Saneren in Dordrecht
Het is waarschijnlijk geen algemeen bekend ver
schijnsel, dat ook bij het besturen van gemeenten
de mode meespeelt. Er is in al ons doen en laten
een element dat bepaald wordt door de mode van
het ogenblik; misschien meer dan wij weten! En
zo is de grote mode bij gemeentebesturen op het
ogenblik: het opmaken van een saneringsplan voor
de kern.
De uiterlijke aanleiding voor deze mode is ernstig
genoeg, en wordt geleverd door het verval dat de
meeste oude kernen heelt aangetast. Nu zou dit
verval zeker bestreden kunnen worden door
„stadsrestauratie", hetzij op geleidelijke wijze
(Amersfoort), hetzij door de krachtige aanpak van
één wijk in zijn geheel (Maastricht, Stokstraatbuurt
en St.-Mathias-parochie). De omstandigheden
zullen van plaats tot plaats verschillen en dan tot
de ene, dan tot de andere werkwijze nopen.
Grondbeginsel van deze methoden is een houding
van eerbied tegenover het verleden, resulterende
in een streven, de elementen van de nieuwe tijd
behoedzaam in te passen in de totale structuur van
het geworden stadsbeeld.
De mode schrijft echter voor, dat deze wijze van
werken te verwerpen is. Men streeft naar een
spectaculaire oplossing, een revolutionaire daad,
zonder te beseffen dat onze tijd zo architectonisch
als stedebouwkundig bepaald niet over de midde
len beschikt om tot een gave expressie, laat staan
tot een organisch en schoon geheel te komen.
Onze stadsuitbreidingen bewijzen dit ten duide
lijkste. Een zekere zucht naar sensatie, een „den
ken" in de trant van grote krantenkoppen is aan
dit alles niet vreemd. De ijdelheid, voor het nage
slacht als de grote vernieuwer van de stadskern te
boek te staan, niet minder.
Zo zal wat ons van oud Nijmegen rest, worden
weggevaagd door een „saneringsplan". Zo zal de
oude Lastage in Amsterdam tegen de grond gaan
met zijn honderdtal fraaie oude huizen, en mèt zijn
markante structuur van het stratenplan.
Zo kwam het plan voor de sanering van Woud-
richem tot stand, waar de oude stad zal ver
anderen in een groot plantsoen.
En zo zal ook debinnenstad van Dordrecht, de
bakermat van onze vrijheid, op gruwelijke wijze
worden vernjinkt.
Dordt, stad met een van de schoonste kerken van
Holland, stad van de De Witten, van de grote
Synode, van de Statenvertaling die ons land zijn
eenheid van taal gaf, van de eerste vrije Staten
vergadering. Maar niet alleen historische herinne
ringen verbinden zich met Dordrecht; het bezit
ook een onvergelijkelijke en unieke oude stad.
Onvergelijgelijk in zijn schoonheid, uniek in zijn
structuur.
Dordrecht is ontstaan als zovele Nederlandse
steden: langs een riviertje. Dit stroompje is in het
huidige stadsbeeld overgebleven als Voorstraats
haven en Wijnhaven; de oudste bebouwing vond
een plaats op de dijken langs dit water: Grote
Kerksbuurt, Groenmarkt en Wijnstraat te ener
zijde, aan de overkant de Voorstraat, vanouds de
belangrijkste straat.
Een grondige verandering van de geografische
situatie heeft gemaakt, dat dit stroompje werd
ingekort tot een kleine zijarm van een grotere
rivier; de genoemde dijken werden daarbij afge
sneden en liepen, en lopen thans nog, op onbe
stemde wijze min of meer dood tegen het grote
water.
Voor de uitbreiding van de stad bleven nu nog
maar twee wegen open: landinwaarts en naar de
rivier toe. Beide wegen zijn gevolgd. Landinwaarts
werd een weidegebied ontsloten, waarin zich het
oude dorp Merwede bevond. De kern van dit
dorp wordt gevormd door het huidige Nieuwkerks-
plein. In dat weidegebied werd een karakteristieke
verkavelingsvorm gevonden. Daarbij werden de
sloten gehandhaafd, en werd over de lengte-as van
ieder weiland een straat gerooid. De huizen kwa
men aan de straat, de tuinen grensden achter aan
de sloten.
Deze buurt werd de wijk der kleine luyden, ar
beiders, ambachtslieden, kleine neringen. Hij
wordt gekenmerkt door een kleine schaal en grote
intimiteit, en vooral door een grote rijkdom aan
trapgevels van het zgn. Dordtse type, door zijn
zwaar geprofileerde ontlastingsbogen boven de ver-
ffiepingsvensters een markante verschijning in onze
56