89 ringweg weet aan te geven waarbij hij deze unieke groenstrook, die voor recreatie van zo'n grote waarde is, weet te behouden. Wat de west-tangent betreft zegt ir. Kuiper dat vooral door de aanwezigheid van het spoorweg emplacement aan de westzijde de geleiding van het verkeer langs de Catharijnesingel niet te vermijden is, waarbij hij de noodzakelijkheid van demping van dit water in het midden laat, dit zal nog nader moeten worden bezien. In zijn conclusies in dit eerste rapport zegt ir. Kuiper vooits nog dat tot behoud van de karakterestieke schaal van Oud-Utrecht het nodig is: 1. Geen verkeersaantrekkende traversen door de oude stad; 2. Een deconcentratie van de bebouwing, bijvoor beeld door een lage bebouwingsindex en een beper king van de toegestane bouwhoogte; 3. Het verwijzen van kantoren naar een modern kantorencentrum buiten de singels. Een oude stad, zoals Utrecht bezit, is zo centraal gelegen, dat zij ook zonder rigoureuze doorbraken volkomen levend kan blijven en zich verder ont wikkelen. Daarom is het alternatief: „museum wor den" of „opengebroken worden door het moderne leven" althans voor de zuidelijke helft van oud- Utrecht onjuist gesteld. Bij de openbare behandeling van de gemeenteraads zittingen van 30 en 31 augustus 1962 dus de laatste zittingen van de Raad in de oude samenstelling werd besloten de stedebouwkundige visie van ir. Kuiper, neergelegd in dit eerste door hem uitgebrachte rap port, te aanvaarden. Het behoeft geen nader betoog hoezeer door de aanvaarding van bovengenoemde principes als grondslag voor de verdere ontwikkeling van Utrecht de Heemschutgedachte reeds wordt ge steund. En nu de zozeer omstreden ringweg. Burgemeester en wethouders namen in hun voordracht waarin zij de beslissing van de gemeenteraad vroegen het tracé aan de zuid- en zuidwest zijde over, niettegen staande er vroeger steeds was betoogd dat een andere oplossing dan demping ook hier niet mogelijk is. Waarschijnlijk heeft hierbij wel een zeer grote rol gespeeld het feit dat de Staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen bij de behandeling van het plan Feuchtinger duidelijk heeft laten weten dat hiervoor op een rijksgoedkeuring in verband met de op de voorl. monumentenlijst staande drie bolwerken niet kon worden gerekend. Wat het noordoostelijk deel van de ringweg, dus van de Maliebaan tot aan de kleine Singel bij de gevangenis, betreft konden B. en W. zich niet met de doorbraak ten oosten van de nieuw ge projecteerde kan toren wijk verenigen. Zij prefereren daarvoor de demping van de Wittevrouwensingel, waarbij de schouwburg van arch. Dudok dan op een eiland tussen twee delen van de verkeersweg moet komen te liggen. De beslissing over-deze controverse is nog niet genomen. Het voor en tegen van deze beide trajecten zal nog nader worden bezien. Over een jaar zal hierop moeten worden teruggekomen. Hetzelfde geldt voor het al of niet dempen van de Catharijne singel. Op zware aandrang van de gemeenteraad zal de beslissing over dit probleem ook nog nader worden bezien. Alleen over het noordelijk deel van de oude vestinggracht is het lot beslist. Niettegenstaande vele vooral door particulieren gesuggereerde varianten, bleek toch het redden van dit gedeelte niet mogelijk. Hoezeer dit laatste ook moet worden betreurd, kan toch niet worden ontkend dat reeds een aanmerkelijke winst is geboekt. Niet vergeten mag worden dat met de realisering van deze plannen tenminste een periode van vijftien jaar of langer gemoeid zal zijn. Hoemeer de Heemschutgedachte veld wint en algemeen goed wordt, hoe gunstiger ook deze plannen er voor komen te staan. J. B. (boven). Dr Weerdsingeldie verloren gaat. (beneden). De Maliesingel waarvan het behoud moeizaam bevochten werd. CkthWo5

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1962 | | pagina 19