Hulst in zijn omwalling
29
De nummers verwijzen naar de plattegrond
Van welke kant men Hulst ook nadert, wat het aller
eerst opvalt is de hoge grotendeels met zwaar geboomte
beplante wal, die de stadskern omgeeft. Men doet ver
standig er op te klimmen en over de wal een wandeling
te maken rondom de stad.
Vanuit het noorden komend bereiken we de stad bij de
Dubbelepoort en lopen vandaar in westelijke en zuide
lijke richting over de bolwerken Brederode en Nassau
naar de Gentsepoort. Zodra we op de wal zijn herken
nen we enkele grote gebouwen in de stadskern. Op
weinig aantrekkelijke wijze domineert thans de
„eigentijdse" torenbekroning van de Willebrordus-
kerk, die daarmee op grove wijze de aandacht tracht
af te leiden van de sierlijke toren van het raadhuis aan
de Markt (1) en van twee kleinere torentjes, namelijk
de achtkante traptoren in bak- en bergsteen met op
een boogfries overkraagde geleding van de voormalige
réfugié van ten Duinen (2) en het eveneens achtkante
torentje met koepel op het dak van het zgn. „Land
huis" (3), tegenover elkaar gelegen in de Steenstraat.
Tegen de binnenzijde van het Brederodebolwerk
liggen de resten van de thans ten dele uitgegraven
waterpoort (4), de toegang o.a. tot de vroegere haven,
waaraan o.a. de naam Bierkaaistraat nog herinnert.
De moderne bebouwing, die zich buiten de stad, langs
de toegangsweg uit het noorden, heeft ontwikkeld, ver
hindert een vrij zicht landwaarts, maar voorbij het
Brederodebolwerk is het zicht in westelijke richting
onbelemmerd. Door de hoogteverschillen van het
terrein aan de buitenzijde van de gracht kunnen we
nog het voormalige ravelijn en de daarbij aansluitende
gedeelten van de buitenomwalling (5) herkennen.
Deze terreinen worden thans voor het merendeel als
moesland gebruikt, een allerminst storende bestem
ming voor deze gronden.
Ter hoogte van het Nassaubolwerk liggen aan de stad-
zijde enige onbebouwde terreinen (6), die eveneens als
tuingrond in gebruik zijn. In tegenstelling tot de
plaatsen waar de bebouwing tot dicht tegen de wal is
genaderd, is bij deze onbebouwde terreinen een sterk
contact tussen stad en omwalling aanwezig. Ten
zuiden van het Nassaubolwerk ligt moderne bebou
wing tot zeer dicht tegen de wal, o.a. met een groot
schoolgebouw (7). Deze architectonisch niets zeggende
woonwijk, veelal in de weinig fraaie Belgische bak
steen, gedekt door gebroken daken, die belegd zijn met
platte pannen, ontstond toen over de grote tuincom
plexen achter de bebouwing langs de noordzijde van
de Gentsestraat enige nieuwe straten werden geprojec
teerd.
Het voormalige bolwerk Oranje, direct westelijk van
de Gentsepoort, is ernstig verminkt toen hierop de gas
fabriek werd gebouwd. Ook het deel van de gracht
zuidelijk van dit bastion is verdwenen en van het wal-
gedeelte tussen dit bastion en de Gentsepoort is na
genoeg niets meer over, omdat hier de toegang tot de
stad om de poort werd geleid en ter weerszijden van
die doorbraak bovendien nog huizen werden ge
bouwd. Door deze omlegging verloor de Gentsepoort
geheel haar functie als toegang tot de stad in tegen
stelling met de beide andere poorten en ondanks het
feit dat bij de Dubbelepoort een minder geslaagde op
lossing tot stand kwam toen daar in 1932 een tweede