Toespraak door ir. J. C. A. Tillema Dames en Heren, Men kan zich afvragen en wellicht heeft menig een onder U dit al gedaan waarom juist in Rotterdam deze tentoonstelling „Levend Erfdeel" wordt gehouden. Wij, Rotterdammers, staan nu eenmaal in de allereerste plaats in den lande te boek als de lieden van het ogenblik en van de toekomst, en zeker niet als de lieden van het ver leden. Men beschouwt ons in het algemeen niet als terugblikkers, eerder als vooruitkijkers, in wie zelfs deze laatste habitus een soms voor velen moei lijk te accepteren hardnekkigheid zou hebben ge kregen. Geen willekeurig aan te wijzen Neder lander verbindt deze stad bewust met de historie, voorzover die verder terug gaat dan de 19de eeuw. Rotterdam is na de oorlog het symbool geworden van de daadkracht, het herstellingsvermogen en het architectonische modernisme, en een etiquet, eenmaal opgeplakt, pleegt nu eenmaal standvastig te blijven kleven. De menselijke zucht om ver schijnselen in bepaalde vereenvoudigde categoriën onder te brengen, heeft van Rotterdam de be tonnen moloch gemaakt, heftig knagend aan de groene entourage en daarvan slechts de kale op gespoten vlakten overlatend, bestemd om havens, fabrieken en nieuwe stadswijken te ontvangen. Waarom dus deze tentoonstelling naar zulk een stad te brengen tenzij dan als voorbeeld om de bewoners van deze overgedimensioneerde werk- en woonplaats ook eens het oog op iets wat men pleegt te beschouwen als van nobeler gehalte en op hoger niveau te doen richten? Dames en Heren, in de korte ogenblikken, welke mij uiteraard toegemeten zijn, zal ik o.m. trachten de intenties van de promotors van „Levend Erf deel" inzake de plaats der tentoonstelling te recht vaardigen. In de eerste plaats moet dan worden opgemerkt dat Rotterdam hoe ook naar het uiterlijk en naar de impulsen die hier hun oorsprong vinden, een milieu „van deze tijd" in wezen een stad is met een historisch belangrijk verleden, niet minder belangrijk dan dat van zovele andere ste den, welker oude schoonheid hier in afbeelding is tentoongesteld. Toen eenmaal het grote havencom plex van Leuvehaven, Scheepmakershaven, Haring vliet, Nieuwe en Oude Haven, was voltooid en de Boompjes en de oude poorten het rivierfront op zo prachtige wijze afsloten, toen de bouw van 1 6 Hel verdwenen Rotterdam: Delftschestraat (foto P. J. Visser)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1961 | | pagina 22