TON KOOT
ONTSIERING IN EEN SFEERRIJK STADJE
Op vreemde wijze kan plotseling, door de inwoners
ongewild, het gezicht van een gemeente verande
ren. Dat bleek onlangs in een der sfeerrijkste der
kleine steden, welke Nederland kent: Zierikzee.
De straatverlichting bestond uit gaslantaarns,
die het in de sfeer van de kleine stad niet slecht
deden, althans niet slechter dan vele moderne
verlichtingspalen elders. Dat het licht verbetering
behoefde is geen punt van discussie, maar dat het
licht uit zulke monsterachtige, negen meter hoge
stangen moet komen, zoals die thans zijn aan
gebracht, is aanleiding tot scherpe kritiek.
Terecht heeft de Vereniging Stad
en Lande van Schouwen en Dui-
veland zich hierover tot de ge- OP HEEMWACHT
meenteraad gewend. Terecht
pleitte de Zeeuwse Nieuwsbode
om althans op de meest karakteristieke plaatsen
de oude gaslantaarns te behouden bij de toepas
sing van de electrische verlichting.
Bepaald fijngevoelig is men ook niet te werk ge
gaan bij het aanbrengen van verlichte letters op
de Nutsspaarbank, noch bij de feestverlichting
op de Appelmarkt en de Dam. Ontsierende recla
me in de gedaante van hangkastjes en spandoeken
neemt hand over hand toe in Zierikzee. Wij delen
de mening, dat reclame en verlichting kunnen
bijdragen tot een zekere verlevendiging van het
stadsbeeld, maar waarom moet dat ontsierend
zijn? Met zorg toegepast kan dit zelfs bijdragen
tot verfraaiing.
Ontsteltenis is in Zierikzee teweeg gebracht door
het besef, dat in de Meelstraat, nabij het Stadhuis,
op het telefoonkantoor een twee-en-twintig meter
hoge toren zal verrijzen voor draadloze telefonie.
Dit zal het gevoelige silhouet van Zierikzee ernstig
schaden.
De stormramp van februari 1953 heeft gelukkig
het hart van Zierikzee en zijn monumenten niet
onherstelbaar aangetast. Nu dreigen de mensen
handen zelf het te doen. De techniek schrijdt voort,
zeggen de cijferaars, maar moet dat als barbaar,
vragen wij.
en wendt onze Commissie „De Weg in het Land
schap" zich tot de betreffende instanties om aan
te dringen op ondergrondse leidingen. Van be
voegde zijde wordt ons dienaangaande het vol
gende medegedeeld:
Grote bovengrondse P.T.T.-routes bestaan nog
daar waar de telefoon niet is geautomatiseerd,
bijv. in het noordelijke deel van Groningen.
Deze zijn gedoemd om te verdwijnen, echter
ten gevolge van het steeds meer uitbreiden
van de verschillende locale telefoonnetten, ont
staan aan de buitenkant daarvan op het
ogenblik steeds weer zogenaamde
bovengrondse uitlopers of aftak
kingen voor een of enkele abon-
nés. Deze uitlopers worden meest
al langs tertiaire of quartaire
wegen aangetroffen.
Wanneer kabel of wanneer luchtlijn aangelegd
zal worden is een kwestie die in eerste aanleg
door economische overwegingen bepaald zal
moeten worden. De storingen van deze lucht
lijnen zijn ongetwijfeld hoger dan die van
kabels. Het zou daarom, aldus onze zegsman,
zeer prettig zijn als beschikt kon worden over
een sterke plastickabel voor enkele dubbel
draden, welke belangrijk goedkoper dan de
normale gearmeerde kabel moet zijn om als
vervanging van deze luchtlijnen te dienen.
De ontwikkeling wordt in deze richting gade
geslagen. Aan uitvoering is men echter nog
niet toe.
Ten slotte kan nog vermeld worden, dat er
thans ook een overeenkomst bestaat tussen
P.T.T. en enkele electriciteitsbedrijven voor het
bijspannen van telefoondraden aan luchtlijnen
voor de electriciteitsdistributie. Hierdoor kan
in een aantal gevallen een dubbele palenrij
langs wegen vermeden worden. Aldus onze
zegsman.
Bovengrondse telefoonleidingen
Meermalen kwam in ons orgaan ter sprake hoe
de bovengrondse telefoonleidingen ons open land
schap ontsieren. Telkens weer wijst ons bestuur
,,'t Hemeltsjegesloopt
Wijlen ons medebestuurslid, notaris Nanne Öttema
wiens scherp oog en fijne smaak voor wat schoon
was, bij velen onzer nog vers in het geheugen
ligt, kocht destijds in Leeuwarden het hoekhuis
Doelestraat - Groeneweg, het z.g. ,,'t Hemeltsje".
Het sloot aan op het reeds eerder door hem ver-
85