St. Maarten te Tiel
In memoriam H. Cleyndert Azn.
Zwaar gehavend kwam de Betuwe stad Tiel uit de
oorlog. Het centrum werd herbouwd, uitbreidings
wijken zijn in aanbouw en moderne fabriekscom
plexen voltooien het beeld van een 20ste eeuwse
stad. In het hart van Tiel ligt echter nog steeds de
gehavende stomp van de grote St. Maartenskerk.
De Hervormde gemeente moet voor de restaüratie
zelf twee honderdduizend gulden opbrengen. De
helft van dit bedrag is reeds bijeengebracht door de
ingezetenen. Thans doet de kerkelijke commissie
een beroep op belangstellenden in den lande om
een bijdrage te storten op giro 849100 of op haar
bankrekeningen bij de Nederl. Handel Mijden de
Rotterdamse Bank te Tiel, ten name van „restau
ratie St. Maarten".
Juist in steden die door oorlogsgeweld hun his
torisch gegroeid karakter grotendeels verloren,
krijgen de enkele gespaarde monumenten een bij
zondere betekenis als schakel tussen het verleden
en de toekomst. Wij wensen daarom de Herv.
Gemeente van harte succes toe bij haar pogingen
deze inzameling te doen slagen. G. B.
Wij werden geroerd door het bericht, dat ons oud
lid van het Dagelijks Bestuur, Cleyndert, op 77-
jarige leeftijd was overleden.
Cleyndert was een perfect „Heemschutter" en
tevens een warm strijder voor het natuurschoon.
Jarenlang werkte hij samen met Van Tienhoven en
Thijsse, een pracht combinatie.
Geboren op 27 sept. 1880 te Zaandam studeerde
hij theologie in Amsterdam, doch was van 1903
tot 1921 in de handel in het toenmalige Nederlands-
Indië.
Na een reis door Amerika wijdde hij zich geheel
aan de belangen van stedebouw, natuurbescher
ming, landschapsschoon en Heemschut.
Hij vervulde veel bestuursfuncties en zijn grote
plichtgetrouwheid deed hem die taken ook ge
degen uitvoeren. Voor notulist en secretaris was
hij niet gemakkelijk, want hij controleerde de no
tulen terdege èn liet veel veranderingen aan
brengen om toch maar vooral de juiste weergave
te vinden van wat er gezegd was.
Hij was de eerste secretaris van de sub-commissie
van Heemschut: „De Weg in het Landschap".
Burgemeester van Lanschot was toen Voorzitter.
Samen hebben zij uitstekend werk verricht in hun
strijd tegen reclameborden in de natuur, auto
belten, ontsierende bebouwing enzovoort.
Cleyndert was bovendien een ijverig lid van de
Commissie „De Heemschutgedachte onder de
Jeugd", die centraal geregeld was. Midden onder
de oorlog liet hij mij weten, dat we plaatselijk
moesten gaan werken en de centrale gedachte tot
na de oorlog laten rusten. Voor Amsterdam is dat
een groot succes geworden. Daar ontstond de
commissie „Heemkennis onder de Jeugd", die
gedurende de oorlog en daarna goed werk ver
richtte.
Met Cleyndert verliezen wij de eenvoudige, kranige
Heemschut-medewerker, die zich door zijn toe
wijding haast onmisbaar gemaakt heeft.
J. R. KONING
61
Een droeve bouwval in een nieuwe stad