Reclame en
Drents PraeHistorische
Vereniging
Heèfnschuts leden presenteren zich XII
50
De Drents Praehistorische Vereniging, opgericht in
1913, stelt zich ten doel de verbreding van kennis van
en belangstelling voor de voor- en vroeghistorische be
schavingen. Dit doel tracht zij op verschillende wijzen
te bereiken. Zij verleent financiële steun bij diverse op
gravingen in Drenthe; zij organiseert excursies voor
haar leden naar deze objecten; af en toe nodigt de
vereniging haar leden uit tot het bijwonen van een
z.g.n. contactavond, waar lezingen worden gehouden
over vroegere culturen, veelal verduidelijkt door licht
beelden. Haar activiteiten hebben zich vooral na de
oorlog sterk uitgebreid. Was de vereniging vroeger
vooral op Drenthe geörienteerd, thans onderneemt zij
ook excursies naar andere provincies en zelfs naar het
buitenland. Zo werden in 1955 Sleeswijk-Holstein en
Jutland bezocht, in 1956 het land van Trier en Zuid-
België, in 1957 Normandië en Bretagne, in 1958 de
Lüneburger Heide en in 1959 zelfs gedeelten van
Midden- en Zuid Engeland. Het spreekt wel vanzelf,
dat voor dergelijke tochten steeds ongeveer een week
moet worden uitgetrokken. Voor 1960 zijn de plannen
iets bescheidener: gedurende een reis van vier dagen
zullen verschillende objecten in Gelderland, Brabant
en Limburg bezichtigd worden.
De vereniging onderhoudt nauw contact met het
Biologisch Archaeologisch Instituut der Rijksuniversi
teit te Groningen en het Museum van Oudheden te
Assen: Prof. Dr. H. T. Waterbolk hoogleraar-directeur
van het B.A.I. en de heer D. J. van der Waals treden
zeer actief op als adviseurs der vereniging. Eerst
genoemde heeft ook steeds de wetenschappelijke leiding
der binnen- en buitenlandse excursies, waardoor deze
ten zeerste in waarde winnen en voor de deelnemers
steeds weer een belevenis zijn.
Aan de leden wordt jaarlijks toegezonden de uitgave
„Van Rendierjager tot Ontginner", de zeer verzorgde
archaeologische bijlage van de „Nieuwe Drentsche
Volksalmanak", waarvan de redactie berust bij Prof.
Dr. W. Glasbergen, hoogleraar te Amsterdam.
De vereniging telt thans bijna 500 leden, die over het
gehele land verspreid wonen. Zij telt onder haar leden
ook enkele corporaties en zelfs enige buitenlanders. De
jaarlijkse contributie bedraagt f5,voor leden en
f 2,50 voor gezinsleden.
De leiding der vereniging berust bij een bestuur van
elf leden, waarvan reeds jaren als Voorzitter optreedt
Dr. Mr. W- S. Gelinck te Ruinerwold.
Kenmerkend voor de vereniging is wel de prettige sfeer,
die altijd op haar bijeenkomsten en excursies heerst.
Vooral tijdens de langere excursiés komt deze naar
voren. Alhoewel de een meer oog heeft voor de eigen
lijke archaeologie, een ander meer voor geologie of
vervolg op blz58)
Een lelijk bouwsel langs de weg van Arkel naar Leerdam, nog storender
geworden door de affiches. Foto: A. W. Wulf, den Haag
Het hoeft geen tegenstelling te zijn. Reclame is immers
niet anders dan een aankondiging van de diensten die
een bedrijf het publiek aanbiedt. De opgravingen in
Pompeji en Ostia hebben reclames aan het licht ge
bracht en de fraai gesmede of beschilderde uithang
borden die in vroeger tijden allerwege het straatbeeld
verlevendigden, waren de directe voorlopers van de
huidige neonletters, affiches en advertenties. Onge
twijfeld waren de reclame methoden toen bescheidener
en in het gehele verband van levensstijl en volkskunst
opgenomen, zodat zij ook in hun eenvoudigste vorm
vaak een kunstzinnige gestalte kregen waar men nu
verbaasd naar staat te kijken. Maar ook tegenwoordig
worden er affiches ontworpen die als voorbeelden van
toegepaste grafiek grote kwaliteiten bezitten en de
levendigheid der lichtreclames maakt een onmisbaar
onderdeel uit van de winkelstraten en uitgaanscentra
der steden. En deze worden minder bezocht om hun
architectonische schoonheid dan terwille van het
gezellige drukke gedoe dat ook een bepaalde charme
heeft. De reclame in al haar verschillende vormen is
niet meer weg te denken uit het economische leven.
Het is goed deze zaken reëel te zien voordat men be
zwaren uit tegen bepaalde vormen van reclame. Want
de reclame heeft de neiging zich als een gevaarlijke
woekerplant te gedragen in onze samenleving, alles
overgroeiend en overal doordringend.
Het hoeft niet, maar het gebeurt. Men maakt er wel
eens en vaak terecht bezwaar tegen dat de over
heid zich tegenwoordig met alles en nog wat bemoeit.
Maar van een zo brutaal gewas als de reclame moeten
de „uitwassen" voortdurend gesnoeid worden. Wie
kan dat anders doen dan de overheid Sinds zijn op
richting heeft de Bond Heemschut zich beziggehouden