Monumentenzorg in de stad Utrecht
Nieuwe leden
Tentoonstelling van het Utrechts Monumentenfonds
Ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan van de
Stichting Het Utrechts Monumentenfonds was
een tentoonstelling ingericht in het Centraal
Museum te Utrecht, die duidelijk toonde dat het
zich rekenschap geven van zijn verleden geen uiting
van sentimentaliteit behoeft te zijn. Monumenten
zorg is altijd een delicate bezigheid in onze maat
schappij wat voor de één een hinderlijk obstakel is,
is voor de ander een onmisbare schakel in de his
torische continuïteit. Onze generatie moet niet
alleen deze continuïteit naar de toekomst ver
volgen, doch ook het nageslacht in staat stellen
deze in een waarneembaar verleden te observeren.
De geschiedenis van de stad Utrecht vindt in de
eerste plaats zijn illustratie in de groei van de
plattegrond en daarnaast natuurlijk in zijn oude
gebouwen. Bij deze laatste denkt men vanzelf
sprekend het eerst aan de kerken waarmee de oude
Bisschopsstad zo rijk begiftigd is. Daarnaast echter
zijn er weinig grote gebouwen die op zichzelf aan-
spieken; het is alles vrij bescheiden van aaid. In
de particuliere stedelijke woonhuizen vindt men
echter zeer veel dat mede de essentie uitmaakt van
een karakteristiek stadsbeeld.
In 1928 kwam de monumenten verordening van de
gemeente Utrecht tot stand. Opzettelijke vermin
king van de bestaande monumenten werd daar
door vermeden, maar ten aanzien van de zorg voor
onderhoud en herstel was men er niets verder
mede. Vijftien jaar duurde het voordat in deze
leemte werd voorzien door de stichting van het
monumentenfonds, dat thans weer vijftien jaar
bestaat. Het fonds heeft van zijn oprichting af een
subsidie van f 1000,per jaar van de gemeente
Utrecht gekregen, welk bedrag onlangs verhoogd
werd tot f 4000,De begunstigers brengen samen
nog eens f 1000,bijeen, zodat het fonds met
zeer beperkte middelen moet werken om de parti
culiere monumentenbezitters te helpen hun res
tauraties te bekostigen. Uiteraard is bij dit werk de
gemeentelijke monumentenlijst, die het laatst werd
aangevuld in 1931, geen richtlijn. Elk pand, dat
voor het stadsbeeld van belang is kan in aanmer
king komen voor steun van het monumentenfonds.
De tentoonstelling gaf een beeld van het bereikte in
de afgelopen jaren en van de overige activiteiten op
het gebied van de monumentenzorg binnen de ge
meente Utrecht. Want naast het fonds werken Rijk
en Gemeente aan de restauratie van de kerken
mede, terwijl bijv. voor de restauratie van de
grachten en werven sinds 1940 per jaar f 200.000
op de gemeentebegroting staat.
Ook de resultaten van oudheidkundig bodem
onderzoek waren aanschouwelijk tentoongesteld.
G. B.
Als donatrice traden toe:
N.V. Maatschappij tot Exploitatie van Limburgsche
Steenkolenmijnen, genaamd Oranje Nassau Mijnen;
W. L. Baronesse van Wassenaer-'sjacob, Lausanne.
Als buitengewoon lid traden toe
Dr. S. R. van Asperen de Boer, Amsterdam; Me
juffrouw A. A. de Beaufort, Leusden; Mr. E. van
Beusekom, Oosterbeek; W. de Boer, architect, Leer
dam; D. Breebaart, burgemeester van Hoogwoud;
J. A. H. Bult, arts, Hoofddorp; Jhr. T. H. Cogels,
Ossendrecht; Mr. K. H. J. Dorren, Voorburg; Mr.
Julius Frowein, Oosterbeek; G. de Goederen, Woerden;
Mr. H. Greebe, burgemeester van Zweeloo; Mevrouw
J. H. Griekspoor-van der Maas, Amsterdam; H. J.
Hasseleij-Kirchner, Baarn; Mr. F. W. D. C. A. van
Hattum, Santpoort; A. C. Hellema, Montfoort; Th. H.
Hut, arts, Harlingen; Drs. C. de Jager, Maarssen;
L. Justman Jacob, ec. drs. Amsterdam; C. Kirkenier,
arch. B.N.A., Alkmaar; Dr. P. van Kleffens, Heem
stede; Joan H. A. Kruimel, Overveen; Ir. C. Krijn,
Haarlem; H. C. Lefering, Amsterdam; G. E. Lüps,
Velp; Mej. S. A. J. Poolander, Hilversum; A. L.
Roscam Abbing, 's-Gravenhage; Mr. Albertine P.
Schilthuis, 's-Gravenhage; A. P. Schipper, Maarssen;
R. Siegmund, Amsterdam; Mr. J. J. Spahr van der
Hoek, Olterterp; Mej. Joh. H. Springer, Haarlem;
Mr. A. W. L. Talma-Stheeman, Amsterdam; Mr.
E. J. W. Top, Aerdenhout; Jacques van Velsen, arch.
B.N.A. Haarlem; Mr. J. Visser, ambassadeur te Stock
holm; Ir. A. C. Vreede, 's-Gravenhage; J. J. Vriend,
arch. Amsterdam; Mr. L. Wassenbergh, notaris,
Kollum; J. de Wilde, Haarlem; Nicolaas de Wolf,
arch. Doesburg; Ir. W. Ybema, c.i., Amsterdam;
Mevr. Dr. A. N. Zadocks-Josephus Jitta, Amsterdam.
68