Redt de ruimte
Uit Zuid-Afrika
Een van de belangrijkste waarden van ons Neder
landse landschap is de verrukkelijke ruimte-wer
king die ervan uitgaat.
Wat bewegingen als „Heemschut" en „Natuur
monumenten" redden en beschermen willen, dat
zijn niet slechts oude gevels maar vooral ook
waardevolle dorps- en stadsbeelden in hun geheel,
dat zijn molens, grachten en pittoreske dorpsvaar
ten, evenals grootse cultuurmonumenten gelijk
raadhuizen en kerken, dat zijn heiden, bossen en
duinen, bochtige beken en wijdstromende rivieren.
Dit alles behoort tot de glorie en de rijke tooi van
Nederland.
Een volstrekt onmisbaar element, ja meer dan dat,
de alles bepalende sfeer wordt hierbij gevormd door
de ruimte zelf. Dan denken wij aan de wijdheid
van Friese greiden en van de onmetelijke bouw
landen in het hoge Noorden, aan de ruimte van
het duinlandschap en strandgebied op onze ei
landen, aan de uitgestrektheid van bossen, waar
„geen eind aan komt" zoals de Vuursche en ver
der, de Veluwse heiden, een kostbaar Zuiderzee
landschap als tussen Naarden en Muiderberg, of de
meren met hun grootse verten. Ik doe maar een
enkele greep. Elk ziet, bij het noemen van deze
voorbeelden, de edelste gebieden voor zich, waar
tussen hij zich dagelijks beweegt of waar hij op zijn
vrije dagen en in zijn vakantietijd van geniet.
Nederland zonder die ruimte zou Nederland niet
zijn-
Als alles is ook deze ruimte schrikbarend geschon
den in deze eeuw. „Sei Heide und Heide sei weit"
zegt Rilke, de dichter, maar waar is de wijde heide
nog? Hier en daar gelukkig nog wel. Dank zij het
Gooireservaat zelfs nog in het té dicht bevolkt
rakende Gooi. Maar er kan dan ook niets meer af
van die nóg wijde, nog betrekkelijk wijde heide-
ruimten daar en elders, en men wake dan ook
tegen prikkeldraad en andere versperringen. De
mens moet kunnen öpademen in de ruimte.
Militaire noodzaak (was het altijd noodzaak?)
tastte op de Veluwe, in het Gooi en elders de
ruimte aan, en straaljagersgeweld bederft vaak op
schrikbarende wijze het ruimtegenót. De vrije open
hemel wordt ons zelfs niet meer gelaten: condens-
strepen schenden blauwe hemel en wolkenspel.
Hoogspanningsleidingen en lagere draden en palen
hebben zeer veel bederf gebracht en men dient
ernaar te streven deze leidingen geleidelijk door
ondergrondse te vervangen.
In iFriesland werkt dit euvel schrikbarend, en juist
het open landschap van ons Noorden moet het van
de ruimte-sfeer hebben, die zo groots èn door zijn
openheid zo makkelijk kwetsbaar is.
In de aan het Gooi en het waterland van Korten-
hoef grenzende Horstermeerpolder is de weidse
ruimtewerking, die door het Hilversums kanaal
niet bedorven maar geaccentueerd wordt, radicaal
vernietigd door de vele palen van de internationale
radioverbinding, uit het Noordwijker duingebied,
waar zij minder opvielen, naar hier overgebracht.
Aan de andere kant van het Gooi liggen de Eem-
polders, ontzaglijk van ruimtewerking. Uit de
trein tussen Baarn en Amersfoort ziet men hier en
daar verrukkelijke stukken van Nederland, die tot
elke prijs in deze staat behouden dienen te blijven.
Ook hier dreigt weer groot gevaar. En overal waar
de ruimte bedreigd wordt, wordt het allerbeste be
dreigd in wat wij bezitten en is dus waakzaamheid
en strijd geboden. Er bestaan plannen, die gelukkig
door de meerderheid van de Raad in Eemnes in eer
ste instantie afgewezen werden, om in de Eemnes-
serpolder een radio-ontvanggebouw te stichten om
geven door 20 tot 25 meter hoge masten ten dienste
van het militair apparaat. Ieder die de Eempolder
kent, al was het alleen maar vanuit de trein, schrikt
van deze plannen en hoopt vurig dat zij nooit door
zullen gaan. Redt de ruimte! A. L. BROER
de oude Pijp overeind zullen blijven. De hoofdzaak
is echter dat er een goed plan vaststaat zodat er
binnen afzienbare tijd'enkele hoofdaders gemoder
niseerd kunnen zijn met een nieuw profiel en een
nieuwe bebouwing, die de verbinding vormen tus
sen de historische schoonheid van de binnenstad en
praktische kwaliteiten der 20ste-eeuwse woon
wijken en tussen de gezelligheid van het oude
Amsterdam en een nieuwe, ruim gebouwde en
goed gesitueerde Opera.
GEURT BRINKGREVE
„Aangesien die eienaars van gedenkwaardige eien-
domme steeds die voordelige gebruik van daardie
eiendomme geniet, is dit hul plig om hulle in stand te
hou
Ljit het jaarverslag 1957-1958 van de kommissie tot behoud
vannatuurljke en historiese gedenkwaardighede en oudhede
uitgebracht aan de Minister van Onderwijs, Kuns en Weten
skap te Pretoria.