13 Maastricht Kapel van het voormalig Cellebroedersklooster Het net- gewelf der koorsluiting gezien vanaf de ingebouwde zoldervher Foto LahayeMaastricht De geheel uit mergel opgetrokken kapel dateert uit het tweede kwart der 16de eeuw. Zij is kleiner dan de St. Andries (inwendig 14.60 lang, 6.80 m. breed en 8 m. hoog), maar veel rijker en interessanter m haar detaillering. Zij is een produkt van de laatste en rijkste fase der Bourgondisch-Brabantse Gotiek en als zoda nig in haar soort een unicum in de stad Maastricht. Reeds daarom alleen verdient zij bewaard en gered te worden, want haar verdwijnen zou een ernstig verlies betekenen voor het historische schoon cn de artistieke rijkdom van de stad en zelfs van heel ons land. Het schip van vier traveeen wordt door een driezij dige koorsluiting beëindigd. Heel de ruimte is met een rijk netgewelf overkluisd (zie hierboven), de wanden zijn inwendig geleed door spitsboogvensters, die aan de noordzijde blind zijn en daar met hun traceerwerk geheel bewaard bleven; beneden gaan zij over in rijk gedetailleerde spaarvelden. De ribben der net- gewelven rusten op door kraag stenen gedragen kolonnetten met gebeeldhouwde kapitelen, helaas voor een deel beschadigd of ver dwenen, en ook de knooppunten in het gewelf zijn met gebeeld houwde rozetten gedekt. De zuid zijde van het gebouw heeft meer geleden dan de noordkant door dat men er vensteropeningen, evenals in de koorsluiting, met bakstenen vullingen heeft dicht- gezet; rechthoekige ramen geven licht aan de bovenverdieping en de begane grond. Uiteraard zijn daardoor de traceringen ver dwenen, maar de voorbeelden voor een ev. aanvulling vindt men in de blinde vensters van de tegenoverliggende wand. Er is niet veel fantasie voor nodig om zich levendig voor ogen te stellen welk een wonder van laat-middel eeuwse architectuur hier lang zaam maar zeker te gronde gaat. Zeer merkwaardig tenslotte is de tegen de noordwand van de kapel aangebouwde vleugel, die slechts uit twee boven elkaar gelegen wandelgangen bestaat, die deel uitmaakten van de kloosterge bouwen (zie vorige blz.). Beneden was het oorspronkelijk een gaan derij met open bogen, die groten deels zijn dichtgemetseld of door latere ramen of deuren vervangen. De verdieping is overkraagd en bestaat uit houten vakwerk met vullingen van baksteen en met houten kruiskozijnen. Het geheel is in hoge mate schilderachtig. Beide monumenten staan er nog, zodat wij ook hier kunnen vaststellen, dat, zolang het leven er nog is ons althans de hoop rest. Slechts een snelle en afdoende behandeling zal het voortbestaan van deze beide doodzieken kunnen verzekeren. Moge dat - ter elfder ure - toch nog hun lot zijn! Prof. Dr. J. J. M. TIMMERS Bij het secretariaat van de Bond Singel 512 Amsterdamkunnen de lezers banden bestellen waarin drie jaargangen van ons tijdschrift gebonden kunnen worden. Kosten f 2,franco} giro 124326 te Amsterdam. Maakt u dan tegelijk even de contributie over

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1960 | | pagina 19