Onder Prins Willem V kwam het Prinsenhof weer
in aanzien te staan bij de Stadhouderlijke familie
en grote sommen gelds werden door Willem V be
steed aan verfraaiing en onderhoud. De Stad
houderspoort kreeg haar tegenwoordig aanzien en
vindt zijn afsluiting aan de zijde van het voorplein
door een zeer eenvoudig poortfront uit hardsteen
met het jaartal 1773. Het Arsenaal van René van
Chalon werd afgebroken en de aldus ontstane
ruimte voor tuin bestemd.
De Bataafse Republiek bracht ook voor Breda mets
dan vernedering en ellende. Het Prinsenhof werd
verbeurd verklaard en de prachtige wandbehang
sels en de rijke inboedel werden in schuiten naar
den Haag gebracht en aldaar publiek verkocht.
Het Kasteel werd gebruikt als verblijf voor krijgs
gevangenen en als Hospitaal. Deze laatste be
stemming hield het tot 1826, dus ook nadat het in
1816 aan het Huis van Oranje was teruggegeven.
In 1826 begint een nieuwe periode in de Geschiede
nis van het Kasteel. Bij Besluit van 29 mei 1826
no. 27 werd door Z. M. Konmg Willem I de op
richting van de Kon. Mil. Academie te Breda ge
last, de eerste militaire inrichting in Europa waar
de krijgskunst in haar gehele omvang en op weten
schappelijke grondslagen door de toekomstige
officieren van alle wapens zou worden beoefend.
Dat Breda werd uitverkoren had deze stad te
danken aan haar ligging ongeveer m het Centrum
van het toenmalige Koninkrijk en aan haar roem
rijk Kasteel, dat niet alleen een geschikte woon
plaats aanbood uit een praktisch oogpunt, maar
dat tevens door de talrijke herinneringen daaraan
verbonden, de liefde en de eerbied voor de Oranjes,
die zo lange tijd de Hoge bewoners waren geweest,
zou levendig houden.
Een bedrag van f 350.000,werd beschikbaar ge
steld om het voor dat doel te verbouwen. De jaren
1826-1828 werden gekenmerkt door een sloop- en
bouwactiviteit en helaas is in deze jaren veel oude
kunst en historie vernield. Men had in die dagen
blijkbaar geen oog voor datgene wat ons uit
historisch of architectonisch oogpunt interesseert.
De kapel van René van Chalon met haar ontelbare
herinneringen aan vele Oranjes deelde in 1826 het
lot van de oude toren van de burcht van Jan van
Polanen en viel onder de hamer van de sloper.
Intussen had Koning Willem I ingegrepen en in af
wijking van het concept-bestek waai bij beschreven
was het wegkappen van alle sieraden op de muien
van het Kasteel en het „bepleisteren van dezelve"
bepaalde Zijne Majesteit dat de sieraden zoveel
mogelijk behouden dienden te worden en dat de
muren ongepleisterd bleven.
Maar niettemin werd de monumentale trap op het
binnenhof afgebroken en de open galerij aan de
90
Het
verlaagde
terras tussen
voorplein en
slotgracht