nen is daar zeker ruimte genoeg voor de opvangge-
legenheid voor de binnenstad wat het motief van
de Spuihaven-demping vormde. De wijziging van
het plan om inplaats van de Museumstraat (net in
de binnenstad) de Kromhout (even buiten cje bin
nenstad) tot primaire weg te bestemmen, wijst al in
dezelfde richting, namelijk van verruiming der ver-
keersmogelijkheden om inplaats van in het stads
centrum. Er is dus thans meer dan ooit reden het
nut van de Spuihavendemping te betwijfelen en om
het plan terzake te herzien, en daarmee samenhan
gend de grootste doorbraak van de Spuihaven naar
het Nieuwkerksplein, evenals de dwarsdoorbraken
door de Kolfstraat en het Stek. Een klemmend argu
ment dat deze rigoreuze ingrepen voor het verkeer
noodzakelijk zijn, ontbreekt. De wil deze tot stand
te brengen schuilt dan ook in de eerste plaats in het
bestemmingsplan. De strekking van het sanerings
plan is van de Dordtse binnenstad de „city" van het
gehele Drechtstedengebied te maken, dus regionaal
winkel en kantoorcentrum, wat, gezien de ligging
van Dordrecht, alleen te realiseren zou zijn door zeer
kostbare oeververbindingen met Zwijndrecht en
Papendrecht waarover nog niets vaststaat. Zelfs
wanneer deze bruggen en/of tunnels binnen afzien
bare tijd tot stand zouden komen, dan is het nog de
vraag of de „zuigkracht" van de alleen over of onder
het water bereikbare Dordtse binnenstad sterker zou
zijn dan de eigen centra die zich in de andere woon-
en werkgebieden langs de Merwede en de Noord
ontwikkelen. De recente opkomst der excentrisch ge
situeerde „shopping centres" wijst precies in tegen
overgestelde richting, zodat het gehele saneringsplan
de indruk maakt van een krampachtige poging om
een eigenlijk reeds door de ontwikkeling achterhaal
de centrumfunctie te bemachtigen. Het gevaarlijke
van dit beleid is o.m. dat de rigoureuze sanerings
methode die wordt toegepast om dit problematische
doel te bereiken, de nieuwe bouwterreinen zo duur
maakt dat alleen een intensieve bedrijfsbebouwing
de kosten kan drukken.
Dit klemt te meer wanneer men ziet dat het be
stemmingsplan maar weinige, verspreide woonblok
ken aangeeft. De toelichting vermeldt dat van de ca
12.500 binnenstadbewoners de helft verplaatst zal
moeten worden, waarvan er 4740 in nieuwe wonin
gen zullen kunnen terugkeren. Elet is zelfs de vraag
of dit aantal gehaald zal worden omdat het renda-
85
stad. Hierbij valt. nog te bedenkendat
de bebouwing die gespaard wordt deels
weinig fraai is (V. D.) en dat de te
sparen monumenten binnenkort gerestau
reerd moeten worden, anders verdwijnen
zij voor het plan voltooid zou kunnen
zijn.
(Kaarten ontleend aan hel Dordrechtsch
Nieuiusblad).
"tv*