groot bouwwerk. Een uittreksel uit de stadsrekening
van 1508/09 laat niets aan duidelijkheid te wensen
over.
Item betaelt adriaen de grave die ghenomen heeft beede de
valbrugghen van de nieuwe poorte te makene ende thone te
leveren datter toebehoort14 5 s. 8. gr."
Op het eind van 1509 was men blijkbaar al een heel
eind met de bouw gevorderd en werd er al over het
voltooien van de poort gesproken. In een oorkonde
van 5 november 1509 immers, werd aan die van
Hulst toestemming gegeven hogere accijns te heffen
op wijn en bier, o.a. ,,omme tvulmaken van een der porte
met tween torre uten watreZonder twijfel
hebben we hier te doen met onze poort, want alleen
deze stond in het water en had twee torens, zoals nu
gebleken is.
Vorenstaande aanhalingen stemmen geheel overeen
met hetgeen bij de ontgraving aan het licht is ge
komen, zoals we verder zullen zien.
Ondertussen lazen we in de stadsrekeningen niet
eenmaal de naam van Keldermans, maar wel herhaal
delijk die van Dominicus de Wagemaker, of „Meester
dominicq", die regelmatig het werk kwam „visen-
terene".
„Item betaelt meester dominicq, als meester van den wercke
die dordonnantien jaerlicx vanden nieuwen wercke gheeft als
men daer aene wercktj hier omme zijn pencioen mede dat men
daer aene ditjaer voordeden ghewrocht heeft intjaer 1507
2 gr"
Item betaelt denselven meester dominicq als meester vanden
wercke voor vier daghen van dat hij ten derden reyse tvoors.
werck quam visenterene
We hebben gezien, dat er steeds gesproken wordt
over „tnieuwe werck". Toen de poort afgebouwd
was, kreeg hij de naam van „Bollewerckpoorte".
Uiteindelijk werd het „Dobbelepoort", met welke
naam hij de eeuwen door ging.
Het grote beleg van 1596, waarbij Aartshertog Al-
bertus van Oostenrijk Hulst op Prins Maurits ver
overde, maakte een eind aan het korte leven van het
monumentale bouwwerk. Bij het ontwerpen van de
nieuwe vesting in 1618, viel de poort binnen de
wallen en werd hij onder een 15 meter hoge zand
heuvel gestopt. Plaatselijke historici beweerden, dat
de heuvel niets dan aarde en puin kon bevatten,
hetgeen in de loop van de jaren herhaaldelijk be
vestigd werd door onderzoekers, die nooit iets anders
konden ontdekken dan zand en stenen.
Na een nauwkeurig onderzoek in de archieven
meenden wij echter dat er een goede kans bestond,
dat er nog wel eens belangrijke resten van het bouw
werk zouden kunnen zijn overgebleven, die enig
licht zouden kunnen werpen op zaken die tot hiertoe
nog duister waren.
Na overleg met de Rijksdienst voor het Oudheid
kundig Bodemonderzoek te Amersfoort en het ge
meentebestuur van Hulst, werd in april 1957 aan
de ontgraving van de poort begonnen. Reeds spoedig
overtroffen de resultaten de verwachtingen. Het werk
is nu ongetwijfeld al een groot succes te noemen.
Grote muurvlakken zijn reeds vrij gekomen, evenals
de bovenste helft van de beide torens. De ruïne ver
toont zich als een prachtig stuk steenhouwerswerk
en is nog onbegrijpelijk strak van lijn.
De twee landpoorten werden het eerst uitgegraven.
In de ene werd nog geheel compleet het hang- en
sluitwerk van de 4 meter hoge, 3 meter brede en
16 cm dikke deuren gevonden, zwaar beroest, maar
nog in een goede staat om gerestaureerd te worden.
Onder de twee ingangen kwamen zware gewelven
vrij, waarover heen eertijds de valbruggen geklapt
hebben. De bronzen lagers waarin deze bruggen
draaiden, werden nog onge
schonden in de muren aange
troffen. Van de twee straten,
die in de poort samenkwamen
is er een voor een groot deel
terug gevonden. Die uit de
richting van Axel, was opge
broken en blijkbaar reeds lang
in onbruik. Een gevolg zeker
van het veroveren van Axel
door Prins Maurits in 1586,
waardoor de verbinding met
Hulst werd verbroken. Het
knooppunt van deze twee stra
ten, binnen het poortgebouw is
vrij zeker overwelfd geweest.
Het muurwerk, waarop het ge
welf gerust heeft, bleek afge
broken, of vernield, maar de
zware funderingen geven vol
doende aanwijzingen.
In het front boven de water
poort bevinden zich 3 over
welfde cellen waarin schiet
gaten en kijksleuven zijn aan
gebracht. Dit onderdeel van
Dubbele Poort. Gewelf boven voormalige
waterdoorgang (foto Monumentenzorg)