sche Sociëteit van Levensverzekeringen N.V. a.o. 1807, zoals wij daarvan kennis dragen, zou een ingrijpende wijziging betekenen in de structuur van het bouwblok tussen de Herengracht en de Reguliersdwarsstraat. Een aantal afzonderlijke percelen, gekenmerkt door een gedifferentieerde opbouw, zou worden vervangen door één grote bouwmassa. Het karak teristieke verschil tussen enerzijds de Herengracht met haar monumentale huizen, van onderen voor zien van basementverdieping met stoep en aan de bovenzijde besloten door een rijke ornamentele kroonlijst, en anderzijds de zoveel lagere eenvou dige koetshuizen aan de Reguliersdwarsstraat gaat hierbij geheel verloren. In de plaats daarvan zou een mono toom en ongeleed bouwlichaam komen, waarvan de vloeren op één hoogte van de gracht tot aan de achterstraat zouden doorlopen, en dat bovendien hoger zou zijn dan de omringende huizen. In de zo bewonderenswaardige gevelwand van de bocht van de Herengracht zal dit grote kantoor gebouw ogenschijnlijk een geringe verandering brengen; er zullen twee gevels verdwijnen en ver vangen worden door één brede, hetgeen op dit punt van de gracht, waar de smalle huizen in een brede overgaan, oppervlakkig gezien, niet onaan vaardbaar schijnt. Maar met hoeveel zorg deze nieuwe gevel ook ontworpen en uitgevoerd zou worden en met welke middelen men ook de hoogte en het wezen van het op te richten gebouw zou trachten te camoufleren, de gelijkheid van drie kantoorverdiepingen moet noodzakelijker wijze tot uitdrukking komen in een gevel, die essentieel verschilt van de overige huizen van de gracht. Ook het ontbreken van een normale in deling in de vertrekken achter de gevel zal ver oorzaken, dat men de gehele dag van buitenaf de, door kunstmatig verlichte, kantooroppervlakte van het gebouw kan overzien. Indien het juist zou zijn, dat een plan als dit niet in strijd zou komen met het naar aanleiding van de Nota-Binnenstad door de Gemeenteraad vast gestelde beleid, dan zou dit inhouden, dat een ongeremde bebouwing, die in aard, contour en schaal van de bestaande verschilt, in de toekomst in de binnenstad op alle punten aanvaard zou moeten worden. Als er één deel van de binnenstad is, dat men voor een dergelijke wezensverandering moet vrijwaren, dan is het de bocht van de Herengracht. Onze Besturen staan daarom op het standpunt, dat de uitvoering van een bouwplan als het boven bedoelde tot iedere prijs voorkomen moet worden en dat voor grote zich uitbreidende bedrijven een plaats buiten de stadskern gezocht dient te worden. Voor het geval dat de Hollandsche Sociëteit van Levensverzekeringen N.V. ao. 1807 haar huidige gebouwen zou abandonneren, be hoeft er geen vrees te bestaan, dat voor het prach tige huis Herengracht 475 geen nieuwe bestem ming te vinden zou zijn. Het aantal dubbele grachtenhuizen bedraagt niet meer dan tweehon derd. In een stad als Amsterdam zijn zeker genoeg instellingen te vinden, die dergelijke panden op de juisteNwijze kunnen gebruiken en onderhouden. Ook de beide smalle gevels Herengracht 467 en 469 zijn in hun eenvoud waard om te blijven voort bestaan. Deze beide panden zijn van een courante en bruikbare vorm, die op dit deel van de gracht vele goede bestemmingen zou kunnen verkrijgen. Het slopen van deze huizen is dan ook niet ge rechtvaardigd. Daarom maken de vijf samenwerkende verenigin gen ernstig bezwaar tegen de uitvoering van dit plan, dat zij in strijd achten met de beginselen van de Nota-Binnenstad en waarvan zij de nood zaak allerminst vermogen in te zien. Met het antwoord van Uw College zult U ons verplichten." Wij ontveinzen ons niet, dat wij teleurgesteld zijn èn door de houding van de directie van de Hol landsche Sociëteit, die dit plan entameren èn door het College van Burgemeester en Wethouders die dit als verantwoordelijke instantie voor het kostbare pand van ons onvergelijkelijk stedeschoon, niet verhinderden. Hoewel wij er herhaaldelijk op gewezen hebben, dat de Nota-binnenstad tweeslachtig is en men bij scherpe keuze van citaten er verschillende kanten mee uit kan, willen wij toch wijzen op 2 „Uitgangspunten voor het te voeren beleid", waarin B. en W. schrijven, dat naar hun mening de nog bestaande woonfunctie van de city in stand gehouden moet worden en zo mogelijk ver sterkt en het zakenverkeer (personen- en goederen verkeer) gespreid. Wij menen, dat dit in het geval - Hollandsche Sociëteit in de praktijk moet wor den uitgevoerd. Twee strijdvaardige Heemschut-leden zijn ons in de afgelopen maanden ontvallen: onze oud voorzitter dr. J. A. Bierens de Haan en ons oud bestuurslid H. Cleyndert Azn. Deze trouwe vrien den en standvastige strijders, die beiden een on uitwisbare stempel op het Heemschutwerk hebben gezet zullen wij in de moeilijke strijd die ons nog wacht, node missen. Beiden worden in dit nummer herdacht, respectievelijk door onze voorzitter 54

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1958 | | pagina 8