Leiden bekeken
82
Zoals men zich zal herinneren, had de toenmaals nog
betrekkelijk jonge stedebouwkundige dienst van Lei
den in 1959 een zeer ingrijpend wegenschema ont
worpen, een wegenschema, waarvan het principe
neerkwam op drie concentrische cirkels. De stad moest
tot in de binnenste kern voor het verkeer bereikbaar
blijven. Die binnenstad mocht niet dood worden.
Enkele van de meest ingrijpende maatregelen ten aan
zien van de oude binnenstad waren een verbreding
van de parallel met de Breestraat lopende Langebrug
en een doorbraak van Langebrug naar Korenbeurs-
steeg over de te verbreden Korenbeurs naar de Burg-
steeg. Het verdere traject zou, zij het dan slechts voor
voetgangers en fietsers over het Burgterrein gaan. De
minnaars van het oude stedenschoon moesten echter
toegeven, dat afgezien van dergelijke wel wat wilde
ideeën, opmetkelijk veel rekening was gehouden met
de nog zo talrijke monumenten en dat in tegenstelling
tot een door een architectenbureau van buiten de stad
destijds gemaakt plan, waarbij men het Rapenburg
had willen dempen, deze onvergelijkelijke gracht
met zorg gespaard was.
Gelukkig bleek de gemeenteraad voor reden vatbaar
en hoewel het plan in principe werd aanvaard, was
men van oordeel, dat de mensen nog wel een paar
honderd meter konden lopen en dat de binnenste ring
diende te worden herzien. (Leiden binnen de singels
Dat demping van het Rapenburg in alle ernst overwogen is, klinkt onge
looflijk. De demping van het Levendaal hield evenwel verband mei dit
onzalige plan.
meet 1500 x 1130 meter, de Breestraat 725 meter, de
afstand van Breestraat tot Haarlemmerstraat 150 tot
300 meter).
De stedebouwkundige dienst is weer aan het werk ge
togen met veel begrip niet alleen voor de wensen van
de raad maar blijkbaar ook voor de ideeën van de
gemeentelijke monumentencommissie en van Oud-
Leiden. We zeiden het overigens reeds, dat het plan
veel begrip voor deze zaken toonde. Kort vóór het
nieuwe plan in de raad zou komen, werden enige
commissies, die met de Leidse oudheden te maken
hebben (monumentencommissie en hofjescommissie)
en ook het bestuur van Oud-Leiden uitgenodigd voor
een uiteenzetting over deze plannen, die thans ook de
sanering van een deel van de stad omvatten, door de
wethouder A. J. Jongeleen en het hoofd van de stede
bouwkundige dienst, ir. J. H. G. Drost. Waarom die
termijn zo kort was, lag waarschijnlijk aan de wens de
zaak nog vóór de zomer rond te hebben en dat is ge
lukt. Eerlijk gezegd ook dit plan viel mee. Onder meer
verviel de doorbraak over het Burgterrein, het gevaar
van een doortrekken van de Langebrug naar het
Rapenbuig was door een misschien wel wat gewaagd
Verbreding van de Langebrug zou een karakteristieke Leidse straal ernstig
verminken. Bij restauratie zouden vele huizen tol studentenwoningen
ingericht kunnen worden.