K. Boonenburg „VAN HAVARD TOT SITWELL" III 94 streven en de nieuwe lesgebouwen staan er om te getuigen van dit sterk verbeterd inzicht. De be langrijke verbeteringen kwamen echter pas na de oorlog, zodat na de restauratie weer iets van de oude glorie te onderkennen is aan de vele details die te voorschijn zijn gekomen. Maar ook werd het KASTEEL van Breda als opleidingsinstituut voor de beroepsofficieren ge handhaafd en werd hiermede een ruim 120-jaar oude traditie voortgezet die én door de Gemeente Breda én door zeer vele oud-cadetten hogelijk werd gewaardeerd. Na de volledige restauratie geschiedde de officiële heropening van de Kon. Mil. Academie op 14 juli 1949, in tegenwoordig heid van Z.K.H. Prins Bernhard. Literatuur: Goor, T. E. van. Beschrijving der stadt en lande van Breda. 1744. Kalf, J. de monumenten in de voormalige Baronie van Breda. 1912. Roest van Limburg, G. M. Het Kasteel van Breda. 1904. Stegenga, T. De restauratie van het Kasteel van Breda. 1951. Stoorvogel, C. J. J., T. Stegenga en A. v. d. Steur. Het Kasteel van Breda. 1953. Slicher, VV. R. A. Beschrijving van een overgebleven gedeelte van een torentrap uit de 15e eeuw. 1923. De opwekking aan het slot van mijn artikel „Van Havard tot Sitwell" (dit tijdschrift, 34-ste jaargang, nr. 1, februari 1957) tot het verstrekken van aanvul lende boektitels is niet vergeefs geweest. Inderdaad hebben enige geïnteresseerden naar de pen gegrepen. Bovendien is in mondelinge kontakten gebleken dat het onderwerp veler aandacht had. 1) Reeds in het aprilnummer van dit tijdschrift gaf de heer Ton Koot een zestal titels, die in dit ver band zeer belangrijk waren. Hij noemde o.m. de namen van S. S. Abrahamson, Karl Capek, Pierre Leprohon, André Maurois en Gérard de Nerval. 2) Dr. J. Ploeger te Rietfontein, Pretoria, vestigde speciale aandacht op het Engelse werk "Old Domestic Architecture of Holland" (uitgegeven door F. R. Yerbury), waarvan hij zegt, dat het z.i. verwant is aan het werk van Jones. De volledige titel luidt: Old Domestic Architecture of Holland, edited by F. R. Yerbury, secretary of the Architectural Asso- ciation, being a series of photographs by the editor, with introductory notes by Dr. Ir. D. F. Slothouwer, architect and measured drawings by E. R. Jacrett, A.R.I.B.A. London, The Architectural Press, 27-29 Tothill Street, Westminster, S.W. 1. 1924. 3) De heer B. van der Veen te Groningen schrijft het volgende: Aan uw lijst van buitenlandse schrijvers over Neder land is toe te voegen: Honble Reginald Brougham: "A cruise on Friesland Broads", London, Ward and Downey, 1891 De schrijver maakt met zijn vriend R een tocht met twee speciaal voor deze tocht gebouwde boten van 14 voet lang, de "Panther" en de "Sheila". Ze laten deze boten vervoeren van Yarmouth naar Stavoren, waar de tocht begint. Dus door Friesland, Leeuwarden, Groningen, Assen, Meppel, weer door Friesland naar Stavoren, de Zuiderzee over naar Enkhuizen. Verder Hoorn, Marken, Monnikendam en Edam, naar Amsterdam. Van hier per stoomboot via IJmuiden naar Gravesend, en verder weer met de boten naar Maidenhead. De schrijver noemt het boek "Through Friesland in a Norfolk wherry", maar zegt: 'J "Even that book, excellent though it was in other respect, only told one vagely the most necessary details of how to go and how to get there". Hij noemt ons land: "This most charming of all charming coun- tries". Dit boek is dus ook een soort logboek, evenals het werk van Henry Montagu Doughty van 1890. 4) De burgemeester van Haarlemmermeer, Mr. G. C. van der Willigen, vestigt de aandacht op "A Wande- rer in Holland", by E. V. Lucas, i-ste druk 1905, ed. Methuen and Co. Ltd., „welk werk vele malen werd herdrukt en vooral aantrekkelijk is door zijn kennis van onze Hollandse schilders, gelijk van deze kunsthistorische publicist verwacht mag worden." 5) De heer W. J. A. Arntz te Bilthoven noemt in de eerste plaats het werk van Dr. A. de Vrankrijker: „In Andermans Ogen", uitgegeven door Het Spec trum, Utrecht. Hierin worden beschrijvingen van Holland door buitenlanders genoemd en besproken. Dr. de Vrankrijker noemt meerdere boeken op, welke in ons lijstje niet voorkomen. Volgens opgave van de heer Arntz o.m.: Heinrich Hansjacob, In den Niederlanden, Heidel- berg 1881. Marie Mohr, Das Moderne Holland, Berlijn-Arnhem 1899- E. V. Lucas, A Wanderer in Holland, London 1905. Het laatste werk werd ook reeds door de heer G. C. van der Willigen genoteerd (zie hierboven). Bovendien bezit de heer Arntz zelf nog een aantal boekjes op dit gebied, welke ons tot dusverre onbekend waren. Het zijn:

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1957 | | pagina 22