Jaarverslag van de Commissie de Weg In het Landschap (W.I.L.)
mei 1959 - april 1960
M
genomen tót het houden van een coördinerende ver
gadering met plaatselijke oudheidkundige verenigin
gen in de provincie. Met belangstelling wordt het
resultaat van deze ontmoeting afgewacht, dit initiatief
is waard om door andere provinciale commissies te
worden overgenomen.
Werkprogramma:
Nadat de Commissie Limburg in het vorige verslag
jaar opnieuw tot activiteit is overgegaan, heeft zij
zich beraden over een werkprogramma. De voorzitter
van de Centrale Commissie heeft in een vergadering
van de commissie Limburg een uiteenzetting over dit
onderwerp gegeven.
Richtlijnen:
Door de Commissie Noord-Holland werden de reeds
bestaande richtlijnen voor de Centrale- en Provinciale
Commissies aan een uitvoerige beschouwing onder
worpen. De secretaris heeft een concept opgesteld,
dat na goedkeuring door het Hoofdbestuur aan alle
Provinciale Commissies is toegezonden. Verwacht
kan worden, dat deze richtlijnen het werk van zowel
de Centrale- als de Provinciale Commissies een vastere
vorm zullen geven.
C. J. BARDET
Secretaris van de Centrale Commissie
In haar laatst gehouden vergadering op 15 maart jl.
heeft onze Commissie zich uitvoerig beraden over alle
elementen, die bepalend zijn voor de schoonheid van
de weg in het Nederlandse landschap.
Het is duidelijk dat de toenemende behoefte aan goede
en veilige landverbindingen er toe leidt dat vele
bestaande wegen verbreed en recht getrokken en
talrijke nieuwe wegen aangelegd moeten worden.
De reconstructie van eerstbedoelde wegen heeft in
verschillende gevallen tot gevolg dat de bomen moeten
verdwijnen, zonder dat nieuwe, vervangende be
plantingen kunnen worden aangebracht, omdat
daartoe de ruimte ontbreekt; bovendien wordt aan
het bestaande profiel vaak geweld aangedaan omdat
rijbaanverbreding ten. koste van de bermen gaat.
Weliswaar wordt door het kappen van bomen op
enkele plaatsen een ruimer uitzicht geopend op het
omringende landschap, of wordt het gemis aan weg-
beplantingen opgevangen door de belendende be
groeiing, zodat niet van een verlies behoeft te worden
gesproken, doch op vele andere punten komen on
aanzienlijke lintbebouwing, opslagplaatsen, vuilstor-
tingen, fabriekscomplexen en palen van telefoon-
en laagspanningsleidingen ten volle in het gezicht
en is de weg teruggebracht tot een trieste verkeersbaan
zonder enige schoonheid;
Het zijn vooral een aantal kaalgeslagen in- en uit
valswegen van dorpen en stadjes, die daardoor elke
sfeer en charme missen en het oog doen vallen op een
entree van een rommelige bebouwing, vaak voorzien
van schreeuwende reclames.
Het vraagstuk, dat de steeds groeiende bevolking in
al haar consequenties voor ons land meebrengt,
namelijk de kans op verslonsing, is een dringend en
dreigend probleem. Een benard samenwonen leidt
zo gemakkelijk tot uitwonen en aangezien het wegen
net een belangrijk medium voor toerisme en recreatie
vormt, zal er naast andere maatregelen voor gezorgd
moeten worden dat in allen gevalle de wegen een
goede landschappelijke behandeling krijgen, namelijk
een ruim profiel, waardoor aan rijbanen en ber
men hun juiste breedteverhouding kan worden
gegeven en een royale beplanting mogelijk is, welke
aan deze wegen karakter en sfeer verleent en veel
lelijks aan het oog onttrekt.
Nieuwe wegen behoeven het landschap geenszins
aan te tasten, indien zij met gevoel worden getra
ceerd en met hun beplanting harmonisch in het
landelijk gebied worden opgenomen.
Een nare vorm van onverschilligheid en gemis aan
gevoel voor netheid buitenshuis is het wegwerpen
van vuil en afval waar men dit kwijt wil zijn. Onze
straten, wegbermen en spoorwegtaluds, hagen en
plantsoenen en niet te vergeten grachten en wateren,
vertonen daarvan het slonzige beeld. Het lijkt wel of
de veel geprezen Hollandse zindelijkheid bij de voor
deur ophoudt. Dit valt zelfs buitenlanders op.
Op dit gebied valt nog veel op te voeden. Het is een
dringende eis dat de bestuurlijke overheden grote
zorg besteden aan het aspect van onze wegen en aan
de instandhouding van het landschapsschoon en dat
zij met kracht elke aantasting en vervuiling van ons
beperkt en gevoelig natuurgebied tegengaan.
Onze Commissie heeft zich dan ook gewend tot de
Provinciale Besturen, de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten, de Provinciale Elektriciteitsbedrijven de
P.T.T. en N.S. en gewezen op de elementen die
storend zijn voor het aspect van de weg met verzoek
hieraan het nodige te willen doen.
Met bomen en struiken kan veel ongerechtigheid
worden gemaskeerd en kan aan de weg gezicht en
karakter worden gegeven.
Met de hoop dat hiervoor steeds meer begrip zal ont
staan en met de verzekering dat onze Commissie
hiervoor zal blijven ijveren, moge ik dit verslag
besluiten.
A. G. M. BOOST
Secretaris W.I.L.