Hoe staat het met Giethoorn? Terwijl ik dit schrijf, kijk ik af en toe uit over het wijde en toch intieme water van het Giethoornse Bovenwiede, het „Gieterse Wiede" zoals dorpsbe woner en vreemdeling het kent en liefheeft. Aan de overzijde van het meer, waarop ik uitzie vanuit ons zomerhuis, ligt het donkere silhouet van het boomrijke dorp. Biesbossen en rietvelden breken de golfslag, en verdelen het meer in verschillende afzonderlijke delen. Waterlelies en plompen, krabbenscheren en gentianen bloeien alom. Wilde eenden, meerkoeten en futen zwemmen, de eersten in kolonies, de laatsten als trotse individualisten telkens voorbij. Het groten deels zeer ondiepe, heldere water met meestal harde zandbodem maakt het meer tot een doiado voor „kleine" watersport, voor het zeilen met punter en roeiboot, voor het bomen en roeien met deze vaar tuigen, die geheel met het dorp verweven zijn, voor veilig baden ook voor de jeugd. De dorpsbewoners varen tussen de toeristen over het meer, de boeren om het vee te melken en de hooioogst binnen te halen, en van buiten de grenzen, ook deze gids is namelijk tweetalig, Engels/Nederlands, hoewel de Engelse vertaling wel heel erg naar het Nederlands oorspron kelijk riekt. De opzet is die van zo vele reisgidsen en gidsjes, een koit historisch overzicht, wat practische gegevens, een aantal wandelingen. Het geheel wat vlot en oppervlakkig, soms ook apert onjuist; voor de Oude Kerk wordt b.v. als bouwdatum gegeven 1558, terwijl er n.b. bij vermeld wordt dat dit Amsterdam's oudste kerk is, die bovendien alle kenmerken bezit van een Gothische kerk, en dan ook gewijd is in 1307vergroot is in 1370, goeddeels is uitgebrand in 1536 en inderdaad tussen 1550 en 1565 weer ver groot. Resumerend: een boekje met veel nuttige gegevens voor de oppervlakkige toerist, met aardige foto's, dat ongetwijfeld nu het reisseizoen weer is aangebroken zijn weg wel vinden zal. Uitgave van Hollandia N.V. te Baarn, prijs f 2,90. L. L. H. R. om het land te bemesten en het vee te vervoeren, de- schaarse zoetwatervissers, die er nog zijn, om hun bedrijf uit te oefenen. Een zeer schilderachtig en leven dig stuk water is dit Bovenwiede aan welks rand een vijftiental zomerhuisjes en een paar kampeer- gebouwen, café's en paviljoens, nu zo langzamerhand wat door boomgroei omringd en door de tand des tijds verweerd, niet die schending van het land schap brengen die aanvankelijk gevreesd werd. Wel is het zaak, dat het aantal van deze gebouwtjes zich niet verder uitbreidt omdat zij dan te zeer zouden domineren en dat ze hun sobere, meestal weinig opzichtige uiterlijk van nu behouden. Het dorp Giethoorn, in binnen- en buitenland bekend, is inderdaad met zijn door bruggen en vonders telkens onderbroken dorpspad en zijn watergracht als hoofd verkeersweg, waarlangs boer en visser, rietsnijder en bakker, winkelier en begrafenisstoet zich bewegen, uniek in heel de wereld. Niet alles gaat hier te water, zoals ten onrechte wel vaak verhaald wordt. School kind en postbode, bruiloftsgast en kerkganger bijvoor beeld bewegen zich langs het dorpspad en niet langs de dorpsvaart. De laatste tijd maken verbrede von ders in het door asfaltering vernieuwde dorpspad het mogelijk voor fietsers (en helaas ook voor brom fietsers) om het dorp te doorkruisen, zoals dat voor heen alleen wandelend of zeer, zeer vaak afstappend mogelijk was. Autoverkeer is in het dorp nog steeds onmogelijk en dat zal, zolang het dorp zijn karakter behoudt en de huizen op eilandjes liggen, door vonders in het dorpspad en met hoge bruggen van «de weg naar de erven verbonden, ook altijd onmogelijk blijven. De buitenboordmotor op het water al sinds enkele tientallen jaren, de bromfietsmotor nu helaas ook op het dorpspad, hebben aan de verrukkelijke stilte, die hier eeuwenlang heerste, helaas wel veel afbreuk gedaan. Ook is de typische en zeer fraaie dorpsarchitectuur, wat het meest karakteristieke er van betreft, helaas, op een paar restanten na, ver dwenen. Deze enkele overgebleven oude boerderijen zouden dringend gerestaureerd en gespaard moeten worden. Op een paar van de bruggen trof ik helaas zeer hinderlijke reclame aan als een vloek in het dorpsbeeld. Deze dient door een daartoe strekkende politieverordening ten strengste en ten snelste te worden, verboden. Wanneer ik de vraag van de titel „Hoe staat het met Giethoorn?" nog eens herhaal dan kan ik antwoor den: landschappelijk bekeken, wat de staat van natuur en dorpsbeeld betreft, betrekkelijk goed. Ondanks de bovengenoemde euvelen, waaraan voor een deel nog wel wat te doen is, als de overheid krachtig meewerkt, is het dorp met zijn voor een belangrijk deel nog on ontgonnen moerasland rondom, nog steeds een zeer karakteristiek stukje Nederland, dat zich, oók eco nomisch, met zijn veeteelt en vreemdelingenverkeer behoorlijk weet te handhaven. A. L. Broer 56 slot boekbespreking

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1962 | | pagina 22