bezien van de inventarisatie in het oog springen,
er zijn daarnaast toch nog een aantal wensen die
wij gaarne vervuld zouden zien.
Daar is in de eerste plaats een krachtig beleid van
de overheid tot stimulering van restauraties. De
gerestaureerde huizen zijn nog op de vingers te
tellen, en het is dringend nodig, wil het stadsbeeld
zijn luister behouden, dat hierin snel verandering
komt. Een doelbewust beleid van het Gemeente
bestuur, in samenwerking met Oud-Harlingen
zou hier de weg kunnen banen. Daarbij zijn nodig
een niet te kleine som op de gemeentebegroting
voor subsidies, herziening en uitbreiding van de
gemeentelijke monumentenverordening, een goede
opslagplaats voor afbraakmaterialen van oude
huizen uit het saneringsgebied (deuren, kozijnen,
kasten, balken, pannen en baksteen, enz.) en
stimuleren van de toepassing daarvan.
Voorts zou het wenselijk zijn een goed bestratings
plan te vervaardigen. In de vorige eeuw zijn vele
grachten gedempt: Brouwersgracht (nu -straat),
Schritsen, Lanen, Wortelhaven (Simon Stijlstraat),
Turfhaven (Heiligeweg) en Voorstraat. Een ver
antwoorde indeling van de bestrating en royale
boombeplanting zijn in vele gevallen nodig om
de veelal vrij brede straatprofielen te breken.
Zo vertoonde het Schritsen tot voor kort een zeer
aantrekkelijk profiel, bestaande uit drie klinker-
banen, van elkaar gescheiden door stroken be
straat met veldkeitjes, waarin boombeplanting.
Bij een vernieuwing van deze stroken zijn echter
onlangs gewone keien aangebracht, waardoor de
levendigheid en de charme van deze „vloer" sterk
is verminderd.
Het is bekend, dat het Gemeentebestuur van Har-
lingen herhaaldelijk blijk gaf van belangstelling
op dit terrein, o.a. door de restauratie van het
raadhuis die op het ogenblik in uitvoering is,
en waaraan zeer veel aandacht wordt besteed,
zodat wij vertrouwen, 'dat deze inventarisatie
mede de stoot tot een actieve politiek van stads-
behoud en stadsherstel zal kunnen geven.
12
Een gave reeks panden, waaronder statige rederswoningen, omgeeft het weidse bekken van de-Noorderhaven. Foto Joh. Spékle