van nieuwe wegen alleen op de verkeerseisen worden gelet en zou er geen aandacht aan worden besteed in hoeverre de weg gelegenheid biedt om van de schoonheid van het landschap te genieten, dan bestaat de mogelijkheid dat de aantrekkelijk heid van het landschap, zoals dit van de weg uit wordt gezien in sterke mate zal verminderen. De doorsneden streek zal dan weinig aantrekkings kracht voor toeristen hebben, hetgeen een econo misch nadeel voor de bevolking van de doorsneden streek kan betekenen. Doch niet alleen het trekken van toeristen is een economisch belang. De recrea tieve invloed, welke het aanschouwen van de schoonheid der natuur - misschien vaak onbe wust - kan uitoefenen op hen, die voor beroeps- doeleinden van de wegen gebruik maken, kan mede als een economisch belang worden be schouwd, omdat hierin een tegenwicht wordt gevonden tegenover de dagelijkse zorgen, hetgeen de arbeidskracht zal verhogen. Het moet daarom als een economisch en sociaal belang worden gezien, dat bij het aanleggen van wegen zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met het natuurschoon. Dit moet niet alleen geschieden door het sparen van uit een oogpunt van natuurschoon of natuurwetenschap belang rijke objecten, maar ook door de wegen zodanig te traceren, dat de schoonheid van het landschap onder het oog van de weggebruikers wordt ge bracht en mede door het door middel van in het landschap passende beplantingen nieuw natuur schoon te scheppen. Om een en ander te bereiken zal het in de eerste plaats nodig zijn, dat de weg, zoals de wegge bruiker deze voor zich ziet, het landschap niet op storende wijze doorsnijdt, m.a.w. het wegbeeld moet zich aanpassen aan de horizontale en ver ticale vormen van het landschap en de structuur hiervan zo min mogelijk verstoren. Daartegenover staat, dat de weg, in het bijzonder de primaire weg bv. een autosnelweg, moet wor den gezien als een kunstwerk, waarvan uit het uiterlijk aanzien ook het doel ervan moet spreken, hetgeen inhoudt dat de weggebruiker het verloop van de weg voor zich over geruime afstand moet kunnen overzien en dat het wegbeeld ook wat zijn breedte-indeling betreft, past bij' het begrip snelheid (afb. 9). De aanpassing aan het landschap mag voor deze wegen niet zover worden doorgevoerd, dat aan de verkeerstechnische en veiligheidseisen zou worden te kort gedaan. Het dwarsprofiel moet door een harmonische indeling, waarbij rijbaan breedte, bermbreedte en beplantingen in goede verhoudingen tot elkaar staan, in het algemene wegbeeld passen. Detailpunten In het bovenstaande zijn enige algemene beschou wingen gegeven over de esthetische kant van de wegenaanleg. In vorengenoemde praeadvies voor het Ned. Wegencongres besprak ik een aantal detailpunten, waarbij bij het traceren van wegen rekening moet worden gehouden om aan de genoemde eisen te voldoen. De voornaamste eisen hiervan waren: 1. Lange .rechte wegvlakken verdienen in het algemeen geen aanbeveling. Deze zijn meer op hun plaats in landschappen waar db i rechte lijn domineert, zoals bv. in onze droog- makerijen, dan in geaccidenteerd terrein. Aanvankelijk ging men van de gedachte uit dat primaire wegen, in het bijzonder de auto snelwegen om in economisch opzicht het meeste effect te sorteren, de kortste verbinding 22 1 I 1 10 11

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1957 | | pagina 14