Niettegenstaande de adressen van de vijf oudheid kundige verenigingen w.o. de Bond Heemschut besloot het gemeentebestuur van s-Gravenhage tot sloping van de oude hofstede „Vrederust" een kapi tale boerderij die het jaartal 1593 nog in haar muur ankers draagt. Toen de sloping zou aanvangen greep het Ministerie in, verzuimd was de bekrach tiging van G.S. op het raadsbesluit af te wachten, terwijl bovendien bleek, dat de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg eveneens van mening was, dat op behoud van de boerderij prijs moet worden gesteld. Dit inzicht biedt nog verheugende kansen. Ten aanzien van de gedeeltelijke herziening van het uitbreidingsplan Broek in Waterland zijn verschillen de bedenkingen gerezen, waarvan de gemeente raad in kennis is gesteld, maar waarmede geen rekening werd gehouden bij zijn besluit, derhalve zijn de bezwaren van de Bond Heemschut ter ken nis gebracht van Gedeputeerde Staten. Zij richten zich tegen het streven om een wijziging te brengen in de karakteristieke situatie der panden, het schep pen van een vrij vormloos plein aan de kerk en het ontbreken van een plan tot het leggen van een zwaartepunt, een centrum voor de dorpsgemeen schap in de dorpen Uitdam en Zuiderwoude, die in hoofdzaak lintbebouwing hebben. Sanering en Wederopbouwplannen Het saneringsplan voor de binnenstad van Breda ondervond van de zijde van Heemschut bezwaren, waarom constructieve voorstellen dezerzijds wer den gedaan, waardoor demping van de haven voorkomen zou kunnen worden en het stadhuis nog in gebruik zou kunnen blijven. De sanering van Woudrichem heeft onze aandacht en is nog een onderwerp van bespreking. De toegezegde bespreking inzake de wederopbouw plannen in Amsterdam, nl. Weesperstraat en Joden- breestraat had plaats met het gemeentebestuur, tezamen met de drie andere samenwerkende oud heidkundige verenigingen. Hoewel er enige reden was van deze bespreking verwachtingen te koeste ren, bleek het resultaat teleurstellend. Uit later ontvangen berichten en uit mededelingen in de Raad gedaan, werd het duidelijk, dat men stroef blijft vasthouden aan de eenmaal ingediende plan nen met alle fouten die daar, naar onze overtui ging, aan vast zitten. Het is ons onduidelijk hoe het gemeentebestuur de wens tot samenwerking met de belangstellende burgerij wil rijmen met het telkens en telkens weer afwijzen van elke redelijke en voor uitvoering vatbare suggestie welke van deze zijde wordt gedaan. Aanmoedigend voor hen die straks hun vrije tijd en hun zorg en toewijding zullen geven aan de Stedcbouwkundigc Raad is dit aller minst. Intussen is de Bond Heemschut van mening, dat de beide wederopbouwplannen, zoals die er liggen, niet met die zorg cn toewijding ten aanzien van het stedeschoon zijn gemaakt als mogelijk is. Er is dezerzijds alle bereidheid om in te stemmen met de noodzaak tot sanering en verbetering, maar aller minst om dit te doen met de uitvoering zoals hier wordt voorgesteld. Tenslotte moet ons in dit korte bestek de opmerking van het hart, dat hier zich opmerkelijk wreekt, het ontbreken van een duide lijk plan voor de binnenstad. Bij kritische beschouwing van de verschillende wederopbouwplannen kan men zich niet onttrek ken aan de opvatting dat aan het daar getoonde wegenschema de gedachte ten grondslag ligt dat de binnenstad opengebroken moet worden en onbe perkt toegankelijk gemaakt voor het verkeer. In dien dit een plan is dan is het niet openbaar, maar gezien in het licht van dc moderne opvatting wel achterlijk. Er is wel een nota-binnenstad en ook is er thans een verordening tot vaststelling van de voorschriften ex art. 43 der Woningwet voor de oude stad, maar deze beide zijn nog geen plan voor de binnenstad. Dat er een duidelijke uitspraak moet volgen ten aanzien van het verkeer is onbetwist baar. In dit verband verwijzen wij naar het adres dat de Bond Heemschut reeds in november 1954 tot het College van Burgemeester cn Wethouders richtte en dat gepubliceerd werd in het december nummer 1954 van het orgaan Heemschut. Her lezing kan de juistheid van de toen gesuggereerde richtlijnen ten opzichte van het verkeersbeleid in de binnenstad slechts bevestigen. Ook in dit op zicht was de tijd geheel aan onze zijde. Stads- en Dorpsgezicht Het plan tot oprichting van een 22 m hoge toren voor draadloze telefonie in de Meelstraat te Zieriksee trok onze aandacht. De verzekering dat de vormgeving daarvan de aandacht van P.T.T. zal hebben heeft ons niet kunnen geruststellen cn even min kunnen overtuigen dat de plaats voor dit ge vaarte esthetisch verantwoord is. De aanwijzing tot ligplaats van de drijvende woon- gevaarten in de Herengracht bij de Brouwersgracht te Amsterdam achten wij een miskenning van dc schoonheid van dit stadsdeel. De ligplaats van deze drijvende bungalows voor de grachtenhuizen is even onjuist als het volbouwen van de tuinen daar achter. 59

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1957 | | pagina 19