Citaten zonder commentaar
54
Zwolle bouwt aan haar destructie
„Op een dag werd de schouwburg Odeon van Zwolle
ingekapseld door houten schuttingen. De burger kón
vermoeden dat na de restauratie en verbetering van
het interieur nu de buitenzijde een beurt zou krijgen.
Het werk gebeurde onder architectuur en leiding van
de Gemeentelijke Dienst van Openbare Werken, ge
leid door de civiele ingenieur Van der Wal. Toen de
schutting eenmaal opgericht was, werd het een
kwestie van afwachten. Noch de schouwburgcom
missie, noch de schoonheidscommissie werd op de
hoogte gesteld van de aard en wijze der werkzaam
heden. Ze hebben het geweten
Enkele maanden later werd de schutting afgebroken,
en wat zich toen voor het oog vertoonde valt met één
woord te omschrijven: stupiditeit. De klassicistische
gevel, op zich niet fraai, maar in harmonie met het
pretentieloze, aardige klassicistische kantongerecht er
tegenover, was vervangen door een platte muur van
gele verblendsteen, op een onnozele toegang en een
nog onnozeler raam in een bovenhoek na geheel ge
sloten. Het doet denken aan de nare bioscopen uit de
dertiger jaren in de buitenwijken der grote steden.
Doch hieraan moet worden toegevoegd, dat het zelfs
daarvan een zeer slechte imitatie is; Door gealarmeerde
burgers op de ontstellende kaalheid en fantasieloosheid
gewezen, haastte ir. Van der Wal c.i. zich te verzekeren
dat er boven de ingang nog een vlaggestok zal komen!"
Uit „Bouwwerk"uitgave Moormans' Peridieke Pers. N- V. Ie Jaargang
nr. 2, nov. 1959.
Sic Transit
„Overigens, mijne Heren, ben ik van mening, dat
steden als Alkmaar, Utrecht, Woerden en vele andere
moeten worden verwoest!"
Ongeveer in deze trant sprak eens Cato, consul van
Rome, aan het einde van iedere zitting van de „Ge
meenteraad". Hij trachtte de raadsleden te overtuigen
van de noodzaak een vreemde stad, Garthago, te ver
woesten. Enige weerstand moest hij wel overwinnen,
doch uiteindelijk werd Carthago toch verwoest.
De Cato's van onze dagen, die hebben te beslissen over
het lot van hun eigen steden, hebben het blijkbaar veel
eenvoudiger, hoe vreemd dit ook moge klinken. U kunt
zelf de steden in Nederland aanwijzen, waar de ge
meenteraden worden beïnvloed door volgelingen van
Cato: voorstanders van opruimen en saneren, her
vormers van architectuur en historie, kruisridders van
vervlakking en cultuurloosheid.
Woerden, mijn geboorteplaats, is de eerste stad, die het
slachtoffer zal worden van Gato's negatieve propa
ganda. Dit vriendelijke stadje aan de Oude Rijn,
trok jaarlijks vele vreemdelingen. Zij kwamen speciaal
daarheen om zijn schilderachtige kaasmarkt, zijn
intieme sfeer, zijn sierlijke boogbruggetjes over de oude
rivier en om zijn viswater. Zij zagen er de enkele zeer
fraaie middeleeuwse bouwwerken en maakten kennis
met zijn boeiende en rijkgeschakeerde historie.
Helaas: Woerden, hecht verbonden met haar ver
leden, zal binnenkort zelf tot de historie gaan behoren.
Zij zal onder slopershanden vallen en onherstelbaar
worden verminkt. Als een karakterloze stad, erger nog:
als een architectonisch gedrocht zal zij voor het
nageslacht worden „bewaard".
De vernielzucht van een bezettende macht in oorlogs
tijd wil men nimmer vergeten, nauwelijks vergeven.
In onze dagen worden in volle vredestijd eigen mensen
bereid gevonden het verwoestende werk te verrichten.
Plinius had wel gelijk, toen hij beweerde: „Holland
een erbarmelijk land, dat twee maal per etmaal door
het zeewater wordt overstroomd". Voor Woerden én
haar eventuele navolgers ware het beter tot de oerstaat
terug te keren: misschien kan het zeewater de schande
van deze zelf-verminking wegwissen."
Brief van een lezer
Congres Nederlandse Studentenraad op Woudschotente Zeist
„In de komende tien jaar zal er voor ca. 15000 studen
tenkamers moeten worden gezorgd. De grote com
plexen schieten echter als bijdrage tot gemeenschaps
vorming te kort: sociologisch behoren zij tot de ijle
zone van contact en interesse; de student trekt erin
omdat hij blij is onderdak te zijn, maar hij woont er
tegen heug en meug.
Men wake binnen universiteit en studentenmaat
schappij voor het creëren van organen die slechts tot
collectiviteit en die geen wezenlijke interesse of werke
lijke verbondenheid opwekken, want zij kunnen
slechts door bureaucratische of autoritaire maatregelen
in stand worden gehouden en die zijn voor het
studentenleven de dood in de pot.
Het moet duidelijk worden geacht dat oude huizen, in
redelijke staat gebracht, de allerbeste bijdrage vormen
die de huisvesting van het Nederlandse studentenleven
kan bieden. Waarom mogen deze oude huizen, als ze
constructief goed en deugdelijk worden hersteld, zodat
ze net zo lang meegaan als de nieuwbouw van vandaag,
niet evenveel kosten als nieuwbouw?"
Uit een rede van Prof. Berghoef volgens het verslag van het Algemeen
Handelsblad" van 12 april 1960
Lang geleden en toch zo actueel
„Maar laten wij in ieder geval, hoe ook de toekomst
van de architectuur zijn moge en op welke wijze onze
jonge architecten eens de opgave van hun kunst zullen
uitvoeren, de oude monumenten bewaren in afwach
ting van de nieuwe monumenten. Laten wij, als het
mogelijk is, de natie bezielen tot liefde voor de natio
nale bouwkunst."
Victor Hugo in 1832 7