30
poort tegen de westzijde van de oorspronkelijke werd
aangebouwd. Eerst voorbij de Gentsepoort is het wal-
profiel weer geheel intakt.
Van het Prinsebolwerk af, dat dan volgt, is langs de
buitenzijde van de gracht duidelijk het verloop van de
contrescarpe te volgen. Het oorspronkelijk verloop is
helaas plaatselijk door particuliere belangen van
grondaanplemping (8) verminkt. Het oude verloop is
door de boombeplanting nog wel te onderkennen maar
zal op den duur aan duidelijkheid verliezen. Aan de
stadzijde liggen hier de tuincomplexen van enige grote
huizen aan de Lange Bellingstraat tot tegen de wal.
De kloosterbroeders, die één van die huizen bewonen,
hebben enige jaren geleden een school (9) laten bou
wen in hun tuin, zodat thans het fraaie gezicht op de
stad in de richting van het raadhuis is aangetast. Van
veel ernstiger aard is het oostelijk daarbij aansluitende
fabriekscomplex (10), wel is waar slechts één verdieping
hoog, maar het grote oppervlak en het platte dak met
zijn lichtkappen tezamen met enige verder oostelijk
liggende hoge bouwmassa's (11), die tot dicht tegen de
wal aansluiten tussen het Solmsbolwerk en het Oude
molenbolwerk, zijn zo overheersend, dat we ons langs
dit deel van de wal beter kunnen richten naar de land
zijde. Want zelfs van de voormalige réfugié van
Bandelo (12) met zijn in de hoek van hoofdgebouw
en zijvleugel gebouwde traptoren die door sterke
uitbreiding van het er omheen gebouwde school
complex steeds meer in de verdrukking komt, is van
hieraf nauwelijks iets zichtbaar.
Voorbij het Oudemolenbolwerk is het gezicht op de
stad veel beter door de uitsluitend lage bebouwing in
dit stadsdeel en het grote tuincomplex (13), ten dele
boomgaard, dat hier over een lengte van bijna 200 m
tegen de wal ligt. Jammer is het daarom dat, waar bij
alle bolwerken de boombeplanting het verloop van het
bastion volgt, het Doelebolwerk daarenboven door een
dubbele bomenrij op een laag talud van de stad is
geïsoleerd. Van dit walgedeelte af is het gezicht op de
réfugié van Bandelo het beste en toont het torentje
zelfs enig silhouet. Ook het torentje van de réfugié van
ten Duinen, noordelijk van het koor van de Grote Kerk
zichtbaar, speelt van hieraf weer mee in het totale
beeld. De moderne kerk aan de Houtmarkt (14) met
zijn karakterloos torentje is hier slechts een hinderlijk
element.
Tussen het Oudemolenbolwerk en de Bagijnepoort is
het uitbaggeren van de gracht thans in volle gang,
werkzaamheden die aansluiten op het thans voltooide
herstel van de buitenomwalling tussen de Bagijne
poort en de Dubbelepoort. Hier is het ravelijn tussen
het Galgebolwerk en het Molenbolwerk weer volledig
onder profiel gebracht, evenals de contrescarpe en het
glacis voor zover de daar liggende rondweg dit toeliet.
Juist van de Bagijnepoort af komend over het Galge
bolwerk is het gezicht op deze werken zeer verrassend.
Wanneer langs de rondweg, die het glacis aan de
buitenzijde begrenst, een, zo mogelijk tweezijdige,
boombeplanting wordt aangebracht, zal in de toe
komst een rustig beeld ontstaan, omdat op deze wijze
de nieuwbouw van de uitbreiding aan deze zijde van
de stad wordt afgeschermd en aldus een noodzakelijke
visuele scheiding ontstaat tussen wat in deze tijd als
uitbreiding moest ontstaan en wat door herstel als
herinnering aan het verleden zal worden bewaard.
In tegenstelling met de korenmolen, die uit 1792
dateert en het Molenbolwerk fraai accentueert, wordt
de binnenruimte van het Galgebolwerk door een lelijke
achtkante houten loods verminkt.
Voorbij het Galgebolwerk sluit het uitgebreide zieken
huiscomplex (15) de wal van de stad af, maar daar
voorbij is er een ruim gezicht over het noordwestelijke
stadsdeel dat nog sterk beheerst wordt door de voor
malige réfugié van ten Duinen. Hier blijkt het grote
verschil tussen het noordwestelijk en het zuidoostelijk
stadsdeel. De hiervoor reeds aangeduide hoge moderne
bouwmassa's overheersen in het laatste, terwijl deze
storende elementen in het eerste, zo al, dan toch in veel
mindere mate en nog niet zo overheersend voorkomen.
In een klein deel van de stad komt nog een sterke
concentratie van oorspronkelijke bebouwing voor. Het
is de Grote Markt met de beide straten die daarop uit
komen, nl. de Gentsestraat en de Steenstraat.
Hiervan is de Steenstraat, die van de Vismarkt naar de
Grote markt loopt, de belangrijkste. Vele huizen zijn
hier nog als woonhuis in gebruik in het gedeelte tussen
de Vismarkt en de Pierssenstraat. De gevels hebben een
18de of begin 19de eeuws karakter, waarin de
ramen veelal een Empire deling hebben. De ingangen
hebben eenvoudige, meest natuurstenen omlijstingen,
waarin bij sommige huizen nog een oorspronkelijke
deur (nr. 30 en 31). Een deel van de gevels is ge
pleisterd (nr. 30, 31, 33 en 35), terwijl nr. 30 zich
bovendien onderscheidt door een hardstenen plint, een
geprofileerde hardstenen deuromlijsting en ramen met
een koofversiering. Aan de noordzijde liggen tegenover
elkaar de reeds genoemde réfugié van ten Duinen,
waarvan de oudste gedeelten dateren uit de 2de helft
van de 15e eeuw en het Landshuis, waarvan de kern
uit het midden van de 17de eeuw dateert. Van het
huis op de zuidelijke hoek van de Pierssenstraat dateert
de zijgevel uit de 2de helft van de 16de eeuw en is de
voorgevel door winkelpanden verminkt met behoud
van een Lodewijk XVI portiek. De overige huizen aan
die zijde tot de Grote Markt zijn moderne winkel
panden (16).
De bouwmassa aan het einde van de tegenoverliggende
wand met de hoek van de Grote Markt hebben nog een
17de eeuws karakter evenals enkele van de gevels aan
de Steenstraat (nr. 1 en 3)Steenstraat nr. 7 heeft een
gepleisterde gevel met houten omlijsting en deur uit de
lste helft van de 19e eeuw. De panden nr. 13, 15, en 17
hebben helaas storende winkelpuien. Aan de Grote
Markt vragen eveneens de aandacht de reeds genoem
de huizen aan de Lange Bellingstraat 24, 26 en 28 en
het charmante huisje nr. 14 met de datering op de
neuten van de deuromlijsting'(1783).
De Gentsestraat wordt beheerst door het voormalige
gasthuis, thans genummerd 18 t.e.m. nr. 24daterend
uit de 2de helft van de 16e eeuw en met opmerkelijke
zij trapgevels, die aan de Beestenmarkt over de volle
hoogte en de hierbij aansluitende bebouwing ge
nummerd 28 en 30 in de gevel met ankerdatering 1647.
De voorgevels zijn alle gepleisterd, de rooilijn vertoont
een sterke sprong, het geheel ligt langs de buitenzijde
van een flauwe buiging van de straat en nr. 18 heeft
een markante erkeruitbouw.
In het dwarsprofiel van de Steenstraat zijn de natuur
stenen stoepen behouden. Hierlangs liggen ter weers
zijden smalle stroken van gele klinkers en de rest is be
straat met een klinker in waalformaat.
Enkele andere min of meer oorspronkelijke huizen
liggen hier en daar verspreid in de stad. J. STAPPER