Tegen de plannen voor wijziging van de havens en
sluizen, waardoor een deel van de stad zou worden
geïsoleerd en een gevaarlijke wijziging van de
stadsstructuur zou plaats vinden, nam de Raad,
mede op ons verzoek, stelling.
Een inventarisatie van het stadsschoon werd in
samenwerking tussen Heemschut en Oud-Harlin-
gen opgemaakt. Deze trok de aandacht van Pro
fessor Wegener Sleeswijk van de Technische Hoge
school, die deze inventarisatie met zijn studenten
wil gaan uitbreiden tot een volledige documentatie
met opmetingen, enz.
De ontwikkeling te Utrecht, waar de Dienst voor
Stadsontwikkeling rigoureuze doorbraakplannen
ontwierp, wordt nauwlettend gevolgd.
In Amsterdam werd het wederopbouwplan-
Nieuwmarkt door de Regering afgekeurd; inzake
het plan Jodenbreestraat, Mozes- en Aaron-
pastorie, en de Weesperstraat was contact met de
desbetreffende Wethouder. Aan Oirschot wordt
advies uitgebracht inzake de weg die het gemeen
tebestuur zou moeten bewandelen om te komen
tot herstel van het pleintje, genaamd Vrijthof
aldaar.
Uit Sittard komen berichten, dat men zich daar
onttrekken wil aan het rapport der Stadskern-
plancommissie en van de aanwijzingen van de
Minister van O.K. en W. ten aanzien van de
Wallen. Plannen tot ontluistering duiken steeds
weer op.
Stadsbeelddorpsbeeld
Voorkomen werd, dat de oude kerk te Wilsum
(aan de IJssel) zou worden geschaad door de
bouw van een hoge, logge school ernaast. Ver
zocht werd voor de geprojecteerde bouw van een
school dichtbij de kerk te Harlingen een betere
plaats te zoeken.
Aan het gemeentebestuur van Oirschot werd ad
vies uitgebracht over een voorgenomen verbete
ring van de straatverlichting aldaar. Aan het
gemeentebestuur van Haarlem werd een adres
gericht over de ontluistering van de Grote Markt
door de aankleding van wat men een kleding
magazijn pleegt te noemen.
Aan de Ministers van O.K. en W. en Economische
Zaken is de samenvatting van een studie toege
zonden betreffende de merkwaardige cultuur
van het eiland Marken en de mogelijkheid om het
algehele verdwijnen daarvan tegen te gaan.
Dempingen
Halsstarrig blijft al dertig jaren lang het gevaar
van demping van de Oude Rijn te Woerden drei
gen. Een rapport, samengesteld door stedebouw
kundigen ten behoeve van onze Bond, dat aan
toonde dat demping van de Rijn slechts stede-
bouwkundige en economische schade zou teweeg
brengen, heeft te Woerden niet de erkenning,
welke het ten volle verdient.
Het gemeentebestuur van Dokkum vroeg advies
inzake de vervuiling van de zgn. Nauwen aldaar.
Te Kollum dreigt opnieuw demping van de
Kollumervaart.
Het Gemeentebestuur van Gorinchem verkreeg
een uitvoerig advies inzake de Lingehaven aldaar,
waarbij de stedebouwkundige vormgeving werd
bezien.
Verzet werd gevoerd tegen de kostbare plannen
der gemeente Kockengen tot demping van de
Bijleveld in het dorp.
In het orgaan werd gewezen op het gevaar, dat de
Westerhaven te Groningen zal worden gedempt.
Restauraties, oude gebouwen
Het gehucht Tweeloo, voor welks behoud ook
Heemschut ijverde, zal geheel verloren gaan. De
gemeente Meppel weigerde voor de grote school
gebouwen, welke ingevolge het vigerende uit
breidingsplan onmiddellijk naast het dorpje zou
den worden geplaatst een andere plaats aan te
wijzen. Daar dit dorpje daarmede geheel in de
stedelijke sfeer zou komen te liggen, achtte de
Minister van O.K. en W. de hoge kosten, die
met behoud gemoeid zouden zijn, niet verant
woord. Het dorpsschooltje is overgegaan aan de
provincie, die het elders zal herbouwen.
In afbraak van de voormalige Admiraliteits
gebouwen te Harlingen moest helaas, gezien de
slechte staat, worden berust.
Een verzoek aan het gemeentebestuur van Gro
ningen, meer aandacht te wijden aan de ontsieren
de reclames aldaar, werd afgewezen met een
beroep op Groningens positie als handelsstad.
Dit laatste is een miskenning van ons standpunt.
Wij maken geen bezwaren tegen reclame, maar
tegen ontsierende reclame.
Monumentenwet en -verordeningen
Sinds de vorige Algemene Ledenvergadering is
de Monumentenwet in ontwerp verschenen. Dat
is, zoals wij in ons orgaan aankondigden, een
belangrijke gebeurtenis, welke wij met vreugde
begroeten. Deze Wet immers zal het gezicht be
palen van onze steden en dorpen, zij zal van on
miskenbare invloed zijn op het karakter van al
onze gemeenten. De betekenis voor de omvang
en de waarde van ons nationale cultuurbezit kan
onschatbaar zijn. Daarom is het teleurstellend,
dat de volksvertegenwoordiging met de behande-
78