80 cieel zeker voordeliger dan het volledig verbreden van straten of het maken van „doorbraken" in een oude stadskern om het verkeer te ontlasten, en waarbij voor de winkeliers in de oude winkel straten het gevaar ontstaat dat de „loop" zich ver legt! In de meeste gevallen zal de „zijn werkelijke belangen begrijpende winkelier" zijn medewerking verlenen. Hier en daar zal wat „geplooid" moeten worden, zal een „ruilverkaveling" nodig zijn, maar de moeilijkheden, last not least de financiële, zullen te verwaarlozen zijn vergeleken bij die bij plannen tot straatverbreding en bij doorbraakplannen! Waar pakt men de zaak eens aan? Ir. C. B. VAN DER TAK b.i. Naschrift van de redactie Het gerestaureerde hoekhuis Gelderse Kade-Rechtboomsloot waar een antiqua riaat is gevestigd (foto: Monumentenzorg A'dam) Winkeldrukte in de Kalverstraat fotoZilver Rupe) De oplossing die de schrijver van bovenstaand artikel voorstelt is o.a. in Wenen al toegepast op punten waar een enkel monumentaal gebouw van grote diepte de rijbaan versmalt. Een inwendige voetgangersgalerij met winkels bood dan uitkomst, waarbij de gevel nauwelijks werd gewijzigd. In een Nederlandse winkel straat met zijn vele smalle individuele huizen ligt het vraagstuk natuurlijk heel anders en veel gecompliceer der, zowel architectonisch als juridisch. In vele gevallen zal een beperking van het autoverkeer meer voor de hand liggen dan het verbouwen van de gehele straat. Daarmee is echter het probleem van de winkelpuien niet opgelost, want ook in straten die vooral een voet gangersfunctie hebben zoals de Amsterdamse Kalver straat, zijn praktisch alle puien herhaaldelijk gemoder niseerd. Het schijnt bij de moderne verkoopstechniek te horen dat de winkel periodiek een nieuw en modieus uiterlijk krijgt, en als men bij deskundigen op dit punt te rade gaat dan blijkt de belangstelling van het winke lende publiek een uitermate kwetsbare zaak te zijn die door een schijnbaar onbeduidende aanleiding snel kan verflauwen en afsterven. Hier ligt dus een prin cipiële tegenstelling. Voor de middenstand, maar ook voor de stad zelf, is het nodig dat „de loop erin blijft". Fabrieken en grote administratieve lichamen passen niet in de structuur van een oude stad en zijn in het algemeen gebaat met een ruimere vestiging elders. Maar als de winkels in het centrum hun attractie zouden verliezen en daardoor de levendigheid van de smalle straten te loor gaat, dan dreigt de dodelijke ziekte der verkrotting. Daar staat tegenover dat de zwembroek-vergelijking van Ir. van der Tak raak is getroffen! Het zal wel nooit mogelijk zijn een in alle omstandigheden bruikbare richtlijn vast te stellen. Oorspronkelijke puien uit de 17e en 18e eeuw zijn schaars, maar waar zij voorkomen en mede gerestau reerd worden met de rest van een pand, omdat de winkelier inziet dat zijn etalage hierdoor een bijzonder

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1959 | | pagina 14