Hoge gebouwen
Allerwege verrijzen tegenwoordig hoge gebouwen:
in stad en dorp, in park en landschap. Het is een
vorm van hedendaagse architectuur die blijkbaar sterk
aanspreekt. Dat het hoog-bouwen gevaren met zich
mede brengt, zowel in en nabij stads- en dorpskernen
als in een groene omgeving, realiseert men zich blijk
baar niet. Enkele van deze gevaren zullen hier in
kort bestek worden belicht.
Bij steden of dorpen met een fr aai, historisch gegroeid
silhouet is het meestal zo gesteld dat de hogere ge
bouwen en torens uitdrukking geven aan of uitbeel
ding zijn van een hoge geestelijke of wereldlijke be
stemming: kerken en kloosters, stadhuizen en stads
poorten.
Het waren of zijn nog, letterlijk en figuurlijk, de
hoogtepunten van een samenleving die zich op deze
wijze in het silhouet manifesteren. Al wordt tegen
woordig het kerkelijke en het openbare leven in het
algemeen niet meer zo intens beleefd als eertijds toen
deze gebouwen ontstonden, toch blijft veelal de
hoofdkerk het middelpunt bij bijzondere gebeurte
nissen en biedt dan op waardige wijze ruimte aan velen.
De torens zijn tekens van dorp of stad. Door hun
bijzondere vorm en plaatsing, en hun onderling ver
schil kan men er al van verre een plaats aan herken
nen. Torens verjongen zich naar boven toe tot een
rank kantwerk van verfijnde details dat zich tegen
de lucht aftekent.
Hoe tegengesteld hieraan, hoe indruisend tegen deze
voorname eigenschappen gedragen zich de hoge ge
bouwen thans, hoe verstoren zij zonder uitzondering
het fraaie en gevoelige stadsbeeld!
In de eerste plaats hebben die hoge gebouwen zelden
een bestemming van zo „edele" aard dat zij op grond
daarvan een dominerende plaats in het stads- of
dorpsbeeld zouden mogen innemen. Hun bouwers
zouden de bescheidenheid moeten hebben slechts zo
hoog te willen gaan dat gebouwen van belangrijker
aard altijd nog met „hoofd en schouders" boven het
omringende kunnen uitsteken en blijven domineren.
Een volgend punt is het volume. De hedendaagse hoge
gebouwen overtreffen in breedte en diepte bijna altijd
de overeenkomstige maten der oude torens. Inplaats
van de verjonging der stedelijke- of kerktorens gaan
zij in één volume omhoog, waardoor de invloed op
het stadssilhouet nog veel ongunstiger is dan de
hoogte op zichzelf zou doen vermoeden. De be
ëindiging van de bovenzijde is veelal niet opgelost
en laat dan een weinig gave afwerking zien: rook- en
ventilatiekanalen, liftkokers en wat dies meer zij scha
den de contour. Deze elementen zijn immers vast
geklonken aan de plattegrond en laten geen vrijheid
tot een speelse bekroning.
Hoe deerlijk delft het spitse kantwerk der torens het
onderspit tegen deze massaalheid!
Een derde bezwaar vloeit voort uit de omstandigheid
dat de hoge gebouwen gewoonlijk op relatief te kleine
bouwterreinen worden opgericht. Het vloeroppervlak
ondergaat immers een aanzienlijke vergroting door
het hogere bouwen, hetgeen een toename van de be
zetting meebrengt en dus ook van ruimtebehoefte
voor berging der transportmiddelen van de gaande
en komende man. Hierdoor wordt de overheid ge
noodzaakt, zo niet direct, dan toch in de nabije,toe
komst, kostbare parkeerterreinen aan te leggen om te
voorkomen dat de toeleidende wegen worden ver
sperd.
In Duitsland heeft men de wettelijke maatregelen
getroffen, welke zeer terecht eisen dat de belangheb
benden zelf voor de berging van vervoersmiddelen
moeten zorgen, enwel binnen de grenzen van het
bouwterrein. Zo dat niet mogelijk of gewenst is, dient
de belanghebbende de kosten van deze berging in
de omgeving te dragen.
Met het toenemen van het aantal auto's naar
schatting in 20 jaar het 4-voudige van thans raken"
de wegen verstopt, de parkeerterreinen vol en de be
reikbaarheid van het gebouw wordt het zorgenkind.
In New York zijn nu reeds daardoor vele ondernemers
gedwongen hun bedrijven te verplaatsen.
Over parkeerruimte dient nog het volgende te worden
opgemerkt. Een plein in een dorp of stad heeft - be
halve de ruimte die voor verschillende tijdelijke func
ties beschikbaar is - op zichzelf nog een andere bete
kenis. Het plein is ideaal als het nog „forum" kan zijn.
Onze parkeerpleinen en bergruimten voor auto's zijn
van dit ideaal ver verwijderd. Vol zijn zij ongeniet
baar en leeg zijn zij zinloos.
Wanneer de hoge gebouwen in een groene omgeving
worden geplaatst, bij stadsparken, singels e.d., dan
rijzen weer geheel andere moeilijkheden. Meestal
is de gang van zaken zo dat enkele bestaande gebou
wen met enig terrein aan de randen van een fraaie
omgeving worden aangekocht. Deze gebouwen wor
den gesloopt en de nieuwe constructie gaat omhoog,
ver uitzicht gevend over de boomtoppen. Deze mo
gelijkheid tot uitkijken over een groene omgeving doet
natuurlijk de huurwaarde of koopsom van de flats
stijgen. Voor de mensen die in het gebouw wonen
of werken is het uitzicht natuurlijk veel waard. Minder
prettig is het voor degenen die in de natuur, door het
park of langs de singels gaande, gedwongen zijn van