Heemschut berichten
8.7
Molens in Limburg
In 1946 werd de windmolen van Schimmert door de
laatste molenaar verlaten. Sindsdien zien de lief
hebbers van het prachtige landschap hoe deze stoere
18e eeuwse bovenkruier van jaar tot jaar erger ver
valt. Grote gaten in de romp geven regen en wind de
gelegenheid tot geleidelijke afbraak. Hierop attent
gemaakt door onze Limburgse Commissie Stad en
Dorp richtte het bestuur van de Bond Heemschut
na overleg met de Vereniging De Hollandse Molen,
een verzoek tot het gemeentebestuur om te bevor
deren dat, in afwachting van een definitieve oplossing,
zodanige voorzieningen getroffen zouden worden
dat herstel mogelijk en betaalbaar zou blijven. Het
gemeentebestuur antwoordde dat de molen onlangs
was aangekocht door de bekende kunstenaar Charles
Eyck, die inmiddels al overlegt met monumenten
zorg over de restauratie.
Ook in Beek bepleitte het bestuur van de Bond Heem
schut molenherstel. Hier gaat het om een gesloten
standaardmolen, een in het gehele land zeldzaam
geworden type. Deze St. Hubertusmolen heeft evenals
de Schimmertse molen een belangrijke landschappe
lijke waarde. B. en W. deelden mede bereid te zijn
indien nodig te zijner tijd aan de raad een subsidie-
voorstel te doen.
De derde Limburgse molen waarmee het bestuur
zich, bezig hield staat in Vrouwenheide, gemeente
Voerendaal. De in de oorlog zwaar beschadigde
ronde stenen korenmolen die bijzonder mooi op een
hoog punt is gelegen, werd met behulp van het Rijk,
de Provincie en de Gemeente hersteld, helaas niet
meer in zijn oorspronkelijke functie maar als behui
zing van een café-restaurant. De moeilijkheid schuilt
in de toegang, een fraaie holle weg, d e echter zo smal
is dat twee auto's elkaar daar niet kunnen passeren.
Het voornemen bestond van de molenberg zand af
te graven om de holle weg te dichten, waardoor het
met zoveel overheidsbijdragen tot stand gekomen ge
heel ernstig schade zou leiden. Het bestuur van de
Bond Heemschut heeft het gemeentebestuur ver
zocht een andere oplossing te zoeken, hetzij door de
holle weg enigszins te verbreden, hetzij door er enkele
wijkplaatsen in aan te brengen.
Landgoed Boekesteyn, 's-Graveland
Gewaarschuwd door ingezetenen heeft het bestuur
van de Bond Heemschut een verzoek gericht tot het
College van Gedeputeerde Staten van' Noordholland
om geen goedkeuring te willen verlenen aan de krach
tens artikel 20 van de wederopbouwwet door B. en W.
gegeven vergunning voor het verbouwen en uitbreiden
van het huis „Boekesteyn" te 's-Graveland.
Dé N.V. Philips-Duphar was voornemens aan het
landhuis ver buiten de achtergevel-rooilijn uitsprin
gende vleugels te bouwen, door welke massale aan
bouw niet alleen het fraaie huis zelf maar ook de
omgeving zijn karakteristieke schoonheid en rust zou
verliezen. Tot onze grote voldoening hebben G. S.,
overwegende o.m. dat de grond waarop „Boekesteyn"
is gelegen in het geldende uitbreidingsplan bestemd
is voor buitenplaatsen met daarbij behorende ge
bouwen, tuinen, bossen en graslanden, te beschouwen
als cultuurmonumenten, voorts overwegende dat in
de bebouwingsvoorschriften is bepaald dat op deze
gronden op te richten gebouwen in het landschap
niet mogen storen, terwijl het geheel het karakter
van een buitenplaats moet houden, besloten aan het
genoemde besluit van B. en W. de goedkeuring le ont
houden.
Zeist, Slot en Omgeving
In antwoord op een brief van het bestuur van de
Bond Heemschut deelde G.S. van Utrecht mede dat
het ontwerp uitbreidingsplan „Slot en omgeving" in
de vorm waarvan dit ter visie heeft gelegen, geen door
gang zal vinden.
Het silhouet van Maastricht
Het is geen toeval dat zovele kunstenaars het sil
houet van onze oude steden hebben geschilderd met
de wijdheid van het water op de voorgrond. De ijle
aftekening van oprijzende torens en spitse daken
tegen de hoge wolkenlucht is een van de mooiste in
drukken die men van Nederland kan opdoen. De be
woners van de lage landen zijn niet voor niets grote
torenbouwers geweest. Dat deze prachtige silhouetten
in de laatste eeuw op vele plaatsen geschonden zijn
is bekend. Sloping van kerken, torens, walmolens en
stadspoorten werd gevolgd door de bouw van gas
houders, watertorens en fabrieksschoorstenen. Dit
laatste was op zichzelf noodzakelijk, maar de situ
ering is veelal uitermate grof en over architectonische
kwaliteiten behoeven we niet te praten. Nog maar
op enkele plaatsen in Nederland kan men een stads-
silhouet vinden dat een min of meer gaaf beeld van
de vroegere rijkdom geeft. Een daarvan is de binnen
stad van Maastricht over de Maas gezien. De onge
lukkige situering van de Wilhelminabrug waarvoor
een storend gat geslagen werd in de gevelwand aan
de Maas en een nog storender gat in de gevelwand
van de Markt, had hieraan vóór de oorlog al schade
toegebracht, maar het silhouet van Maastricht was
daar nog altijd een bezienswaardigheid. Het zal
weldra voorbij zijn. Een op 17 aug. verzonden adres
aan het Gemeentebestuur luidt aldus „Het bestuur
van de Bond Heemschut heeft met grote teleurstelling
kennis genomen van het bouwproject aan de noord
zijde van de Stadhuisstraat in Maastricht, zoals het
thans werd ontworpen door architect J. H. A. Huys-
mans. Het bestuur acht een bebouwing met blokken