„It Fryske Gea"
Heemschuts leden presenteren zich X
Provinciale Vereniging voor Natuurbescherming
15
j,Er schuilt diep in de mens een gevoel van afgunst jegens de
natuurdie wel sterfelijk is, maar zichzelf onophoudelijk ver
nieuwt^.
Uit Hella S. Haasse: „De Verborgen Bron".
Misschien is het wel dit „gevoel van afgunst jegens de
natuur" geweest, waardoor in het begin van deze
eeuw de natuurbeschermingsbeweging werd geboren.
In die tijd immers begon het besef door te dringen,
dat zich in het Nederlandse landschap grote verande
ringen voltrokken en dat de natuur met de haar eigen
kenmerkende flora en fauna werd bedreigd.
Aanvankelijk werden de belangen van de natuurbe
scherming alleen behartigd door de landelijke Vereni
ging tot Behoud van Natuurmonumenten in Neder
land. In de twintiger jaren was de belangstelling voor
de bescherming van de natuur echter zover gegroeid,
dat een decentralisatie van het natuurbeschermings-
werk wenselijk en mogelijk werd.
In Friesland was het de heer M. Wiegersma, die de
stoot gaf tot de oprichting van de provinciale Vereni
ging voor Natuurbescherming. Deze vond plaats op
22 februari 1930 en in februari van dit jaar zal de Ver
eniging, welke nog steeds door de heer Wiegersma als
voorzitter wordt geleid, dus haar 30-jarig bestaan
kunnen herdenken.
Het doel der Vereniging is het bevorderen van het
behoud van Natuurmonumenten in Friesland en het
voornaamste middel om dit doel te bereiken is het in
bezit verwerven, beheren en exploiteren van terreinen,
welke waard zijn deze naam te dragen.
In haar 30-jarig bestaan is de Vereniging eigenaresse
geworden van ongeveer 1000 ha natuurgebied. Daar
enboven is haar door de Dienst der Domeinen het be
heer toevertrouwd over uitgestrekte, verscheidene
duizenden ha grote buitendijkse terreinen langs de
kust van het IJsselmeer en de Waddenzee.
Steeds tracht zij in het landschap die elementen te be
houden, welke kenmerkend zijn voor de streek en in
een provincie als Friesland met een verscheidenheid in
landschapstypen, zoals in weinig andere provincies
wordt aangetroffen, is haar taak dan ook omvangrijk.
It Fryske Gea heeft steeds veel aandacht geschonken
aan de instandhouding van het eigen karakter van het
duinlandschap van de Friese Waddeneilanden.
Op Ameland werd het beheer van het Oerd door
Domeinen aan It Fryske Gea overgedragen.
In het noorden en westen van het vaste land van
Friesland strekt zich het terpenlandschap uit. Hoewel
in dit open, reeds vele eeuwen in cultuur zijnde land
schap weinig terreinen voorkomen, welke zich voor
aankoop als natuurgebied lenen, heeft de Vereniging
toch ook in dit landschap enkele kleine bezittingen
weten te verwerven. Het park Jongema-State bij
Rauwerd met zijn uit de i6e-eeuw daterend poort
gebouw en zijn belangwekkende stinsenflora moet hier
worden genoemd, naast de van Asperen-eendenkooien
in het wijde landschap bij Ezumazijl.
Buitendijks in het IJsselmeer liggen de waterwild
reservaten: de Mokkebank, de Bocht van Molkwerum
en de Makkumer- en Kooiwaard, uiterst belangrijke
rust- en pleisterplaatsen, waar zich in de winter
duizenden, ja soms tienduizenden vogels ophouden.
In het lage midden van Friesland, het merengebied,
dat zich uitstrekt van Dokkum tot Stavoren ligt de
grootste bezitting van de Vereniging, de „Oude
Venen". Dit meer dan 330 ha grote plassengebied ten
westen van Eernewoude is ontstaan door vervening in
de 18e en 19e eeuw. Het is een uniek gebied van grote
natuurwetenschappelijke waarde, waar bovendien
talloze watersportliefhebbers ontspanning vinden
Naast het terpenlandschap op de klei en het lage
midden van de veengronden is Friesland op de zand
gronden in het zuidoosten dan nog zijn „Wouden"
rijk. Het is juist dit deel van Friesland, dat meer dan
welke andere streek in deze provincie, in de 20e eeuw
van gezicht is veranderd.
De Bakkeveensterduinen bij Bakkeveen, de Delle-
buursterheide bij Oldeberkoop en de Linde-vallei bij
Wolvega vertegenwoordigen achtereenvolgens een
voorbeeld van een zandverstuiving, een heideland
schap met plaatselijke vervening en een tendele weer
verland petgatengebied.
In Gaasterland werd het Rijsterbos aangekocht. Voor
het beheer van dit bos werd een afzonderlijke Stich
ting in het leven geroepen, welke er naar streeft het
hakhout te hervormen tot een gemengd bos van loof-
en naaldhout.
„It Fryske Gea" voert het beheer over nog tal van
andere, meest kleinere terreinen in Friesland.
Ieder van hen heeft echter zijn eigen plaats in het
landschap. In dit landschap moeten wij wonen en
werken en moeten wij ons kunnen ontspannen. Daar
om moet dit landschap nti en voor de toekomst een
milieu vormen, waarin wij kunnen leven en dat kan
alleen maar, wanneer in dit landschap een passende
plaats aan de natuur is ingeruimd, aan die natuur, die
sterfelijk is, maar die zich onophoudelijk vernieuwt en
waar buiten wij niet als waarlijk mens kunnen leven.
It Fryske Gea is dankbaar, dat het in de 30 jaren van
zijn bestaan hiertoe een bescheiden bijdrage heeft
mogen leveren en hoopt in de toekomst hiertoe in staat
te blijven. De Vereniging ontvangt in dit streven steun
van ruim 1800 leden, maar haar Bestuur is overtuigd,
dat het zijn taak bij een aanzienlijk groter aantal beter
zou kunnen vervullen.
zie de omslag van dit nummer. J. VLIEGER, Secretaris