Naaldwijk en Honselaarsdijk 47 Langer dan de miljoenen auto's die op zijn bevel werden geproduceerd zal men zich de uitspraak van Henry Ford herinneren: „History is bunk". Zeker zijn er ook hier tallozen die het hem heimelijk nazeggen. Wat levert het op te weten wat aan onze belangrijkheid voorafging Misschien zo zou het antwoord kunnen luiden enig besef dat die belangrijkheid niet zo groot is, en dat er waarden bestaan die ons moeten overleven zoals zij vele voorgaande generaties hebben overleefd. Men rijdt door het Westland. Overal glas, sloten, veilinggebouwen; een belangrijk stuk Nederlandse welvaart. Er zijn problemen van export en van strijd om de goede tuingrond tussen de opdringende stenen stad der Hagenaars en de glazen stad der kwekers. Maar dan staat men plotseling op het dorpsplein van Naaldwijk. Deactualiteit valt weg: daar zijn de middeleeuwen toen de heren van Naaldwijk hier heersten in de nog dun bevolkte strekenachter de duinen. Hun kasteel is weg, zoals vrijwel alle kastelen in de buurt, maar hun kerk staat er nog: een strenge sterke toren die vertelt hoe bouwen een zaak van eeuwen is; tussen de onderste en de bovenste helft liggen meer dan honderd jaar en dezelfde historie kan men van het hele gebouw in sobere baksteengothiek aflezen. De kerk is vóór de oorlog met zorg gerestau reerd, dat heeft geld gekost en het was crisistijd; zeker zullen er ernstige mensen zuinig hebben ge keken, maar welk een rijkdom hebben de toen bestede guldens onze en volgende generaties verschaft! Men draait zich een kwartslag om: wij zijn in de vroege 17e eeuw toen Frederik Hendrik onder zijn talrijke bezittingen ook de Westlandse heerlijkheden Naald wijk en Polanen telde. In 1632 werd dit feestelijke raadhuis gebouwd in kleurige en levendige Hollandse renaissance stijl. Ruim vijftig jaar later heeft men het hersteld en ietwat gewijzigd, de jaarsteen 1688 ge tuigt hoezeer het instandhouden van een fraai bouw werk als een daad gold die vermelding verdient. Maar zie, schuin achter het raadhuis, aan de overkant van de straat, ontwaren wij iets van de twintigste eeuw. Een oud huis werd gemoderniseerd; een paar brede horizontale banen cement trachten de herinne ring aan de vroegere gevel weg te drukken. Het ge beurde vermoedelijk een jaar of dertig geleden, het moderne is er af en de smakeloosheid blijft Naaldwijk heeft echter betere zaken te tonen. Men loopt achter de kerk om, daar ligt een hofje als een oud schilderij, intiem en proper. Er moet hersteld en ver beterd worden, de lantaarns en de pomp zouden door minder lelijke vervangen kunnen worden, maar wat een geluk dat het er nog is! Het wapen van Frederik Hendrik want ook dit is een stichting van de bouwlustige stadhouder zit boven de deur van de voormalige kapel, die later synnagoge geworden is en nu als museum dienst doet. Het bevat een kleine collectie van voornamelijk topografische aard die aan de hand van prenten, schilderijen en reproducties een beeld geeft van de historie van Naaldwijk en om geving. Ach, die arme volgelingen van Henry Ford! Het moet toch een gemis zijn wanneer men doof en blind is voor de ervaring achter het heden de weer klank en de weerschijn van een groot verleden te ont waren. Eén gebouw komt vaak voor op de vergeelde prenten en plattegronden: het grandioze paleis Honselaarsdijk dat Frederik Hendrik op een paar kilometer afstand van Naaldwijk bouwde. De lezers van ons blad weten hoezeer de Bond Heemschut zich in samenwerking met andere verenigingen beijverd heeft om het ene stalgebouw, de laatste rest van het eens zo prachtige complex, voor sloping te behoeden. In ons vorige nummer stond de verheugende mededeling dat het restauratieplan gereed ligt. Het geld om het uit te voeren is er echter nog niet. Wanneer men dan ter plaatse gaat kijken in het ver vallen en verminkte gebouw dat met drie vleugels een binnenplaats met groentetuintjes en schuren omsluit, dan kost het moeite om door de huidige haveloosheid héén te kijken. Er is fantasie voor nodig om de aan bouwsels en de ramen die in de oude muren gehakt zijn weg te denken en om zich voor te stellen hoe het weer worden kan: een sober, welgeproportioneerd, statig stuk architectuur, dat dertien goede woningen zal bevatten, een vergaderzaal in het vroegere bad huis, en dan nog enkele gemeentelijke dienstruimten. Ruim zes ton kost de uitvoering van het plan, en dat is veel wanneer men denkt aan de lange lijst van op her stel wachtende gebouwen die de monumentenzorgers met schrik vervult. Maar het is niet zo heel veel meer dan de woningen en dienstgebouwen nieuw zouden kosten. En dat verschil is de prijs die wij betalen voor de overtuiging dat geschiedenis géén kletspraat is, dat achter de actuele bekommerinssen het verleden en de toekomst de aandacht waard zijn. Het kost wat, onge twijfeld, en wel op giro 1153 van de Amsterdamse Bank, bijkantoor Rotterdam ten name van het genootschap „Je Maintiendrai", met vermelding „Honselaarsdijk". Er wordt, wij weten het, veel gebedeld. Het aantal „goede doelen" is onbeperkt en de fiscus maakt het degenen die genoeg gemeenschapsgevoel hebben om voor werkzaamheden in het algemeen belang daad werkelijke belangstelling te tonen, bepaald niet ge makkelijk. Toch wagen wij het in elk Heemschut nummer opnieuw met de collectebus te schudden. Voor hulp aan zwakken en gebrekkigen wordt veel gegeven en dat is een schone Nederlandse traditie. Maar ook voor de culturele activiteiten is veel nodig, Als elke Heemschut-lezer aan één van de zes goede doelen die per jaar in de collectebus-rubriek vermeld worden een tientje zou bijdragen dan kan er heel wat worden verricht. G. B.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1960 | | pagina 17