Op de vraag of hij een allengs strikter wordende beperking van de verkeers- en parkeervrijheid in de stadskernen gewenst en zakelijk verantwoord achtte, antwoordde burgemeester van Fenema eveneens bevestigend. Het laatste punt het zakelijke zal zeker nog bestrijding vinden. Over het algemeen is de zakenman nog niet genoeg doordrongen van de veel grotere waarde die het voetgangersverkeer vóór de middenstand heeft boven het motorisch verkeer. De uitdrukking „onaanvaardbaar" is ten opzichte van de huidige verkeersgewoonten in de binnen steden nog maar een zwak eufemisme. De situatie tart elke beschrijving. Latere generaties zullen niet kunnen begrijpen hoe wij in deze gevaarlijke en stinkende chaos hebben kunnen leven, en, het gekst vaii al, hoe het kwam dat het publiek dit heeft geslikt. Elk jaar wordt het erger en hier blijkt weer het gevaar van het gestadige wennen aan een wantoestand: men raakt er aan gewoon en verliest elk gevoel voor verhoudingen. Er is immers geen enkel redelijk argument aan te voeren, voor de pretentie dat iedere automobilist het recht zou hebben overal te rijden en te parkeren, nu duidelijk blijkt dat dit in sommige stadsdelen in strijd is met het algemeen belang en een bedreiging vormt van de volksgezondheid. De laatste vraag gold de mogelijkheden van een gemeentebestuur om in dit opzicht een verandering der verkeersgewoonten te bewerken en de ver schillende stadia van een dergelijk proces. Het laatste hangt volgens Mr. van Fenema geheel van de plaatselijke situatie af. Als algemene richtlijn kan men echter wel de noodzaak stellen om doel bewust van de kern uit naar buiten te werken met regelingen die de weg weer voor een verantwoord gebruik moeten garanderen en die dus onver mijdelijk zekere beperkingen inhouden. Als men begint met een zeer beperkte zone voor voet gangers alléén, dan kunnen daaromheen zones met minder rigoureuze bepalingen aangewezen,worden die geleidelijk opschuiven zodat er een etappe indeling ontstaat zowel in de tijd als in de ruimte. Voorzichtigheid en tact mogen daarbij de durf om op het juiste moment door te tasten wel begeleiden maar niet vervangen. Elke verkeersmaatregel zal een schakel dienen te zijn in een vastberaden beleid om het publiek tot andere verkeersgewoonten te brengen. Het hindert niet als er jaren mee ge moeid zijn, als men het einddoel maar voortdurend voor ogen houdt. Een zeer belangrijk element in deze verandering die de binnensteden weer bruik baar en bewoonbaar moet maken zal ook de pers zijn. Zonder de medewerking van de publieke opinie zal het bezwaarlijk worden de noodzakelijke maatregelen op het juiste moment te treffen. Maar als wij zien hoe op het ogenblik een enkele lossende vrachtauto een hele drukke straat kan blokkeren, dan lijkt het waarschijnlijk dat de situatie al rijp is voor een maatregel om het laden en lossen tot be paalde stille uren te beperken. Er zullen grote bedragen mee gemoeid zijn; voor de aanleg van parkeergelegenheden om de stads kernen heen en voor de reorganisatie der openbare vervoersmiddelen maar deze bedragen zullen ergens gevonden moeten worden want de huidige gestadig verergerende chaos kan niet voortduren zonder nog veel grotere schade door het onbereik baar en onbruikbaar worden der stedelijke centra. Een toekomstige situatie tekent zich af waarin kleine elektrische bussen, zonder stank en lawaai, met een grote frequentie door de binnenstadsstraten rijden, niet gehinderd door andere auto's, op een beperkt aantal taxi's, politie-, brandweer-, artsen en invalidenwagens na, die een duidelijk zichtbaar vergunningsteken op hun voorruit hebben. Het lijkt op het ogenblik een hersenschim om te denken aan een „trottoir roulant" in het midden van een drukke winkelstraat, maar uiteindelijk zal het minder dwaas blijken dan de huidige verkeers- vrijbuiterij ten koste van de gemeenschap. Wij hebben hier in Zandvoort op 16 augustus een voorproefje gehad van een verkeerssituatie die overal op komst is. Ter gelegenheid van de wed strijd om het wereldkampioenschap wielrennen was om de gemeente Zandvoort heen een ring van parkeerplaatsen ingericht, waar 20.000 auto's op gevangen konden worden. Van de parkeerplaatsen naar het parcours reed een groot aantal bussen in pendeldienst. Het aantal bezoekers is op 170.000 geschat, en het hadden er nog meer kunnen zijn, want de verkeersorganisatie klopte als een bus, er is nergens opstopping geweest en de auto's die in de gemeente moesten en mochten zijn konden zonder moeite overal komen. Het was, zo besloot burgemeester van Fenema dit vraaggesprek, een overtuigend succes en een bewijs dat er op den duur maar één richtlijn houdbaar zal blijken om de verkeerschaos te bestrijden: opvangen van het verkeer buiten de kern en nieuwe methoden van openbaar vervoer daarbinnen. GEURT BRINKGREVE 83 I

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1959 | | pagina 17