Hoe staan de zaken in Utrecht? 88 De ringweg volgens het plan van ir. Kuiper, waarbij het gestippelde tracé van de doorbraak door ir. Kuiper wordt aanbevolen en de getrokken weg door B. W. van Utrecht wordt voorgestaan. Een beslissing daarover is nog niet genomen, evenmin als over het dempen van de Catharijnesingel. Toen in 1958 het verkeersplan voor de gemeente Utrecht in de openbaarheid kwam ging er een schok door allen wie het behoud van stadschoon in den lande ter harte ging. Dr. ing. Feuchtinger uit Ulm aan wie de gemeenteraad in 1956 een opdracht had verstrekt om te rapporteren over het toekomstige verkeer binnen Utrecht kwam nl. met een overwel digend cijfermateriaal, met verkeersschema's, grafieken en statistieken tot de conclusie dat een ringweg direct om de oude binnenstad noodzakelijk was en dat een aantal grote doorbraken in de oude binnenstad daarbij niet gemist konden worden. Op instigatie van B. en W. was voor deze ringweg de oplossing gekozen om de middeleeuwse vestinggracht langs de bolwerken en de in de vorige eeuw aangelegde groenstrook van singels, volledig dicht te gooien en te transformeren in een vierbaans verkeers- en snelweg. In alle toon aarden hadden B. en W. verkondigd dat dit de enige oplossing zou zijn. En in alle stadsdelen werd door het College door lezingen en het tonen van tekeningen en maquettes hiervoor propaganda gemaakt. De gemeenteraad heeft hierin B. en W. niet gevolgd. In de gemeenteraadszitting van 18 december 1959 sprak zij uit, dat een verkeersplan een onderdeel be hoorde te zijn van een stedebouwkundig plan. De meerderheid van de raadsleden stelden dat zij de ver antwoordelijkheid voor deze beslissing niet konden nemen zonder te weten of deze oplossing zou passen in een totaal stedebouwkundig plan voor de gehele binnenstad en drongen aan op het laten maken van zulk een project. Zo was in 1959 het plan Feuchtinger voorlopig in de ijskast terecht gekomen, zeer tot te leurstelling van al degenen bij wie het verlies van dit unieke stuk stadschoon niet zo zwaar woog als de di recte verkeersverbetering waarvan het j blijvend nut ook nog bij vele anderen sterk werd betwijfeld. Zo werd dan door de gemeenteraad op 22 april 1960 aan de stedebouwkundige ir. J. A. Kuiper te Rotter dam opgedragen een stedebouwkundig basisplan te ontwerpen voor het stadsgedeelte binnen de singels en een ringweg dicht om de binnenstad' heen. In februari/maart 1962 brengt ir. Kuiper het eerste deel van zijn rapport uit. Na uitvoerige studie komt hij tot de conclusie dat het noordelijk deel van de binnenstad moet bestemd worden voor de city en het zuidelijk deel na revalidatie voor woonwijk van beter gesitueerden, waarbij hij er met de meeste klem op wijst dat de architectonische schaal en het stedebouw kundig plan een onverbrekelijk geheel1 vormen. Hij toont aan dat binnen deze city onvoldoende ruimte is voor de toenemende vraag voor grotere kantoorge bouwen en wijst daarvoor aan een gedeelte aan de oostzijde buiten de stadsingelgracht, een buurt die toch binnen afzienbare tijd aan sanering toe zal zijn. De ringweg trekt hij dan ten oosten om deze kanto- renwijk heen, terwijl hij in het zuidoosten en voor het zuidelijk deel met de fraaie middeleeuwse bol werken Sterrenburg, Manenburg en Zonnenburg een

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1962 | | pagina 18