen winkelpand aangepast zou moeten worden aan
de nog bestaande gevel. Op het eerste gezicht lijkt
dit standpunt van B. en W. niet onredelijk. Is het
echter wel zo? Om met Pascal te spreken: le coeur
a ses saisons que la raison ne connait point. Meestal
vertalen argument en tegen-argument overwegingen
des harten in termen van de rede. Zijn deze evenwel
in het geding gebracht, dan is men als redelijk mens
verplicht het één tegen het ander af te wegen en,
desnoods a contre coeur, het zwaarste te laten gel
den. Dat is niet gebeurd. Daarvoor zou, alvorens een
besluit te nemen, de architect nagegaan moeten heb
ben of het door C. A. op te stellen minimum
program van eisen om de bouw rendabel te maken,
gerealiseerd zou kunnen worden achter de Berlage-
gevel. Ware dit na grondig onderzoek onmogelijk
gebleken, en zou de overheid dan tóch, zonder enige
compensatie te bieden, de eis stellen de gevel te
handhaven, d&n pas zou over een onredelijke eis
gesproken kunnen worden.
Het is immers geen zaak van redelijkheid, maar van
20ste-eeuws architectonisch principe dat de vorm
voortvloeit uit de functie, zodat een winkelpand
anno 1963 een geheel ander gezicht moet hebben
dan een winkelpand anno 1903. Het is, helaas, een
zaak van simpele visuele ervaring dat het naoorlogse
gezicht der grootwinkelbedrijven niet meer de archi
tectonische kwaliteit en de kunstzinnige detaillering
vertoont, die Berlage in 1893 en 1903 daaraan wèl
wist te geven. „Het nieuwe gebouw zal een sieraad
voor de stad zijn", zo is er optimistisch verklaard.
Deze uitspraak hoort evenmin tot het gebied der
rede, maar op het terrein der propaganda. Inder
daad, het hart heeft zijn redenen die de rede niet
kent. Maar eveneens geldt: „waar uw schat is, daar
is ook uw hart" (Matt. 6 20)hetzij bij de schoon
heid, hetzij bij de economie, desnoods ten koste van
de schoonheid. En in dat geval neemt de drogreden
de plaats van de rede in. G. B.
Mogen wij de leden die hun con
tributie over het lopende jaar nog
niet hebben voldaan, verzoeken
dit vóór I mei te willen doen. Na
die datum zullen de kwitanties
uitgaan, verhoogd met 50 ct in
cassokosten.
35
Het Gebouw van de
„Algemeene"voor
de grote uitbreiding
van 1903 (foto:
Gem. Archiefdienst)