18
De wateroverlast langs de Dinkel zal na de ruilverkavelingen verdwenen zijn: de schoonheid van het landschap ook!
„Maar toch, in het bijzonder de laatste jaren, geken
merkt door aanzienlijke regenval, komen telkens weer
klachten over wateroverlast in de omgeving van Mep-
pel en andere laaggelegen streken. Ook uit Overijssel
en Gelderland, waar men elders bijv. in de droge
zomer van 1959, de schadelijke gevolgen van water
tekort ondervindt.
Dan klinkt de roep om voorziening in de nood, wordt
een beroep gedaan op de overheid gedaan om steun
maatregelen. Ook dit is een euvel dat niet bestendigd
behoeft en mag blijven. In dergelijke probleemge
bieden pleegt de Maatschappij in eerste instantie een
voorlichtende en adviserende taak, een van haar doel
stellingen, te verrichten. Het komt er daarbij op aan
alle belanghebbenden; overheid, waterschapsbesturen,
organisaties en ook particulieren, te doordringen van
de wenselijkheid de zaken doeltreffend aan te pakken,
tegenstrijdige belangen, die zich vaak zo nadrukkelijk
doen gelden, met elkaar in overeenstemming te bren
gen en tot samenwerking op te wekken. Een taak, die
veel geduld, inzicht en tact vei eist. Men moet dik
wijls een diepgeworteld conservatisme en tegenzin
om met oude verhoudingen te breken overwinnen.
Is dat eenmaal bereikt, dan worden plannen ontwor
pen, wat niet altijd wil zeggen dat de Maatschappij
deze ook zelf uitvoert."
„De ruilverkavelingen in Twente eisen een hoge tol van het
natuur- en landschapsschoon. Het op aanvaardbare wijze
uitvoeren van ruilverkavelingen in een harmonisch oud cul
tuurlandschap als dat van Twente blijkt steeds weer een
onmogelijke opgave te zijn. Zelfs met de beste ambtelijke voor
bereiding kan men niet voorkomen dat het karakter van het
coulissenlanaschap in zijn kern wordt aangetast. In gebieden
als Twente zou ruilverkaveling eigenlijk slechts op beperkte
schaal kunnen plaatsvinden en voor zover het gebeurt zou het
noodzakelijk te verwachten verlies aan landschapsschoon
moeten worden gecompenseerd door een genereus opgezet land
schapsplan. Helaas zijn wat dit laatste betreft de financiële
mogelijkheden uiterst beperkt. Dat wreekt zich thans inTwenle.
Bepaald onaanvaardbaar vinden wij het, dat ondanks de ge
wijzigde inzichten in de verhouding tussen landbouw en na
tuurbescherming en ondanks de duidelijke regeringsuitspraak
dat ontginning van woeste gronden tot het uiterste zal worden
beperkt, in ig6i-ig62 in het gebied van de ruilverkaveling
beneden-Dinkel toch nog grote complexen woeste grond zijn
ontgonnen. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken
dat hier met veel overheidsgeld naar verluidt kostte deze
ontginning circa f gooo,per hectaresubmarginale land
bouwgrond wordt geschapen, waarop dan weer tegen een te
hoge kostprijs gesubdidieerde melk wordt geproduceerd. Aan
deze onzinnige sitiatie moet nu toch werkelijk eens een einde
komen!" „Matuurbescherming ig6i-ig62"blz34