1 men. Naast een sluis bij Éefde, die noodzakelijk was om de grote niveauverschillen van de IJssel op te vangen en de sluis in Almelo bij de overgang op de Overijsselse-kanalen, waren slechts twee sluizen nodig. Bovendien biedt het tracé een pret tige afwisseling tussen rechte en lichtgebogen gedeelten. In tegenstelling met vroegere methoden van kanaalbouw werd bij de Twenthe-kanalen de bij het graven vrijkomende grond niet in hoge dijken langs het kanaal gelegd. De Rijkswaterstaat heeft uit schoonheidsoverwegingen de dijken niet hoger willen maken dan nodig was. Hier vinden wij slechts op enkele plaatsen een hoge dijk, zoals langs de noordzijde van het kanaal tussen Lochem en Diepenheim, maar meestal zijn zij niet hoger dan één meter boven kanaalpeil. Hierdoor werd bereikt, dat het kanaal open in het landschap kwam te liggen en er op den duur een deel van kon worden. Hoge kanaaldijken vormen vanuit het omgevende land een storend element, terwijl zij die er tussendoor moeten varen weinig contact hebben met de streek. Deze hoge wallen sluiten de mogelijkheid tot een aesthetisch samen groeien van kanaal en landschap uit. De meeste uitgegraven grond werd samengebracht op enkele grote grondbergplaatsen, meest laag gelegen gedeelten, die later bebost werden. Deze boomgroepen geven een goede aansluiting aan de bosrijke omgeving. Het kanaal heeft overal vaste bruggen, welke vrij hoge opritten noodzakelijk maakten. Door deze opritten, waar dit mogelijk was, geen recht, doch een gebogen, verloop te geven werd een hinderlijke starheid vermeden. Zij voeren door een korte laanbeplanting naar de karakteristieke Twenthe-kanaalbruggen en bieden aardige uit zichten op het landschap rondom. De oplossing van een andere waterbouwkundige kwestie heeft er toe bijgedragen het kanaal op zichzelf, ook uit landschappelijk oogpunt, meer aanvaardbaar te maken. Het betreft hier de be scherming van de oevers tegen golfslag. Inplaats van beschoeiingen of dijkbekledingen van hout of steen, die wel een sterke bescherming waarborgen, doch zeer kunstmatig aandoen, werden rietbe plantingen gebruikt. Naast het kanaal werden onder het waterniveau rietbermen ter breedte van 4 m. aangebracht. Deze eveneens doelmatige en weinig kostbare wijze van oeverbescherming geeft de ka naalbegrenzing een veel natuurlijker karakter. Een bezwaar van riet is evenwel dat het spoedig afsterft, wanneer het veel betreden wordt. Op de henge laars wordt dan ook een dringend beroep gedaan om het riet te sparen en alleen van de voor de hengel sport aangebrachte vlonders gebruik te maken. ENSCHEDE HENGELO ENTER 91 SCHAAL: O 1 6 S 10 12 11 16 18 20 KM WIEBDKN ALMELO GEN HAA EIBERGEN VORDEN

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1956 | | pagina 15