al zijn deze laatste slechts ge ring) is namelijk de oorzaak dat het gebruik ervan even af wisselend is: weiden, essen, bos sen, moeras- en heidegebieden wisselen elkaar voortdurend af en geven deze streek zijn eigen intiem karakter. Tenslotte kwam in november 1919 toch een wet tot stand welke de aanleg gelastte van een scheepvaartkanaal van Twen- the naar de Rijn (bij Pannerden) met een verbinding naar de IJssel bij Zutphen. Pas elf jaren later werd aan de tenuitvoer legging van de plannen be gonnen. Enkele in de wet ge noemde gedeelten zijn niet uit gevoerd. Het kanaal van Enschede via Hengelo en Delden naar Zut phen kwam gereed in 1936, het zijkanaal naar Almelo in 1939. Zowel de voortschrijdende uit breiding van industrie en land bouw in het betreffende gebied als de ontwikkeling van de binnenscheepvaart hadden het inmiddels noodzakelijk ge maakt de dwarsprofielen van het kanaal aanzienlijk te ver groten, opdat een intensievere scheepvaart met grotere sche pen mogelijk zou zijn. De acties van de natuur- en landschapsbeschermers hadden tot resultaat dat de minister toezegde dat aan de land schappelijke verzorging van de kanalen alle aandacht besteed zou worden. Hiervoor zou ge bruik worden gemaakt van de diensten van het Staatsbos beheer. Zo ontstonden dan in acht jaren tijd de Twenthekanalen met een gezamenlijke lengte van 68 km en een breedte op de waterlijn variërend van 37 tot 45 m. met op een tiental punten verbrede zwaaiplaatsen. De diepte bedraagt 3,30 tot 5 m. Voor het overwinnen van ruim 20 m. terreinhoogte-verschil werden drie schutsluizen gebouwd te Eefde, Delden en Hengelo welke ieder een lengte hebben van 140 m. en een doorvaart wijdte van 12 m. Nabij Almelo bevindt zich nog een kleinere sluis, die de ver binding met de Overijsselse kanalen mogelijk maakt. Ongeveer 130.000 ton goederen worden gemiddeld per maand langs deze weg vervoerd. De voeding van de kanalen in droge tijden geschiedt door bemaling uit de lagere panden. Hiertoe is bij elke sluis een gemaal gebouwd. In natte tijden wordt het tweede en derde pand door afstromende beken gevoed. Het gemaal dient tevens als aflaatwerk, zodat het 89 Doorkijk op het hoogst gelegen Kanaalpand, uit een heftoren van de sluis bij Hengelo. De oeverbeplanting breekt de strakke lijnen van het Kanaal. foto's J. A. ten Hoopcn

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1956 | | pagina 13