Boekbesprekingen G. B. Bondsfinanciën 67 Duizend jaar bouwen in Nederland door mr. S. J. Fockema Andreae, prof. dr. E. H. ter Kuile R. C. Hekker. Deel 2, De bouwkunst na de middeleeuwen. Amsterdam, Allert de Lange, 1957. Bijna tien jaar na het verschijnen van het eerste deel van dit werk (toen nog in de Heemschut-Bibliotheek), is dit handboek thans vpltooid met de verschijning van deel 2. Het boek begint evenals zijn voorganger met een over zicht van de stedebouwkundige ontwikkeling in de be handelde periode, van de hand van ons bestuurslid mr. S. J. Fockema Andreae. Vele lezers van het eerste deel zullen vaak dankbaar gebruik hebben gemaakt van de heldere samenvatting van dit belangrijke aspect van ons bouwkundig ver leden, dat in voorafgaande handboeken (Weissman, Vermeulen) niet op deze wijze tot uiting komt. Naar onze huidige inzichten moet niet alleen elk ge bouw gezien worden als deel uitmakend van zijn om geving, maar is evenzeer de gehele stedebouwkundige situatie, waarin het zich bevindt, en de historische groei daarvan van het grootste belang voor een goed begrip van het monument. Mr. Fockema Andreae is een deskundige op dit ge bied en zijn verzorgde bijdrage is een boeiend onder deel van het boek. Prof. Dr. E. H. ter Kuile zet zijn historisch overzicht van de bouwkunst voort met enige hoofdstukken over de na-middeleeuwse architectuur. Ook hier is de lezer in vertrouwde handen en krijgt op overzichtelijke, beknopte wijze de hoofdtrekken van onze architectu rale erfenis voorgeschoteld: de ontwikkeling van Renaissance, Manierisme en Klassicisme. Dit laatste beginnend met de meesters van de 17de eeuwse klassi- cistische barok en doorwerkend in een lange traditie via de 18de eeuwse stijlen tot in de 19de eeuw. Dan, met de 2 de helft van die eeuw, komt de klassieke vorm- traditie ten slotte tot ontbinding. Dat de tijd na 1850 slechts zeer summier ter sprake komt, is een gevolg van van de Oostindiëvaarders. Dan worden de namen en jaartallen uit het geschiedenisboekje op school ineens levend: achter de dorre cijfers en letters doemt een visioen op van durf en volharding, een visioen van klapperende zeilen boven een klein houten schip, maandenlang eenzaam op de oceanen, een visioen dat geurig van specerijen en zilt van zeewind is, kleurrijk en prachtig Och ja, men kan ook nuchter en zuinig zijn, de oude rommel maar slopen en er een net loodsje neerzetten, met een dak van gegolfd plaatijzer. het feit dat wij voor een historische beschouwing mis schien nog te dicht daarbij staan. Het boek sluit met een hoofdstuk van R. C. Hekker, boerderijenkenner bij uitnemendheid, over de ont wikkeling van de boerderijvormen in Nederland. De schrijver geeft in een inleiding eerst een overzicht van wat tot op heden op dit gebied gepresteerd is. Men leest hieruit, dat de materie vanuit verschillende ge zichtspunten benaderd is, hoewel veelal fragmen tarisch. Hekker is de eerste die een historische ontwikkeling geeft van de boerderij als architectuur-historisch ob ject, en alleen daarom al zijn deze ruim honderd blad zijden van onschatbare waarde. Meer dan 200 welgekozen illustraties verduidelijken de tekst. C. B. Autobiography of an Idea door Louis Sullivan, Dover Publication, New York 1958. Louis Sullivan, die voor Ghicago was wat Berlage was voor Amsterdam, leermeester van Frank Lloyd Wright, en wiens „Autobiography of an Idea" als het ware het manifest is van de moderne Amerikaanse architectuur, heeft tijdens zijn leven geen erkenning gevonden van zijn gaven. In een tijd dat in Amerika het eclecticisme hoogtij v'iërde was voor zijn werk geen plaats. Tekenend is dat hijAn 1906 zijn bezit, waaronder zijn bibliotheek en een collectie kunstvoorwerpen, moest verkopen, ten einde zijn schulden af te betalen. Dikwijls ook moest hij door collega's in leven gehouden worden. In 1924 stierf hij alleen en onbemiddeld in een hotel in Chicago. Lewis Mumford noemde hem „the first mind in American architecture that had come to know itself with any fullness in rélation to its soil, its period, its civilization". Zijn boek beschrijft de theorieën en ideeën, die zo'n grote invloed zouden uit oefenen op een hele generatie van Amerikaanse archi tecten. Intussen is reeds veel van Sullivan's werk ver dwenen, verbouwd of aan zijn bestemming onttrokken, een proces dat reeds tijdens zijn leven begon. Het is goed zich rekenschap te geven van de historische vernieuwing die hier plaats greep, juist nu het werk waarin deze belichaamd werd, dreigt te verdwijnen. C. B. Ook de Bond Heemschut kan niet leven en niet wakend werken voor de schoonheid van ons land wanneer de leden vergeten de toch waarlijk niet te hoge contributie te voldoen. Bij een onlangs ingesteld onderzoek naar de stand der betalingen, bleek dat reeds van de eerste helft der leden, met beginletters van A tot K, ruim vijfhonderd Heemschutters tot dan toe hadden ver zuimd hun bijdrage te storten. Deze leden ontvingen een aanmaning. Het resultaat was dat dertig van de vijfhonderd betaalden Zou het werkelijk niet beter kunnen

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1958 | | pagina 21