alleen gebruikt was om gasten te ontvangen zelf
ging bewonen. De galerij belemmerde hem waar
schijnlijk het uitzicht op het Valkenberg).
In 1567 moest Willem van Oranje het Kasteel ver
laten om naar Dillenburg uit te wijken. Zijn be
zittingen werden verbeurd verklaard en op het
Paleis kwam een Spaanse bezetting. Bij het
Eeuwig Edict in 1577 werd de Prins weer in het
bezit van zijn goederen gesteld om het in 1580
voorgoed te verlaten.
In 1581 kwam het Paleis bij verrassing in Spaanse
handen en in 1590 werd het evenzeer bij verrassing
door het bekende turfschip weer terug
genomen.
De vele lotswisselingen waaraan Breda blootstond
gedurende de Tachtigjarige Oorlog, tengevolge
waarvan het Paleis meermalen in andere handen
overging maakten aan de bouwwerken op het
Paleis een einde. Slechts werden onder Maurits en
Frederik Hendrik nieuwe buitenwerken aangelegd,
welke als gevolg van tactische eisen herhaaldelijk
werden gewijzigd.
Vermeldenswaard is in deze periode de bouw van
een monumentale brug in 1597 als toegang tot de
Paleispoort. De brug bestond uit 3 gemetselde
bogen door een ophaalbrug aan de poort ver
bonden, terwijl de stenen borstwering versierd was
met de wapens van René, Willem, Philips Willem
en Maurits. Ongetwijfeld had op de plaats waar
Maurits deze nieuwe brug bouwde al een brug ge
legen. Wellicht werd de Paleisgracht door Maurits
verbreed, hetgeen een nieuwe brug noodzakelijk
maakte. Bij deze verbreding zijn de bruggen die
toegang gaven tot de poorten in de korte gevels van
de ridderzaal waarschijnlijk ook vervallen. Deze
bruggen zijn echter niet vervangen.
In 1667 werd de vrede van Breda tussen Neder
land, Engeland, Frankrijk, Zweden en Dene
marken gesloten en het volgend jaar kwam Prins
Willem III in het bezit van de goederen van zijn
vader.
Willem III had eindelijk weer gelegenheid om
aandacht te wijden aan het Paleis, dat nog steeds
bestond uit het Zuidelijk gedeelte van Jan van
Polanen en het Noordelijk gedeelte van Hendrik
III, tussen welke gedeelten in verband met de ver
schillende bouwwijzen een zekere disharmonie
bestond.
In 1686 liet hij de vleugel afbreken, die nog van de
oude burcht van Jan van Polanen was overge
bleven. Alleen de hoektoren bleef nog staan. In
1688 werd begonnen met de bouw van een nieuwe
vleugel en daarna werd het geheel inwendig en
uitwendig gerestaureerd. De galerijen op de eerste
verdieping werden dichtgemaakt en van vensters
voorzien. In de Koningsgalerij en de Helden
galerij van het tegenwoordige Kasteel zijn de
initialen W en M (William en Mary) gedekt door de
Engelse Koningskroon nog duidelijk te herkennen.
Het tijdens Willem III gebouwde gedeelte is een
zeer goede navolging geweest van de bestaande
gedeelten. In het metselwerk is een klein verschil
te zien. De nieuwe stenen zijn wel van dezelfde
kleur maar iets dikker en korter. Bovendien is het
steenhouwerswerk van de 16e eeuw fijner en meer
verzorgd dan dat van de 17c eeuw.
De toegangspoort in de voorgevel met de naam
„Henricus" werd gehandhaafd. Boven deze poort
werd een middenpartij opgetrokken met een top
gevel die versierd was met griffioenen. Voor de
poort bleef de brug over de binnengracht eveneens
gehandhaafd. De hoeken van de voorgevel werden
als het ware verankerd door torentjes die bijna een
verdieping boven de goot uitrezen en door een een
voudige koepeltje waren gedekt.
De Stadhouderspoort werd door Willem III ook
veranderd. Het thans aanwezige fronton is uit de
tijd van Willem III en schijnt afkomstig van de
vroegere Boschpoort. Het reliëf dat hierop voor
komt is het Wapen van Koning Stadhouder Willem
III omgeven door de orde van de Kouseband en
geflankeerd door leeuwen en krijgsattributen. De
bouwwerkzaamheden stonden onder leiding van
Roman en Johannes de Wijs en leidden in 1695
tot de voltooiing van het Paleis, dat nu Prinsenhof
geheten zijn grootste glorietijd beleefde.
Met de dood van Willem III in 1702 werd een
belangrijke periode in de geschiedenis van het
Kasteel afgesloten. Daarna begon een lijdensge
schiedenis. Van 1702-1737 was het Kasteel ver
zegeld en afgesloten. Willem IV bracht op 13 sept.
1737 met zijn gemalin een bezoek aan Breda, maar
bij dit enkele bezoek is het ook gebleven.
89
De brug met Stadhouderspoort