heeft gehad, door haar vermoedelijk als een der
eersten in Nederland op originele wijze in het
fabrieksreglement te introduceren.
Het is een bekend feit, dat het voor de handhaving
van een goede bedrijfsgang veelal noodzakelijk is
een aantal ordemaatregelen in het leven te roepen,
wier naleving door boetebepalingen verzekerd
kan worden. Nu bepaalt ons arbeidsovereenkom-
stenrecht in artikel 1637 u.lid 3 van het Burgerlijk
Wetboek hierbij, dat de bestemming dezer boeten
nauwkeurig omschreven moet worden, doch in
geen geval tot persoonlijk voordeel van de werk
gever mag strekken.
Bij het redigeren van haar fabrieksreglement zijn
directie en kern van de N.V. Machinefabriek
Teriet te Zutphen onlangs overeengekomen de
opbrengst der boeten ter beschikking te stellen
van de Stichting „Wijnhuisfonds". Men onder
schatte de innerlijke waarde van deze beslissing
niet. Zij manifesteert de gezamenlijke waardering
van werkgever en werknemersafgevaardigden voor
de wijze, waarop het Wijnhuisfonds voor de
schoonheid van Zutphen waakt. Het stemt ver
heugend dit wezenlijke blijk van burgerzin te
mogen constateren, waarbij dan tegelijkertijd de
vraag gesteld kan worden, of hiermede niet een
nieuwe faze van een groeiproces zichtbaar wordt.
Op dït ogenblik immers worden de werknemers
zelf nog slechts als „onvrijwillig contribuant"
met het Wijnhuisfonds geconfronteerd, en wel op
het ogenblik, dat zij de primaire en duidelijk om
schreven leefregels van de onderneming overtreden
hebben. Voltooid zal de ontwikkelingsgang echter
eerst zijn, wanneer de dag aanbreekt, dat men ook
zonder het intermediair van het boetebeding
tot de erkenning komt, dat instellingen zoals het
Wijnhuisfonds recht hebben op de vrijwillige
steun van alle plaatsgenoten, onverschillig de
plaats, welke zij in het arbeidsproces innemen.
Op dat ogenblik zal men eerst met recht mogen
zeggen, dat van Zutphen de victorie begonnen is!
WERD U LID NA 1946
Na 1946 zijn vele honderden verenigingen en per
sonen tot de Bond Heemschut toegetreden uit
sympathie voor zijn streven en uit behoefte om
daartoe bij te dragen. Zij hebben op die wijze
meegeholpen de Bond sterker en krachtiger te
maken en zijn invloed te vergroten.
De doelstelling van de Bond en zijn werkzaamheid
rechtvaardigen, dat de leden bij duizenden toe
vloeien. Wij zijn nuchter genoeg om te begrijpen,
dat dit niet zo gemakkelijk gaat. Het lidmaatschap
biedt geen persoonlijke voordelen, geen specta
culaire faciliteiten, hoewel het geïllustreerde or
gaan, de Heemschutdag en excursies der provin
ciale commissie zeer gewaardeerd blijken.
Een massale beweging zal de Bond Heemschut
nochtans niet worden. Dat is ook niet nodig. Op
gericht door kunstenaars, vooral architecten, en
schoonheidsminnenden verloochent de Bond nog
steeds zijn doel niet: waken voor de schoonheid.
Het is altijd in de geschiedenis aan enkelen gegeven
geweest in dit opzicht vóór te gaan. In die zin zal
ook de Bond een strijdbare Gideonsbende blijven.
Wij sturen dus bewust niet op een massaal lid
maatschap aan, maar wat wèl nodig is, dat is een
zodanige basis, een zodanige achtergrond voor
ons werk, dat de te voeren propaganda en acties
organisatorisch en financieel mogelijk zijn.
Sinds de reorganisatie van de Bond in 1946/'47
is het ledental met it 125 verenigingen en bijna
1000 individuele personen toegenomen. Dat is
een prachtige ontwikkeling.
Het huidige economische bestel en de minimale
behoeften van onze organisatie maken het wense
lijk een nóg hechtere grondslag te hebben. Die
ware bereikt met 5000 individuele leden. Het zou
ons ruimere financiële armslag geven ten aanzien
van de bezetting van ons bureau en de uitgave
van ons orgaan en dus ten aanzien van onze activi
teit en propaganda. Om dat de bereiken doen wij
een dringend beroep op al deze leden.
Wij weten dat velen die buiten onze Bond staan,
sympathie hebben voor ons werk, dat zij met lede
ogen weerloze schoonheid zien schenden en ver
nietigen. Zij beseffen niet, dat hun lidmaatschap
van onze Bond kan bijdragen tot het weerstaan
van deze destructieve krachten. Daarom een
wekroep tot onze leden om in eigen kring juist
deze lieden te wijzen op de wenselijkheid om tot
de Bond toe te treden. Er is thans gelegenheid tot
een persoonlijk lidmaatschap, bij voorkeur met
een jaarbijdrage van f io.-.
Indien ieder onzer persoonlijke leden twee kennis
sen hiervoor warm maakt, zijn wij aan de 5000 toe.
Toont hen ons orgaan, vraagt eventueel bij ons
nog propagandamateriaal aan: brochures, exem
plaren van het orgaan, e.d. en werkt daarmee. Het
98