sloten. Dit was op 10 juli jl. de heer Ritmeester aan
leiding om in de Tweede Kamer vragen te stellen
aan de Staatssecretaris voor Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen, o.m. of er afdoende maat
regelen zullen worden genomen om de ondergang
van dit monument te voorkomen. De Staatssecre
taris berichtte, dat het hem niet mogelijk was
binnen de gebruikelijke termijn op de gestelde
vragen antwoord te geven
Deze diep-betreurenswaardige gang van zaken
betreft nu het nationale monument, Nederlands
eerste kerk, de plaats waar onze koningen ge
huldigd worden, waar het praalgraf van onze
grootste zeeheld staat, waar Hooft, Vondel, Van
Baerle, Jan van Galen, Van Speyk, Is. da Costa en
vele andere grote Nederlanders hun laatste rust
plaats vonden, waaraan kunstenaars als Jacob van
Campen, de Lutma's, Albert Vinckenbrinck,
A. Quellinus, Willem de Keyser, Rombout Ver
hulst en vele anderen voor en aan gewerkt hebben.
Dat het niet als een vanzelfsprekende zaak wordt
beschouwd om snel de middelen beschikbaar te
stellen voor de restauratie van een dergelijk monu
ment, kan slechts een aanduiding zijn, dat ons land
ter zake van zijn monumentenzorg nog als een
„onontwikkeld gebied" moet worden beschouwd.
en het kleine monument
Staat het zo met het grote, het nationale monu-
Ton Koot
EEN IJ-TUNNEL VOOR ASVERKEER?
Als Amsterdammer zit de IJ-tunnel ons hoog.
De keuze tussen tunnelplan 5 en de overige plan
nen was ons destijds als een keuze tussen de elec-
trische stoel en de stropr Dat wij de electrische
stoel kozen zal wel het gevolg zijn van de over
weging, dat men zijn noodlot beter zittend kan
afwachten dan staandNu de storm om deze
tunnel wat geluwd is en het zicht wat helderder,
kunnen wij slechts de verzuchting slaken, dat er
een wijs besluit genomen zal worden.
Wij twijfelen ernstig aan de wijsheid van het
besluit, als dit betekent, dat een IJ-tunnel voor
het asverkeer moet worden gebouwd. Duidelijker
dan ooit staat ons voor ogen, dat een Hemtunnel
het eerst noodzakelijk is. De snelle ontwikkeling
van de zeeschepen maakt het onafwijsbaar nodig,
dat de Hembrug als obstakel voor de Amsterdamse
haven ten spoedigste verdwijnt. Laat men hier
niet lang meer over zeuren, maar onverwijld doen!
Als men dan over Velser- en Hemtunnel beschikt
en over de Schellingwouder brug kunnen wij niet
ment, met het kleine monument is het niet minder
erg gesteld.
Denkt men bij defensie, wegenbouw of zeewering
in getallen van honderden miljoenen guldens,
zodra het om dit cultuurgoed gaat, dat een on
metelijke en ongrijpbare waarde heeft, dan houdt
men plotseling op bij 5 miljoen. De kinderen van
deze bekrompen rekening zijn in de eerste plaats de
kleine monumenten (wel of niet op „beschermende
lijsten" voorkomend). Wanneer er reeds wacht
lijsten zijn om over vijf of zes jaren voor subsidies in
aanmerking te komen, kan men de eigenaars niet
meer kwalijk nemen, dat zij het wel geloven en dus
hun panden aan de sloop prijsgeven. Dat dit onher
stelbaar verlies is, behoeft in dit blad geen betoog
meer. Dat wij sceptisch staan tegenover de loze
afdoener dat dan nieuwe schoonheid geschapen
wordt, weet men nu ook, en zo niet, ziet dan rond
om in alle oude stadskernen waar men hedendaags
gebouwd heeft. Wie ogen heeft om te zien zal be
hoefte voelen om as op zijn hoofd te strooien.
Het behoud van het karakter van onze steden en
dorpen gaat ons allen aan. Het wordt de hoogste
tijd, dat onze volksvertegenwoordiging daar meer
aandacht aan gaat schenken. Met de vragen van
de heer Ritmeester is nog maar een begin gemaakt.
Er dient meer, veel meer te gebeuren, om de strijd
tegen het wanbegrip van „bestedingsbeperking"
op dit gebied aan te gaan.
inzien, dat een auto-tunnel onder het IJ onmis
baar is. Onafwendbaar gaan wij het ogenblik
tegemoet waarop besloten moet worden om het
verkeer in de binnenstad van Amsterdam (en
andere binnensteden) te beperken. Het onnodige
verkeer moet er uit, het overige verkeer zal ge
spreid en verstandig geleid moeten worden. Oók
de openbare vervoersmiddelen. Dan is het waan
zin om een verkeerstunnel op het hart van de stad
te richten en daar zijn verkeer op uit te doen
storten.
Als er een tunnel nodig is, dan verdient ons in
ziens één voor de wielrijders en voetgangers voor
keur. Voor hen kan men nog aanvoeren dat de
tocht van het industrie-gebied over het IJ naar
het centrum te groot is, voor auto's geldt dit dan
niet meer.
Men bezinne zich grondig op een IJ-tunnel voor
het autoverkeer. En komt men tot de ons inziens
gelukkige beslissing om deze niet door tè laten
gaan, dan haaste men zich om de rampzalige
plannen voor de binnenstad met betrekking tot
de Nieuwmarktomgeving, Jodenbreestraat en
Weesperstraat snel en grondig te herzien.
85