Op Heemwacht TON KOOT De behandeling in de Tweede Kamer van het meest spectaculaire „openbare kunstbezit" dat Nederland te bieden heeft, namelijk onze monu menten, vond zo weinig weerslag in de publici teit, dat hierdoor de indruk is gewekt als zouden de Kamerleden en de Regering er geen aandacht aan hebben gewijd. Dit is allerminst het geval. Het tegendeel is zelfs waar. In onze praktijk hebben wij nooit eerder zoveel belangstelling geconsta teerd en zoveel terecht bezorgde opmerkingen gehoord, die werkelijk steek hielden. Wij zullen trachten onze leden hiervan een indruk te geven. De Memorie van Antwoord In de Memorie van Antwoord vanwege de Minis ter van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Mr. J. Cals (15 november 1958) beantwoordt de Minister de vragen: concreter aan te geven waar om de huidige situatie op het gebied van de restauratie van monumenten met zorg vervult: welke monumenten met ondergang worden be dreigd: of de beschikbare middelen voldoende zijn om onherstelbare verliezen te voorkomen en hoe groot het bedrag is, werkelijk nodig om de vereiste voorzieningen te treffen. De Minister antwoordde, dat zijn zorg is, dat hem onvoldoende middelen ter beschikking staan. De toestand van de Nederlandse monumenten moet over het geheel genomen zorgwekkend worden genoemd. De grote kerkgebouwen, zoals nog talrijke steden die bezitten, zijn, voor zover zij niet geres taureerd, vrijwel alle aan restauratie toe. Als zeer belangrijke kerkgebouwen, waarvoor uitstel van restauratie niet langer mogelijk is en waarbij nochtans geen afdoende regeling voor de subsidie kan worden getroffen, noemde de Minister de kerken van Bergen op Zoom, Gouda, Geertruiden- berg, Oudewater, Haarlem (Waalse kerk), Leiden (Marekerk), Culemborg en de torens van Zwolle en Deventer. Bovendien moet het tempo van de belangrijkste restauraties aanmerkelijk worden vertraagd, waardoor het werk in totaal veel duurder wordt. Voorbeelden: torens van Breda, Dordrecht, Delft, de Bovenkerk van Kampen, de Kathedraal van Den Bosch, de Domkerk te Utrecht, de Oude kerk te Amsterdam en de Hooglandse kerk te Leiden. Ook van de dorpskerken verkeert een aantal in zeer Monumentenbeleid slechte toestand, zonder dat direct ingrijpen mogelijk is. Voorbeelden: Vele Romaanse kerken in Groningen en Friesland, de Abdijtoren van Rijnsburg, vele Gotische kerken, w.o. in Oost blokker, Warmenhuizen, Ede (Gld). Eemnes buiten, Asperen, Bergambacht en een aantal RenaisSancekerken o.m. te Zoetermeer, Blokzijl, Coevorden en Maassluis. Dringend restauratie verdienen vele openbare ge bouwen zoals de stadhuizen van Haarlem, Weesp, Geertruidenberg, Buren, Zieriksee, het voormalige raadhuis van Elburg, het museum en het weeshuis te Gouda, het pesthuis te Harderwijk, het Bonne- fantenmuseum te Maastricht, het Markiezenhof te Bergen op Zoom, en het Huis Justinus van Nas sau te Breda. Talrijke hofjes dienen binnenkort te worden verbeterd, zowel uit hoofde van de bouwkundige toestand, als van de bewoonbaar heid. Onder de vele stadspoorten die om herstel vragen, zijn die van Zieriksee waarvan de restau ratie ruim een miljoen gulden zal vergen. Wegens onvoldoende mogelijkheid tot onderhoud en het zoeken naar nieuwe bestemmingen, maken vele kastelen en buitenplaatsen een zeer moeilijke tijd door. Daaronder bevinden zich alle Lim burgse kastelen, die in ernstige mate door verval zijn aangetast. Deze restauraties moeten kostbaar worden daar men vroeger in deze provincie een te „slappe" constructie heeft toegepast. Ernstig zijn er aan toe het kasteel Nederhorst den Berg, en het Huis te Aerdt. Ammersooien en Wyenburg te Echtfeld kunnen, door gebrek aan middelen om het herstel aan te vatten, geen bestemming krijgen. Aan de Cannenburg te Vaassen en het kasteel te Amerongen moeten ingrijpende herstel lingen dringend worden uitgevoerd. Een zeer kostbare groep vormen de historische vestingwerken, in het bijzonder die te Naarden en de Bossche Fronten te Maastricht, wier restauratie urgent is. Het geringe bedrag, dat jaarlijks ter beschikking staat en de hoge kosten van herstel onzer belang rijke monumenten maakt, dat te weinig aandacht wordt besteed aan de consolidatie van het schilder achtige beeld van onze oude steden. Slechts in Amsterdam, Veere en Maastricht is het gelukt het herstel van woonhuizen op enigszins ruime schaal ter hand te nemen, aldus de Minister. (Deze uit-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1959 | | pagina 7