kregen „Coulon-hüs". Dit was in 1713 door An- toine Coulon, de Hugenootse architect van de Friese Stadhouder gebouwd, ter huisvesting van diens personeel. Binnenmuren met tussendeuren scheidden slechts beide panden. Voor de symbolische koopsom van één gulden deed Nanne Ottema het pand over aan de ge meente, waarlijk niet om het te slopen, maar in het volle vertrouwen, dat het reeds bouwvallige huis gezond gemaakt zou worden en met het Coulon-huis als vanouds één deel zou gaan uit maken. Dit vertrouwen is helaas misplaatst ge bleken. De gemeente wenste verbreding van de Groeneweg en liet het pand daaraan ten offer vallen. Met welk een catastrofaal resultaat. Nauwelijks twee meter breedte werd er mee ge wonnen, want het Coulon-huis loopt achter het voormalig Hemeltsje om en daar zit men met een onwennige steenklomp Daar komt nog bij, dat deze toestand een bedrei ging vormt voor het Coulon-huis zelf met zijn fraaie Lodewijk XIV interieur. De toestand is nu bedroevend. Terecht vraagt de Leeuwarder Courant zich af: Welk lot wacht Coulon-hüs? en noemt zij de afbraak van 't Hemeltsje een droevige vergissing. Heemschut is een begrip geworden in Friesland; men had waarachtig mogen verwachten, dat hier waardiger was gehandeld. Laat ons hopen, dat dit een ont sporing is en deze tot de bezinning leidt, dat alleen grondig en royaal herstel goed kan maken, wat hier aan een stuk stadsschoon misdaan is! Hendrick de Keyser De vereniging Hendrick de Keyser kon in het jongste verslagjaar haar huizenbezit, dat de 100 panden ver overschreden heeft, met niet minder dan zes panden uitbreiden, nl. drie in Amsterdam, tweedn Harlingen en een in Dordrecht. Te gering is echter het aantal particulieren, dat krachtige financiële steun verleent, en juist dat is het, wat het bestuur nodig heeft om zich gedragen te weten door de tegenwoordige generatie, die de 86 De lantaarn in deze poort 15 tot op heden nog niet vervangen. Zierikzee. De verdwijnende straatverlichting in de Meelstraat, met het stadhuis op de achtergrond. Foto Ton Koot

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1956 | | pagina 10