Westzijde dichtgemetseld, waardoor een zaal ont stond. De ridderzaal die oorspronkelijk een houten gewelf had tot in het dak werd van een vlak plafond voorzien. Ook de galerij aan de Zuidzijde werd verminkt. De gracht om het vroegere Prinsenhof werd gedempt en de fraaie toegangsbrug door Prins Maurits gebouwd werd afgebroken en ver vangen door een andere toegang. Ook de water molen werd gesloopt en het ten Noorden van het blokhuis gelegen torengebouw onderging hetzelfde lot. Na het slopen werd met de bouw begonnen. Het Poortgebouw werd in- en uitwendig geheel ge wijzigd. Van het Paleis werd het bovengedeelte der muren met de fraaie kapelletjes afgebroken en 2,5 meter hoger opgetrokken waardoor een verdieping werd gewonnen, terwijl het gehele gebouw van nieuwe zadeldaken werd voorzien. De oude raam kozijnen werden vervangen door nieuwe met vroeg 19e-eeuwse ramen. De fijne hoektorens werden plat afgedekt en om het gebouw en de hoektorens werd een enorme daklijst gelegd. Het gehele Kasteelterrein en de Gebouwen onder gingen in de loop van de 19e en 20e eeuw vele veranderingen, die de schoonheid en het aanzien van Kasteel en omgeving niet hebben verhoogd, terwijl bovendien al hetgeen aanvankelijk van de muurbehandeling der oude bijgebouwen nog zicht baar was gebleven onder pleisterlagen verdween. Tegen het Kasteel aan de Noordzijde werden een toiletgebouw, een ketelhuis en een badgebouw aangebouwd, terwijl op vrij willekeurige wijze over het gehele terrein allerlei dienstgebouwen werden geplaatst o.a. de kleine gymnastiekzaal, de timmermanswerkplaats, de artillerieloods enz. De 20e eeuw bracht gelukkig een kentering in de slopingsmentali- teit en er is een streven waar te nemen om het Kasteel te behou den en te verzorgen als een mo nument van geschiedenis en kunst. Zo werd hetz.g. Spanjaardsgaten de beide daarnaast gelegen torens, de Granaat- en de Duiventoren in de periode 1903-1910 door de architect Frowein gerestaureerd. Ook werd in 't begin van deze eeuw een aanvang gemaakt met de restauratie van de buitenmuren van het Poortgebouw en van de Nassautoren door de bepleistering die daar een 100 jaar geleden op was aangebracht te verwijderen. Eveneens werden de 36 terracotta portretmedaillons met zandstenen omrandingen, die op de binnen plaats van het Kasteel zijn aangebracht en die aan de Bologna worden toegeschreven, gerestaureerd. In 1938 werd een aantal nieuwe gebouwen ge plaatst waaronder een nieuw lesgebouw, maar deze gebouwen waren in 1940 nog niet geheel voltooid. De Duitsers profiteerden hiervan, want tijdens de 2e Wereldoorlog gebruikten zij het complex gebouwen met een steeds wisselende bezetting van allerlei onderdelen. De beruchte S.D. behoorde hier ook toe. Geheel onbeschadigd zijn het Kasteel van Breda en de andere gebouwen niet uit de oorlog te voor schijn gekomen. De grote bezetting was tijdens de oorlog al niet bevorderlijk voor 't interieur, maar bij de nadering van de Geallieerden lieten de Duitsers de telefooncentrale in het Kasteel in de lucht vliegen waardoor vrij ernstige schade werd veroorzaakt. Na de 2de Wereldoorlog werd het Kasteel in gebruik genomen door onderdelen van het Neder landse leger. In deze perioden zijn de gebouwen volledig uitgewoond, omdat er zeer weinig onder houd aan de gebouwen werd verricht, terwijl de bezetting zeer groot was en op sommige ogen blikken wel 3 000 man bedroeg. Op 28 oktober 1947 stelde de Minister van Oorlog een Commissie in welke hem van advies moest dienen inzake de eisen te stellen aan een Instituut voor de opleiding van beroepsofficieren, bij welk advies tevens in beschouwing moest worden ge nomen de vraag of het Kasteel van Breda in de toestand waarin het verkeerde kon worden ge schikt gemaakt tot zulk een instituut en zo ja op welke wijze. 91 De eetzaal

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1957 | | pagina 19